Neerlandia. Jaargang 16
(1912)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdJaarverslag van de Afdeeling Buitenzorg over 1911Ga naar voetnoot1).Wanneer wij ons afvragen, door welke harer werkzaamheden onze Afdeeling in het afgeloopen jaar binnen haar kring wel het meeste nut heeft gesticht, dan moet het antwoord luiden: door die in verband met ons Volksleesgezelschap en de openbare boekerij. Vooral het Volksleesgezelschap geeft reden tot tevredenheid. Op 1 Mei 1911 gesticht, telt het thans 88 leden, een aantal, dat nog zeer goed voor toeneming vatbaar is, maar toch voor een kleine plaats als Buitenzorg niet gering is en bewijst dat de instelling in den smaak valt. Zóó zelfs, dat mede door haar invloed aanvankelijk de toeloop naar onze boekerij zeer is verminderd. Overtuigd, dat voor een behoorlijk ingerichte bibliotheek naast het leesgezelschap wel degelijk plaats is, heeft het Afdeelingsbestuur dan ook veel moeite gedaan en kosten gemaakt om de bestaande verzameling uit te breiden en te vernieuwen. Hierbij ontvingen wij veel steun van het Groepsbestuur en van de Boeken-Commissie te Rotterdam. Het aantal boeken is nu gestegen tot 2000, terwijl een nieuwe catalogus is samengesteld, welke aan het lokaal der boekerij verkrijgbaar is. Voorts heeft mej. Bosch, onderwijzeres aan de Meisjesschool alhier, zich welwillend bereid verklaard, het publiek desgewenscht bij de keuze van goede lectuur voor te lichten. Wij hopen en verwachten, dat thans zeer velen gebruik zullen maken van de gelegenheid om zich tegen een geringe geldelijke opoffering goede lectuur te verschaffen. De medewerking, door de plaatselijke leesgezelschappen aan onzen leeskring verleend door afstand van uitgelezen tijdschriften en boeken, werd door ons steeds gewaardeerd. Voor een uitvoeriger overzicht van hetgeen omtrent leesgezelschap en boekerij valt te vermelden wordt verder verwezen naar de bijlage van dit verslagGa naar voetnoot2). Zooals blijkt uit hetgeen daarin omtrent de geldmiddelen voorkomt, is het verleenen van flinken geldelijken steun aan de genoemde nuttige instellingen nog altijd zeer noodig. De Afdeelingskas verleende krachtigen bijstand - naar vermogen. Nog altijd is zij niet zoo wel voorzien, als wij zouden wenschen. Toch is verbetering in vergelijking met verleden jaar merkbaar. Bedroeg het ledental op 1 Januari van het vorige jaar 51, begin 1912 was het gestegen tot 57. Doordat eenige leden hunne bijdragen verlaagden, bleven de inkomsten bijna gelijk: f 384. - over 1911, tegen f 382.25 over 1910. De maandelijksche bijdrage aan het Buitenzorgsche Studiefonds werd verminderd van f 10. - tot f 5. -; die aan de vereeniging ‘Vooruitgang’ ingetrokken; een en ander in hoofdzaak, om het werk voor boekerij en leesgezelschap krachtiger te kunnen steunen. Hieraan werd een som van f 150. - besteed. Voor eenige leerlingen der Inlandsche school der 1ste klasse alhier, werden abonnementen op een hier te lande uitgegeven Nederlandsch school-tijdschrift (Ons Hollandsch Blaadje) genomen. Wanneer het aan de Lichtbeelden-Commissie toekomend bedrag van het kassaldo op 1 Jan. 1912 wordt afgetrokken, blijft over een bedrag van f 45.17. Hierbij is niet gerekend op de verplichte jaarlijksche uitkeering aan de Groepskas, waarvan, naar wij uit Batavia vernemen, geheel of gedeeltelijk ontheffing zal worden verleend. Groote zuinigheid blijft ook het volgend jaar noodig. | |
[pagina 112]
| |
Reeds met een enkel woord werd melding gemaakt van de bijdrage, aan het door onze Afdeeling vroeger gestichte Buitenzorgsche Studiefonds, dat drie jongelieden steunde. Van hunne studiën werden gunstige berichten ontvangen. Een door de Lichtbeelden-Commissie van het A.N.V. op 8 Juli j.l. alhier ingerichte voordracht-avond werd ook voor de leden van onze Afdeeling toegankelijk gesteld. De heer Koot, onderwijzer te Buitenzorg, behandelde er het onderwerp ‘Nederland in de 20ste eeuw’, waarbij werd gebruik gemaakt van een reeks lantaarnplaten, ontleend aan het bekende boekwerk van dien naam. Eveneens hadden onze leden toegang tot een door den heer Cohen Stuart gehouden lezing over ‘een wereldtaak voor Nederland’. Na eenig debat werd op voorstel van den spreker door de vergadering de wensch uitgesproken, dat het Hoofdbestuur van het A.N.V. het door Prof. Van Vollenhoven in zijn ‘Roeping van Holland’ aan de orde gestelde onderwerp in studie moge nemen en leiding geven aan de propaganda voor diens denkbeeld - een wensch, die door de bijna gelijktijdige verschijning van het boek ‘In 't Zicht der Derde Vredesconferentie’ reeds gedeeltelijk is vervuld. De op 16 Mei j.l. te Batavia gehouden samenkomst van Groeps- en Afdeelingsbesturen werd namens de Afdeeling door den secretaris bijgewoond. Verschillende plannen ter bevordering van de samenwerking van Groep en Afdeelingen en in het belang der propapanda werden besproken. Op verzoek van het Groepsbestuur verleende het Afdeelingsbestuur zijne tusschenkomst bij eene inzameling voor de slachtoffers van den watersnood in Zeeland; zij bracht ongeveer f 480. - op. Nog verdient vermelding, dat onze afzonderlijke Boeken-Commissie is opgelost in het Afdeelingsbestuur. Het bestuur is thans samengesteld als volgt: Dr. E.C.J. Mohr, voorzitter; Mr. A.B. Cohen Stuart, secretaris; Mr. J.J.W. Eekhout, penningmeester; mej. L.Ch. Slot; P.J. Gerke, commissaris voor Boekerij en Leesgezelschap. |
|