Neerlandia. Jaargang 16
(1912)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaarverslag van het Hoofdbestuur over 1911.ledental op 31 december 1911.
Deze cijfers, vergeleken met die van vorige jaren, leiden tot de opmerking, dat het buitenland in ledental meer stijgt dan eenige Groep en dat is in zekeren zin een verblijdend verschijnsel. Immers het hoofddoel is uitbreiding en bevestiging van de Nederl. Taal en behartiging der zedelijke en stoffelijke belangen van den Nederl. Stam. Hoe meer het Verbond zich uitbreidt buiten de staatkundige grenzen, hoe meer Nederlanders en Stamverwanten in den vreemde, zich bij ons aansluiten en den band helpen versterken, die onze taal- en stamverwanten verbindt, zooveel te meer beantwoordt dan het A.N.V. aan zijn roeping en zooveel te meer kracht kan er van uitgaan. Wat Groep Nederland betreft verwacht het Hoofdbestuur een goede aanwinst door het werken van Jhr. C.M.E.R.C. von Bose, sedert 1 October 1911 aangesteld om stelselmatig de propaganda te voeren, die sedert het jaar 1910 was gestaakt, maar op verlangen der Groep weer is ingevoerd. Deze wijze van propageeren, welke vooral de hoog strevende gedachte van het Verbond op den voorgrond tracht te plaatsen, mag echter geen der leden weerhouden zijn persoonlijken invloed ongebruikt te laten. Daar sedert 1 Januari het aantal leden weer toenam, kan om een rond cijfer te noemen het ledental thans op 13000 worden geschat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdbestuur.De samenstelling van het Hoofdbestuur onderging ook dit jaar weinig verandering, maar de eenige die plaats had, was van groot gewicht. 1 October legde Mr. Dicke na een vierjarige werkzaamheid zijn betrekking neer. Al dien tijd hebben zijn medebestuurders, met wien hij steeds op de aangenaamste wijze samenwerkte, kunnen ervaren, aan welke uitnemende handen het Secretaris-Penningmeesterschap was toevertrouwd en welk een kracht door zijn aftreden voor het Verbond verloren ging. Op verschillende wijze is hem welverdiende hulde gebracht, o.m. door een eeremaaltijd, welke Hoofdbestuurders den scheidende hebben aangeboden. Als waarnemend Secretaris-Penningmeester trad na 1 October op de heer Ch.R. Bakhuizen van den Brink. Groep Nederland vaardigde in haar laatste algem. vergadering naar het Hoofdbestuur af den heer N.J. Roelfsema, Oud-Inspecteur der In- en Uitvoerrechten en Accijnzen te Batavia, dien het Hoofdbestuur bereid had bevonden de open plaats in te nemen. Weldra kan dus een normale toestand van het Dagel. Bestuur intreden. Het Hoofdbestuur is thans als volgt samengesteld: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Voorzitter, Dordrecht; mej. E. Baelde, Onder-Voorzitster, Rotterdam; N.J. Roelfsema, Secretaris-Penningmeester, 's-Gravenhage; Dr. H.F.R. Hubrecht, Amsterdam; Jhr. Mr. O.F.A.M. van Nispen tot Sevenaer, Nijmegen; J.D. Baron van Wassenaer van Rosande, 's-Gravenhage, allen zitting hebbende voor Groep Nederland; H. Meert, Gent; mej. R. de Guchtenaere, Gent; Mr. W. Thelen, Brussel; Joh. Kesler, Brussel; Pol de Mont, Antwerpen; A.C. van der Cruyssen, Antwerpen, allen zitting hebbende voor Groep België; J.M. Pijnacker Hordijk, Mr. C.Th. van Deventer, H.D.H. Bosboom, C.R. Bakhuizen van den Brink, allen te 's-Gravenhage, zitting hebbende voor Groep Ned. Oost-Indië; Mr. Dr. C.F. Schoch, Amsterdam en Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, 's-Gravenhage, beiden zitting hebbende voor Groep Suriname; Prof. Dr. J. Boeke, Leiden en Kapt. J.A. Snijders Jr., Gorinchem, beiden zitting hebbende voor Groep Ned. Antillen. Eere-lid