Uit Sjanghai.
Uit een China-brief in het Soerabaiasch Handelsblad van 20 Mei:
Dat de troebelen in China zulk een langen tijd duren is niet bijzonder aangenaam voor de officieren en de bemanning van den kruiser ‘Holland’, die zich sedert den 4den November van het vorige jaar te Sjanghai bevindt, om, zoo het noodig mocht zijn, de Hollandsche belangen in bescherming te nemen.
In den eersten tijd amuseerde men zich wel in het prettige, vrije Sjanghai, maar ook het genoegen kan somtijds ‘taai’ worden, en velen verlangen dan ook naar de Indische wateren terug te stoomen.
Het was een goed denkbeeld van onzen Consul-Generaal, den heer Von Zeppelin Obermüller, om op den jaardag van Z.K.H. den Prins een tuinfeest te organiseeren voor de bemanning van den kruiser. ‘Wind en weder dienende’, zoo stond er in de Engelsche courant, ‘zal er van half vijf tot zes uur in den tuin van het consulaat een tuinfeest gegeven worden.’
Dit feest, bijgewoond door de officieren en door bijna alle Hollandsche dames en heeren, ging uit van den Consul en van de Hollandsche firma's te Sjanghai. Het was op dien mooien zomerschen dag een recht gezellig feest, dat - opgeluisterd door de muziek van eenige muzikanten van het Oostenrijksche oorlogschip ‘Kaiser Franz Joseph’ - een echt Hollandsch karakter droeg: dansen en springen, touwtrekken en rennen... alles zooals dat in Holland geschiedt. De menschen wisten niet van naar huis gaan en het was reeds vrij donker, toen door kleine toespraken van den heer Von Zeppelin Obermüller en den commandant De Lussanet de la Sablonière een einde aan dit gezellige feest werd gemaakt en allen hoogst tevreden over het genotene naar boord gingen.