Heemschut en oude meubelen.
Trekt Heemschut zich ook het inwendige van het oorspronkelijke heem, het huis, aan? Waarom zou het niet? Het behoud van schoone oude meubelen heeft ook zijn waarde.
En nu zouden wij Heemschut willen vragen, of het wel weet - vermoedelijk weet het dat wel - dat er voortdurend oude meubelen worden gesloopt om van de stukken namaak-oud te vervaardigen?
De mode wil b.v. kasten met glazen deuren en wanden boven, laden of een kast beneden. Een zeker soort ouderwetsche kabinetten daarentegen is tegenwoordig niet in den smaak. Zij brengen geen geld op. Nu worden deze gesloopt, het bovenstuk gaat er af, men zaagt een stuk van de laden, om ze een schuin afloopend model te geven; men neemt van het bovenstuk versieringen af, die men aan de glazen kast kan gebruiken. En zoo meer.
Zoo gaat het met honderden mooie, stemmige kabinetten in ons land, en met andere oude meubelen, die voor het oogenblik niet in trek zijn. Onze schrijnwerkers hebben een goeden naam in het buitenland; men koopt hier voor tienduizenden tegelijk van dat namaak-oud en voert het uit. Waar zooveel navraag is - de binnenlandsche markt is ook van beteekenis - begrijpt men, dat de oude, niet algemeen gewilde meubelen voor de sloopers waarde hebben.
Zou het nu niet op den weg van Heemschut lig-