De toekomst van Nederland in Oost-Azië.
De heer A.J.N. Engelenberg, resident met verlof, heeft op eenige plaatsen in ons land bovenstaand onderwerp besproken.
Hij wees op de beweging in Oost-Azië, die zich ook in ons Indië doet gevoelen. Het reusachtige China is ontwaakt, de weerslag daarvan openbaart zich bij ons onder de Chineezen. De Inlanders gevoelen, naast behoefte aan ontwikkeling, den drang tot meer onderlinge samenwerking. De Indo-Europeanen zien in het vormen der Indische partij een middel tot aaneensluiting.
Reeds openbaarde zich strijd tusschen enkele rassen; de Chineezen vooral beginnen het hoofd op te steken en eischen te stellen; de Inlanders toonen tot nu toe neiging zich bij ons aan te sluiten, ze verlangen vooral ontwikkeling en zoeken die onder en door Nederlandsche leiding.
Wie de bewegingen in Indië volgt, wordt gewaar, dat veel brandstof wordt opgetast. De vraag is, wat hier tegen gedaan moet worden.
Spreker gaf den raad: a. grondige verbetering van de toestanden in Indië; b. verbetering van onze internationale betrekkingen.
Die eerstbedoelde verbetering zoekt spreker in het aansturen op volkomen aanpassing van de Indiërs aan Nederland, die te bereiken is door op zeer ruime schaal voor de ontwikkeling der Inlanders zorg te dragen; de Inlanders toonen zich daartoe geneigd, ze vragen er dringend om. Daarvoor is echler geld, veel geld noodig. De Regeering kan niet alles doen.
Spreker roept nu de Nederlandsche ondernemers op, inzonderheid die welke in de kolonien groote belangen hebben en er geld verdienen, om het opvoedingswerk onder de 40 millioen Inlanders mede te bevorderen. De Chineezen in Indië steunen hun vaderland in deze moeilijke tijden op krachtdadige wijze; die hulp zij ten voorbeeld gesteld.
In warme bewoordingen wekte spreker op, om Nederland te doen zijn het hoofd en het regeerend centrum van een groeiend rijk van 40 tot 50 millioen zielen.
Met de verbetering van onze internationale betrekkingen, bedoelde spreker een poging om met de naburige koloniale mogendheden tot overeenstemming te komen op het punt van de behandeling der algemeen-koloniale onderwerpen; o.a. inboorlingen-politiek, Chineezen-politiek, pan-Islamisme, enz.
Het vorenstaande werd ontleend aan een verslag van de rede des heeren Engelenberg, voorkomende in het N.v.d.D.