Uit Genua.
Aan een schrijven van onzen vertegenwoordiger te Genua, is het volgende ontleend:
In Italië is eene beweging ontstaan, waarvan de voormannen het daarheen zoeken te leiden, dat er eene Rijksbelasting geheven zal worden van opschriften in vreemde talen op uithangborden e.d. Weten de lezers van Neerlandia al, dat in deze de Italiaansche gemeente Pontebba is voorgegaan? Het mooiste van het geval is echter, dat de opbrengst dier Gemeentebelasting in haar geheel gestort wordt in de kas der Italiaansche zustervereeniging van het A.N.V.
In het eerste nummer van den nieuwen jaargang (1913) der Florentijnsche Scena Illustrata komt een aardig artikel voor over ons land, ‘het land der tulpen en der molens’, zooals de schrijver, Mario Foresi, het noemt. Vijf fraaie, gekleurde, hoewel ietwat popperige plaatjes verrijken den tekst.
De schrijver beperkt zich tot de overbekende algemeenheden, die steeds de grondstof vormen, waaruit beknopte beschrijvingen van Nederland en de Nederlanders samengesteld worden. Alleen het navolgende gedeelte acht ik waard om (vertaald!) onder de oogen der lezers van Neerlandia gebracht te worden:
...‘Evenmin noeme men den Chineeschen muur een bewonderenswaardig bouwwerk! Hij is een even groot als onvernietigbaar bewijs van de verregaande domheid der 300 millioen menschen, die hem optrokken, en heeft nooit beantwoord aan het onedele doel, waaraan hij zijn ontstaan te danken had. Breng eens 300 millioen Hollanders bijeen, en inplaats van hun toevlucht te nemen tot een muur, die hen van de Tartaren scheidt, zouden zij alle hinderlijke Tartaren van den aardbol hebben weten te vegen. Breng 300 millioen Hollanders bijeen, en zij zullen den Chineeschen muur overbrengen naar de Straat van Gibraltar, er daar een dijk van maken, de Middellandsche Zee leeg pompen en de vuurspuwende kraters van den Vesuvius en den Etna onder water zetten en uitdooven!
Ontegenzeggelijk bijzonder vleiend, maar die mijnheer Foresi schijnt een grappenmaker te zijn!
Voorts kan ik U nog berichten, dat het bestuur der ‘Nederlandsche Vereeniging’ alhier, sedert korten tijd is samengesteld als volgt:
H.C.F. Hennig, Consul-Generaal der Nederlanden, voorzitter; J.M. Hosang, onder-voorzitter; E.G. Jacobson, secretaris; G.H. van Straaten, penningmeester; Sj. Schamhart, bibliothecaris.