Een Engelsch geleerde over onze taal.
De Londensche correspondent van de N.R. Ct. schrijft:
Door den diep betreurden dood van den beroemd geworden professor in het Angel-Saksisch aan de hoogeschool te Cambridge, heeft Engeland zijn grootsten taalkenner en etymoloog van den tegenwoordigen tijd, maar ook Nederland een hartelijken voorstander en vriend van het Nederlandsch hier te lande verloren.
In vroegere jaren heb ik wel eens met hem over internationale taalkwesties brieven gewisseld, en hem ook eenige malen gesproken. Telkens heeft Skeat, die in Nederland insgelijks onder taalkundigen, een welgevestigden eerenaam en faam bezat, mij zijn overtuiging te kennen gegeven, dat een studie van het Middel-Nederlandsch voor den beschaafden Engelschman, die zijn taal en haar oorsprong wil leeren verstaan en waardeeren, vruchtbaarder, ja noodiger, is dan de studie zelfs van het moderne Hoogduitsch.
‘Uw taal’, zeide hij mij, meer dan eenmaal, ‘is te lang hier in Engeland verwaarloosd. De ware grondslag van het meeste Engelsch is het Gothisch, dat enkel in Friesland nog gehandhaafd is gebleven. Zonder een goede kennis van het Gotisch en het oude Nederlandsch is het niet mogelijk den oorsprong van het Angel-Saksische Engelsch na te gaan.’
Eu Skeat hield niet op het Max Mueller na te zeggen: ‘Oud-Engelsch is Hollandsch’.