Liederbriefkaarten.
Als wij de lezers van Neerlandia verwijzen naar het verslag van het vraaggesprek dat een der Redactieleden in 1910 met mej. Cato Scholten, de leidster der Rotterdamsche liederavonden voor het volk had, dan behoeven we de Vereeniging tot bevordering van den volkszang en haar pogingen om ook door liederbriefkaarten haar doel te bereiken, niet meer in te leiden. Wij kunnen dan dadelijk met de mededeeling komen, dat zij bij den heer C. Morks Czn. te Dordrecht twee nieuwe reeksen van zes heeft doen uitgeven, die zooals men uit de twee hierbij gevoegde proeven kan zien, zeer fraai geslaagd zijn.
De eerste reeks bevat:
De Gilde viert, van Emiel Hullebroeck; Van een bruid en een bruigom, van Dr. E.D. Pijzel; Vensterliedeken, van W.F.G. Nicolaï; Stil, gezellig, van Josef Huybrechts; Lied van het Alg. Ned. Verbond, van Em. Hullebroeck; De huiselijke haard, van Hendrika van Tussenbroek.
Het tweede zestal bestaat uit:
Brechtjebuur, van Cath. van Rennes; Ze wisten het wel, van J. Worp; De macht van 't kleine, van Cath. van Rennes; Zoo 'k wenschen mocht, van Bernard Zweers; Regendag, van V. Loosjes; Soldatenliedje, van Henri Zagwijn.
Alle kaarten dragen het motto:
En op den netten omslag prijkt het rijmpje:
Voor men zingt de woorden weten,
Anders wordt het lied vergeten.
De prijs is 3 cent per kaart. Elke reeks kost 15 cent in omslag.