Neerlandia. Jaargang 16

Beknopt verslag der Groepsbestuursvergadering op 28 Sept. 1912.

Aanwezig de heer Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, voorzitter; de dames E. Baelde, D. Bogaert - De Stürler de Frienisberg en Dr. C.C. van de Graft en de heeren Dr. F. Buitenrust Hettema, Marc. Emants, onder-voorzitter; Prof. Dr. L. Knappert. Prof. Mr. A.A.H. Struijcken, Prof. Dr. J. te Winkel, N.J. Roelfsema (als gast) en C. van Son, secretaris.

De voorzitter opent de vergadering en spreekt een woord ter nagedachtenis van den heer Nolen, Woensdag 25 Sept. overleden. Spr. wees op de algemeene verslagenheid bij zijn plotselingen dood, die voor velen een groot verlies beduidt, ook voor het A.N.V., vooral voor Rotterdam. Nolen was steeds een zeer gewaardeerd bestuurslid. Hij was medestichter der Boeken-Commissie en de eerste jaren haar leider, toen het vooral de Boeren waren die aan goede Nederl. leesstof geholpen werden. Niet het minst legde spr. den nadruk op den edelen aard van den overledene, die ondanks den ernst, waarmede hij de hem toevertrouwde belangen behartigde, door zijne onbaatzuchtige vriendelijkheid en waardeering de kracht van zijn betoog zoozeer versterkte.

Besloten werd aan mevr. Nolen en hare kinderen een brief van rouwbeklag te zenden met dankbare herinnering aan wat Nolen voor het Verbond is geweest.

De heer Te Winkel deed in het kort verslag van de woorden door hem dien middag gesproken op het graf, waar hij het A.N.V. op verzoek heeft vertegenwoordigd en menig ander niet aanwezig had kunnen zijn.

De voorzitter sprak vervolgens een woord van welkom aan de nieuwgekozen bestuursleden: mevr. Bogaert - De Stürler de Frienisberg en de heeren Prof. Knappert en Prof. Struijcken, die voor de eerste maal een Groepsbestuursvergadering bijwonen. (De heer Hoefer was door uitlandigheid verhinderd).

Aan de orde kwam daarna:

Punt I. Ingekomen stukken en mededeelingen, o.a.:

Schrijven van Volksweerbaarheid, met verzoek een vlugschrift over de Vacantiekampen onder de Jongel.-Afdeelingen van het A.N.V. te verspreiden.

Hieraan is door het Dag. Bestuur gevolg gegeven.

Schrijven van den Ned. Padvinders Bond om steun.

Opgemerkt wordt, dat er aanvankelijk drie Padvindersorganisaties zijn geweest, waarvan twee zich hebben vereenigd, maar nog altijd is over het geheele land geen eenheid verkregen. Onder die omstandigheden wordt steun voorloopig niet raadzaam geacht.

Besloten wordt de statuten en andere bescheiden der beide organisaties te vragen, om na te gaan in hoeverre toch samenwerking mogelijk is.

Mededeeling dat de voorzitter voor het A.N.V. zitting genomen heeft in het bestuur van het Openluchtmuseum.

[p. 242]

Punt II. Uitvoering der besluiten van de Algemeene Vergadering.

1. Algemeen voorschrift voor tijdige inning der jaarbijdragen.

Dit zal door het Dag. Bestuur in overleg met de Afd. penningmeesters worden geregeld.

2. Lantaarnplaatjes-commissie.

Deze heeft reeds haar werkzaamheden aangevangen en hoopt binnenkort haar plannen te ontvouwen.

3. De inrichting der Jongelieden-Afdeelingen.

De Commissie daarvoor benoemd kwam juist dien dag, 28 Sept, te 's-Gravenhage bijeen. Haar voorstellen worden ingewacht^*).

4. Vervanging van on-Nederlandsche woorden en stijlwendingen in wetgeving, rechtspraak en leger door Nederlandsche.

Herinnerd wordt, dat er door de Juristenvereniging een Commissie is ingesteld, van welke Prof. Drucker, lid der Tweede Kamer, voorzitter is, welke zal nagaan hoe voor de toekomst de rechtspraktijk, wat de taal betreft, zuiver Nederlandsch kan worden gehouden. Maar de juristen denken er niet aan om woorden en uitdrukkingen, die eenmaal hun beteekenis in het verband der bestaande wetsartikelen hebben, te veranderen. Dat zou een gevaarlijk spel worden.

