Hollander en Afrikaner.
Voor de Feestuitgave, welke te Pretoria op den verjaardag van onze Koningin is verspreid, en waarop Neerlandia in het volgend nummer terugkomt, heeft Generaal Botha het volgende geschreven:
‘Lieve jonge vrienden. Van harte wensch ik U een aangenamen dag toe, en ik hoop, dat gij de gelegenheid in gedachte zult houden, die aanleiding geeft tot dit feest. Weet gij waarom Hare Majesteit Koningin Wilhelmina recht heeft op een warme plaats in Uwe harten? Omdat in een tijd, toen alle regeerende Vorsten en Staatshoofden de Republieken hunne rug toekeerden, Koningin Wilhelmina uit liefde voor het stamverwante volk in Zuid-Afrika de eenige was, die het wagen dorst om een practische daad van vriendschap te toonen door een oorlogschip te zenden om onze geëerde Staats-President naar Europa te vervoeren. Wij mogen die daad van vriendschap nooit vergeten, en daarom zeg ik U, dat Hare Majesteit gerechtigd is op een warme plaats in Uwe harten, een genegenheid, die onze Engelsch sprekende landgenoten ongetwijfeld ook voor Hare Majesteit zullen gevoelen. Weest vrolijk en denkt met liefde aan Hare Majesteit Koningin Wilhelmina, wier geboortedag gij heden viert.’
Zulke uitingen zijn een waardig antwoord op de onjuiste voorstelling van velen, als zou de verhouding tusschen Hollander en Afrikaner zoo buitengewoon slecht zijn. De woorden van Generaal Botha, den leider der Hollandsch-Afrikaansche politiek, bewijzen niet alles, maar bewijzen voor den goeden verstaander toch veel.