Neerlandia. Jaargang 16
(1912)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerkort verslag van de Afdeeling Batavia over 1911.Van de Afdeeling Batavia werd een verslag ontvangen, bevattende o.a. mededeelingen, die voor een deel reeds in opvolgende Neerlandia-nrs. werden opgenomen. Wij ontleenen aan dat verslag nog het volgende: Van de Volksleesgezelschappen, die goede lectuur voor f 1. - 's maands verschaffen, aan hen wien het toetreden tot de gewone leesgezelschappen te duur is, en die steeds de belangstelling van de Afdeeling blijven behouden, wordt een en ander vermeld. Doordien het jaar 1910 een voordeelig saldo had opgeleverd, ontvingen alle lezers de Neerlandia-kalender voor 1911 ten geschenke; bedroeg het aantal lezers in November 1910 neg 170, in Maart 1911 was dat tot 195 geklommen; door het aanschaffen van meer tijdschriften en door andere oorzaken leverde 1911 echter een tekort van f 187.50; zuiniger beheer en doelmatiger keus van tijdschriften zal, naar vertrouwd wordt, weder tot een tegoed leiden. De Verbondsleden worden aangespoord tot het meer bekend maken van het bestaan dier Volksleesgezelschappen; het aantal lezers en leeskringen kan nog best worden uitgebreid; voorts tot het toezenden van uitgelezen boeken, opdat in iedere rond te zenden leestrommel met tijdschriften ook andere boeken kunnen gelegd worden; die leesboeken moeten worden gezonden aan den Afd. secretaris, den heer A.H. Kooyker, Weltevreden, Kramat 19. Met het houden van lezingen had de Afdeeling nog niet veel succes. Het aanbieden van een schild aan den Bataviaschen Voetbalbond en het beloop der algemeene vergadering, gevolgd door een gezelligen avond op 7 September 1911 - waarvan het verslag vervolgens gewaagt - werden reeds in het jongste Mei-Neerlandia-nr. vermeldGa naar voetnoot*). Zoo werd ook reeds melding ge- | |
[pagina 229]
| |
maakt van de medewerking door de Afdeeling Batavia verleend bij het inzamelen van gelden voor de stormrampen in het najaar van 1911. Vervolgens wordt gewezen op een vermindering van het ledental gedurende 1911 van 260 tot 230; hoewel sedert weder vooruitgang is te bespeuren. Ten slotte worden de vele wisselingen in het bestuur opgesomd, zoodat dit bij sluiting van het verslag was samengesteld als volgt: L.A. Hissink, voorzitter; W.E. Asbeck Brusse, onder-voorzitter; A.H. Kooyker, secretaris penningmeester; leden: J.J. Palm, R.M.A. Dhipokoesoemo, K.F.E. Gerth van Wijk, J.W. Roessingh van Iterson, H.J. van Brink en F.C. Pannekoek. |
|