Oost- en West-Indië.
Uit het verslag der Kamer van Koophandel en Nijverheid te Batavia over 1911.
Aan dit verslag ontleenen wij het een en ander omdat het een kijk geeft op Nederlandsch-Indische belangen, die ook voor Groot-Nederland van gewicht zijn.
Zoo blijkt dat het toeristenverkeer in Ned Indië een gestadige toeneming vertoont; over de jaren 1909, 1910 en 1911 bedroeg dit opvolgend: 1037, 1936 en 3269. Vreemd doet 't daarbij aan, dat in 1911 een wettelijk verbod tot stand kwam, tot toelating van vreemdelingen in Ned. Indië zonder toelatingsbewijs en voorafgaande storting van f 25 - waarborggeld. Deze bemoeielijking van het verkeer, die, zooals de K.v.K. schrijft, in strijd is met het begrip, hetwelk reeds internationaal burgerrecht heeft verkregen, dat ieder vreemdeling die niet armlastig, idioot of ziek is vrij kan inkomen en verkeeren, kan bezwaarlijk bevorderlijk zijn aan den goeden naam van Ned. Indië in de wereld van het toerisme.
Hoewel de K.v.K. erkent dat de handelsbetrekkingen van Ned. Indië met het westen van Amerika tot nu toe niet groot zijn en thans slechts voor enkele artikelen over Hongkong gevoerd worden, zoo ziet zij in een te verwachten nieuwe verbinding van Nederland met Nederlandsch Indië, door de opening van het Panamakanaal, waaraan verbindingen met de Oost- en de Westkust van Amerika kunnen aansluiten, de mogelijkheid zich openen voor eene verlevendiging van het handels- en reizigersverkeer tusschen de Nederl. Oost-Indische koloniën en geheel Amerika Reeds daarom acht de Kamer een deelneming ook van Ned. Indië aan de Tentoonstelling te San Francisco in 1915 aan te raden; maar bovendien wijst zij op het groote belang dat de ontwikkeling van den koloniseerenden arbeid van Regeering en partikulieren in Ned. Indië, algemeen in de wereld beter gekend en begrepen moeten worden; door deelneming aan die tentoonstelling zal de belangstelling en de sympathie voor de kolonie in het buitenland toenemen. Deze redenen samengaande met die, welke aan de mogelijke toekomstige beteekenis van den nieuwen handelsweg door het Panamakanaal ontleend werden, brengen naar het gevoelen der Kamer mede, dat een deelneming aan de voorgenomen tentoonstelling in een onbekrompen geest door de Regeering in ernstige overweging worde genomen
Ten slotte vermelden wij nog dat de K.v.K. hare ingenomenheid te kennen geeft over de door het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel uitgegeven ‘Korte berichten’ die te beschouwen zijn als een officieel orgaan voor den handel, waarin de reeds hoog gekoesterde verwachting naar een, aan de eischen des tijds, beter dan tot nu toe, voldoende handels- en scheepvaart-statistiek, tot verwezenlijking schijnt te komen.