Medegedeeld wordt, dat de oorspronkelijke voorsteller zich de zaak te gemakkelijk voorstelde. Hij meende, dat de bastaardwoorden konden verzameld en bepaald kon worden, dat in alle nieuwe wetten die woorden door de aangegeven Nederlandsche dienden te worden vervangen. In de Haagsche Vreemde-Woorden-Commissie zijn ook de militaire woorden ter sprake gekomen. Deskundigen zeiden, dat het in dezen beter was te wachten tot de wetten gewijzigd worden en dan een adres te richten aan den Minister van Oorlog.

Nog wordt er op gewezen, dat in het leger al verbeteringen in de vaktermen zijn ingevoerd.

Besloten wordt deze zaak onder de aandacht te houden.

5. Voorstellen der Afdeeling Zaandam.

Besloten wordt een toelichting rond te zenden en in de volgende bestuursvergadering beslissing te nemen.

*) Zijn inmiddels ingekomen

Punt III. Het Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres en het A.N.V.

Naar aanleiding van het Antwerpsch Congres zijn verschillende wenschen ingekomen betreffende afschaffing der afdeelingen, het toelaten alleen van genoodigde sprekers, het weren van onderwerpen buiten de stambelangen, ordelijker regeling, vroegtijdige bekendmaking in het buitenland enz.

Overwogen zal worden in hoeverre en op welke wijze deze wenschen ter kennis van de Bestendige Commissie zijn te brengen.

Punt IV. Hervorming van den Raad van Bijstand.

Herinnerd wordt, dat het zeer wenschelijk is den Raad te hervormen, in elk geval aan te vullen.

Besloten wordt, dat het Dag. Bestuur een aanvullingslijst zal opstellen van personen, die in aanmerking komen om in den R.v.B. zitting te nemen.

Punt V. Fonds voor kapitaalvorming.

Hieromtrent worden enkele mededeelingen gedaan. Het Hoofdbestuur heeft besloten een fonds te stichten tot kapitaalvorming, waarvan de renten alleen na het bereiken van een bepaald bedrag zou dienen om het jaarlijksch budget te vermeerderen, daar het Hoofdbestuur telkens voor meer uitgaven komt te staan. Een rondschrijven is aan de Afdeelingsbesturen gegaan om namen van personen, die voor een bijdrage aan dat fonds in aanmerking kunnen komen.

Het Hoofdbestuur heeft zelf uit de kas reeds 2 maal f 1000. - kunnen bijdragen. 't Fonds is op 't oogenblik f 2600. - groot. Het Dag. Bestuur heeft de volmacht om deze aangelegenheid verder te behandelen, in zooverre geldt een en ander dus slechts als mededeeling aan het Groepsbestuur.

Punt VI. Benoeming eener Commissie voor de samenstelling van een feestnummer 1913 van Neerlandia.

Na eenige besprekingen worden de heeren Prof. Knappert en Hoefer aangezocht de redactie op zich te willen nemen.

Punt VII. De Vacantieleergangen.

Er wordt aan herinnerd, dat de Vacantieleergangen dit jaar voor de eerste maal met goeden uitslag te Amsterdam zijn gehouden in de eerste helft van September en dat op Vrijdag 6 Sept. een studentenlanddag te Bloemendaal werd gehouden, waarop Prof. Te Winkel en Prof. Knappert het woord hebben gevoerd. Hun wordt dank gebracht voor de opnieuw betoonde bereidwilligheid om mede te werken aan de toenadering tusschen de Noord- en Zuid-Nederlandsche en Afrikaansche studenten.

Het denkbeeld wordt aan de hand gedaan Nederlandsche professoren in Zuid- en Zuid-Nederlandsche professoren in Noord-Nederland te laten optreden. Nog wordt de aandacht gevestigd op Ds. Van Broekhuizen uit Afrika, thans tijdelijk in Nederland.

Punt VIII. Vreemde-woorden-commissie.

Medegedeeld wordt, dat Prof. Verdam te Leiden zijn benoeming tot voorzitter der Commissie heeft aangenomen.

De verhouding tot Neerlandia moet nog worden geregeld.

Punt IX. De propaganda.

Enkele mededeelingen worden gedaan over het werken van den propagandist. Dezer dagen heeft hij te Harderwijk een Afdeeling gesticht. Zijn optreden wordt over het algemeen gewaardeerd. Het Hoofdbestuur heeft hem weer voor een jaar benoemd en een zijner eerste daden zal zijn de provincie Groningen, een nog vrijwel onontgonnen terrein, te bewerken.

Punt X. Winterlezingen en voordrachtavonden voor de Afdeelingen.

De wenschelijkheid wordt besproken, ook in verband met enkele ingekomen verzoeken om rondreizen van goede sprekers voor de Afdeelingen voor te bereiden.

De vergadering laat dit verder over aan het Dag. Bestuur.

De Secretaris,

C. VAN SON.