Neerlandia. Jaargang 16

Werkzaamheid van het Groepsbestuur inzake den nood in de Kolonie.

Het bestuur der Groep Ned. Antillen heeft vergaderd 22 Aug., 2 Sept., 18 Sept., 25 Sept. en 7 Oct. ten kantore van den voorzitter. Deze bijeenkomsten waren het onmiddellijk gevolg van den treurigen toestand, waarin de bevolking der Benedenwindsche eilanden verkeert, tengevolge van het aanhouden der droogte, en naar aanleiding van den geldelijken steun die van het moederland inkwam. Op de vergadering van 22 Aug., werd besproken een ingekomen brief van Prof. Boeke, vertegenwoordiger der Groep in het Hoofdbestuur, met mededeeling dat O. en W. en A.N.V. in Nederland gelden hebben ingezameld voor de noodlijdenden in de kolonie en dat H.M. de Koningin den heer Boeke persoonlijk verzekerde van Hare groote belangstelling voor en Haar deernis met den nood, die in de kolonie heerschte.

H.M. gaf f 500. - (behalve de f 1000. - die H.M. reeds zond), Z.K.H. Prins Hendrik teekende voor f 200. -. In het geheel werd reeds f 1200. - ingezameld. Deze welkome bijdrage tot leniging der armoede werd dankbaar aanvaard.

Behoudens goedkeuring van den Gouverneur, die geraadpleegd zal worden, werd besloten het geld als volgt te verdeelen:

Voor Bonaire	f 500. -
Voor Aruba	f 400. -
Voor het 4de en 5de district Curaçao	f 300. -

De uitdeeling zal geschieden op Aruba en Bonaire, door het bestuur der Afdeelingen in overleg met de gezaghebbers en de geestelijkheid en op Curaçao door den districtmeester in overleg met de geestelijkheid.

2 Sept. De voorzitter las een bericht van den Gouverneur voor, dat van den Minister van Koloniën een telegram is ontvangen om f 2400. - ter beschikking te stellen van de Groep Ned. Antillen, ten behoeve van de noodlijdende bevolking op de Benedenwindsche eilanden, geld door de Vereeniging Oost en West en het Algem. Ned. Verbond in Nederland ontvangen.

Aangenomen werd, dat in het bedrag van 2400 gulden de f 1200. - van de Koninklijke familie begrepen zijn.

Tevens deed de voorzitter mededeeling van een gift van f 1000. - van de K.W.I.M. en van f 500. - van de Curaçaosche Handelmaatschappij, zoodat een bedrag van f 2700. - voorhanden is.

Hiervan werd bestemd:

Voor Bonaire	f 700. -
Voor Aruba	f 700. -
Voor het 2de en 3de district Curaçao	f 300. -
Voor het 4de en 5de district Curaçao	f 300. -

en als reserve f 700. - in kas te houden voor nadere uitdeeling.

18 Sept. Ingekomen was een schrijven van den Gouverneur d.d. 14 Sept., met kennisgeving, dat voor de noodlijdende bevolking nog is ingekomen een bedrag van f 7000. -.

Dat bedrag werd verdeeld als volgt:

Voor Bonaire	f 2000. -
Voor Aruba	f 2000. -
Voor het 2de en 3de district Curaçao	f 1000. -
Voor het 4de en 5de district Curaçao	f 1000. -
Voor huizenarmen te Curaçao	f 450. -

25 Sept. Onder de ingekomen stukken was een voorstel ter goedkeuring van de Afdeeling Aruba, om de uitgetrokken gelden in de eerste plaats te bestemmen voor hulpbehoevende zieken en de rest van het geld door werkverschaffing aan werken ten algemeene nutte te besteden.

Dit voorstel werd zeer toegejuicht; doch met de opmerking dat het geld besteed moet worden voor arbeidsloon, dus niet voor materialen of anderszins.

7 Oct. Op deze bestuursvergadering waren alle leden tegenwoordig en verwelkomde de voorzitter de heeren Zeppenveldt en Van den Brink, die voor het eerst ter vergadering verschijnen; eerstgenoemde na gedurende eenigen tijd ziek te zijn geweest, laatstgenoemde na terugkomst van een reis naar het moederland.

Ingekomen was een schrijven van den Gouverneur d.d. 4 Oct., dat wederom een groot bedrag, nu f 14000. - ter beschikking van de Groep Ned. Antillen was gesteld ter leniging van den nood, welk geld, evenals het vorige, telegrafisch door Z. Exc. de Minister van Koloniën is overgemaakt.

Het voorstel Aruba om door werkverschaffing, tot de uitdeeling der gelden te komen werd door het bestuur overgenomen en de Afdeeling Bonaire en de districtmeesters op Curaçao aangeschreven, dit voorbeeld te volgen.

Door den onder-voorzitter werd voorgesteld het bestuur der Afdeelingen en de districtmeesters op dit eiland te vragen, welke werken van blijvenden aard kunnen worden uitgevoerd, om in werkverschaffing te voorzien en in de toekomst watergebrek zooveel mogelijk te voorkomen en waar het graven van putten in bevolkingscentra nuttig werken zou.

Besproken werd het bouwen van een regenbak op Bonaire met uitslaand dak en vergaarbakken in den grond.

De secretaris gaf in overweging, na het intreden van den regen, de arme menschen van klein vee te voorzien.

Alsnu werden voorgelegen:

1.	Het verslag van den secretaris-penningmeester van de Afdeeling Bonaire omtrent den toestand op dat eiland;
2.	Idem van den districtmeester van het 2de en 3de district op Curaçao;
3.	Idem van den districtmeester van het 4de en 5de district op Curaçao.

Van Aruba was het verslag nog niet ingekomen.

Verder werd besloten met de verdeeling van gelden door te gaan als volgt:

Elke 14 dagen aan de Afdeeling Bonaire f 1000. - Aruba f 1000. -, 2de en 3de district Curaçao f 500. -, 4de en 5de district f 500. - en aan huiszittende armen op Curaçao f 630. -.

Voor den Secretaris,

H. MANUEL.

15 October 1912.