Prof. H. Kern, Utrecht. Het Hoofdbestuur vergaderde in 1911 op 29 April, 30 September en 23 December; het Dagel. Bestuur | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kwam dikwijls bijeen. De bijeenkomsten werden over het algemeen goed bezocht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geldmiddelen.Omtrent den toestand der geldmiddelen valt niets bijzonders te vermelden dan dat het Hoofdbestuur ter gelegenheid van het 12½-jarig bestaan van het A.N.V. in staat was den grondslag te leggen van een Fonds tot Kapitaalvorming, door storting van f 1000. -. De commissie, benoemd om de gedachte van zulk een Fonds verder uit te werken, bestaande uit de heeren Bakhuizen van den Brink en Jhr. Von Weiler, had de over dit punt met al onze vertakkingen gevoerde briefwisseling onderzocht en was tot het eindbesluit gekomen, dat de stichting van zulk een Fonds, waardoor het Verbond minder afhankelijk zal worden van wisselvallige inkomsten van ledenbijdragen, aanbeveling verdient. Eenige vertegenwoordigers en afdeelingen toonden reeds hun instemming door buitengewone giften. Binnenkort zal een beroep worden gedaan op alle Afdeelingsbesturen, vertegenwoordigers en verdere belangstellenden om het Fonds krachtig te helpen versterken. Een woord van hulde aan Groep Nederland, die nu reeds jaarlijks meer dan f 13 000. - in de hoofdkas stort om het Hoofdbestuur in staat te stellen zijn plicht vooral naar buiten te kunnen verrichten, is hier zeker op zijn plaats, evenzeer als aan den heer B.C. Montfoort, procuratiehouder der Dordtsche Bank, waar onze penningen goed zijn bewaard. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitgaven van het Verbond.Door aanstichting en bemiddeling van het A.N.V., daartoe opgewekt door het bekende Gids artikel van Prof. Van Vollenhoven: ‘Roeping van Holland’, kwam de uitgave tot stand van het werk: ‘In 't Zicht der 3e Vredes Conferentie’, bewerkt door Jhr. Mr. Dr. B. de Jong van Beek en Donk, die op oordeelkundige wijze heeft bijeengebracht het beste dat door deskundigen en gezaghebbenden geschreven of gezegd is ten aanzien van het vraagstuk der erkenning en uitvoering van de op de Vredescongressen genomen of daaruit voortgevloeide besluiten en aldus een waardevolle documenten verzameling heeft samengesteld, met betrekking tot de Vredesbeweging en de internationale arbitrage. Het Hoofdbestuur brengt hem bij dezen opnieuw oprechten dank voor de belangeloosheid waarmede hij dezen talentvollen arbeid heeft verricht. Van het Propagandaboekje, samengesteld door den administrateur van het A.N.V. versierd met portretten, kaarten en afbeeldingen, werd een tweede vermeerderde druk bezorgd. De andere uitgaven vinden nog steeds koopers. Zeer gewenscht is het, dat van de uitgave No. 1, ‘Inleiding tot een Alg. Ned. Verbond’ een herdruk verschijne, die, bijgewerkt tot heden, een denkbeeld kan geven van de vorderingen, die onze beweging in de twintigste eeuw heeft gemaakt. Veel voldoening had het A.N.V. van het Aruba-nr. van Neerlandia, waarmee het getal extra-uitgaven over de deelen van ons stamgebied werd verrijkt. Dit brengt ons van zelf op ons orgaan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neerlandia.Waar elk lid zijn meening mag hebben over ‘ons maandblad’ en elke Groep haar vaak zoo uiteenloopende belangen er in mag behandelen, spreekt het ook van zelf, dat niet alle wenschen bevredigd kunworden en de waardeering der belangrijkheid van Neerlandia zeer uiteenloopt. Maar dat het nieuws brengt, blijkt uit het feit, dat de dagbladen aan zijn inhoud meestal de noodige aandacht wijden en meermalen veel er uit overdrukken. Door zijn over de geheele wereld verspreide inrichting kan het A.N.V. dan ook vaak mededeelingen doen uit verschillende oorden van ons stamgebied, welke den Nederlander, die onze stamkracht ook buiten de grenzen tot uiting wil zien komen, belang moeten inboezemen. Naast de taal, die vroeger begrijpelijkerwijze op den voorgrond werd geplaatst daar deze de ziel der natie is, wordt in de laatste jaren ook veel aandacht aan handels- en nijverheidsbelangen gewijd en dat het daarmede aan veler wenschen tegemoet komt, bewijzen de van verschillende zijden ingekomen betuigingen, dat Neerlandia geraadpleegd wordt als een verzameling gegevens, waaruit onze stamkracht over de heele wereld ten duidelijkste blijkt. Vooral in het buitenland blijkt Neerlandia een welkome maandelijksche gast en dat vele leden verloren gegane nummers aanvragen om hun jaargangen volledig te maken, is mede een gunstig teeken. De vele aanzienlijke firma's, die in Neerlandia hun aankondigingen plaatsen en handhaven, stempelen ons orgaan tot een degelijk tijdschrift, dat echter - het zij gul erkend - aan belangrijkheid kan winnen. De redactie - omtrent wier samenstelling binnenkort voorstellen van een daartoe door het Hoofdbestuur benoemde commissie kunnen worden verwacht - overweegt middelen om Neerlandia nog belangrijker te maken. Hier mogen de leden in alle oorden van ons gebied nog eens worden aangespoord, om de redactie snel en goed door woord en beeld op de hoogte te houden van al wat, met betrekking tot ons stamleven en ons nationaal streven, in hun omgeving voorvalt. Hoe meer bouwstoffen er in komen, des te ruimer kan de keuze zijn. Besloten werd den verschijningsdatum van Neerlandia van den 15en op de eersten der maand te brengen met ingang van 1912. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boeken-Commissie.Wie de lijst der vaste toelagen inziet door het Hoofdbestuur aan verschillende inrichtingen en instellingen telken jare toegestaan, zal ervaren dat de Boeken Commissie, die in 1912 haar 10-jarig bestaan mag vieren, de grootste gift erlangt, n.l. f 2400. -. Dank zij de vele kleinere bijdragen van Afdeelingen en personen, die dit inkomen meer dan verdubbelen, kan de Boeken-Commissie het hoofd bieden aan de vele aanvragen, haar uit alle oorden der wereld gedaan, waar behoefte aan Nederlandsche leesstof blijkt te bestaan, terwijl de boeken en kranten uit het Moederland de zucht tot lezen aanwakkeren en de instandhouding onzer taal bevorderen. De geestkrachtige leider en secretaris dezer Commissie, Dr. W. van Everdingen, wordt in zijn kantoorwerkzaamheden reeds bijgestaan door de 2e penningmeesteres der B.-C, een der Begunstigers en 3 secretaressen of secretarissen, in het Boekenhuis, door 11 dames- en heeren-medewerkers. Zijn lezingen strekte hij dit jaar ook uit tot in Vlaanderen. Dat hem voor zijn aandeel in de A.N.V. inzending op de Brusselsche Tentoonstelling een zilveren medaille werd toegekend, evenals aan den heer L. Delpire, secretaris van Tak Brussel, die dagelijks op de Tentoonstelling toezicht hield, heeft het Hoofdbestuur met voldoening vernomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vacantieleergangen.Onder de instellingen, die het Hoofdbestuur met genoegen steunt, behooren de Vacantieleergangen, die in 1911 voor de zevende maal te Leiden werden gehouden met welwillende medewerking van eenige professoren, en door de goede zorgen van den heer H.C. Hartevelt, student te Leiden. Een commissie, bestaande uit Vlaamsche en Nederlandsche hoogleeraren had zich gevormd om het bezoek te bevorderen en wel kwamen er dientengevolge meer weetgierigen uit Vlaanderen opzetten dan bij vorige gelegenheden; maar nog lang niet genoeg om alle moeite en zorg aan de inrichting besteed, te beloonen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De achtste leergang zal nu door de Amsterdamsche studenten worden ingericht en men verwacht, dat de hoofdstad des lands, waar voor den vreemdeling ook zooveel meer te genieten valt, vele deelnemers tot zich zal trekken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het kantoor.Jaren lang is het kantoor van het A.N.V. gevestigd geweest in het pand Wijnstraat 81 te Dordrecht, waar eerst één, daarna twee kamers in gebruik moesten worden genomen en de administrateur met twee klerken en een jongsten bediende werkt. Met den eigenaar van het gebouw is thans een overeenkomst getroffen, tengevolge waarvan binnenkort het bovenhuis zal worden betrokken en het A.N.V. zonder noemenswaardige vermeerdering van kosten meer ruimte krijgt om het steeds zich uitbreidend archief beter te ordenen. Ook worden een kamer voor den alg. Secretaris-Penningmeester en een spreekkamer ingericht, zoodat de bezoekers uit binnen- en buitenland, wier aantal steeds toeneemt, beter zullen kunnen worden ontvangen. Een en ander wijst onmiskenbaar op vooruitgang. Het is het Hoofdbestuur een voorrecht, hier zijn groote waardeering te kunnen betuigen voor de wijze, waarop de heer Van Son steeds de belangen van het Verbond behartigt, en uit diens naam zijne tevredenheid te kunnen uiten over de geschiktheid en de toewijding van het onder hem werkende personeel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vlaanderen.Wanneer men in het oog houdt, dat de eerste stoot tot oprichting van het A.N.V. uit Vlaanderen is gekomen, dan kan het niemand bevreemden, dat de Vlaamsche Beweging een voornaam onderdeel der Nederlandsche Beweging is en blijft, en dat de Vlamingen in hun fieren strijd om economische ontwikkeling en geestelijke beschaving in eigen taal, recht hebben op den krachtigen steun uit het Noorden. Het Hoofdbestuur doet dan ook wat het kan om Groep België bij te staan; zoo steunt het Hoofdbestuur ook de Nederlandsche kunstopvoeringen in Vlaanderen, die als tegenhanger der Fransche voorstellingen goed nationaal werk verrichten. Het aantal Nederl. kunstavonden in Vlaanderen neemt, ook buiten onze bemoeiïngen, zeer toe. Het Hoofdbestuur steunt voorts geldelijk en zedelijk de beweging voor de Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool. Het vertrouwen, dat dit ideaal spoedig zal zijn bereikt, neemt steeds toe, te meer daar menig vroeger tegenstander tot voorstander werd bekeerd. Een gunstig voorteeken schijnt ook dat aan de Hoogeschool te Leuven, sedert kort eenige lessen in het Nederlandsch worden gegeven. De onvermoeide Secretaris van Groep België, de heer Meert, heeft om het goed recht der Nederlandsche wetenschap en der Vlaamsche Hoogeschool te verdedigen een maandblad van dien naam opgericht, dat krachtig de verwezenlijking helpt bevorderen. Groep België heeft natuurlijk een geringer aantal leden dan Groep Nederland en een harden strijd te voeren tegen Vlamingen, die niet zich zelf durven zijn. Dat ondanks de vele belemmeringen het getal leden zich langzaam maar zeker uitbreidt, dat het aantal Takken met twee (Turnhout en de Studenten-Afdeeling Leuven) werd vermeerderd en dat die Takken een opgewekt verenigingsleven onderhouden, waarbij naar geestelijke ontwikkeling gestreefd wordt, mag eveneens worden beschouwd als een verblijdend verschijnsel. Afdeeling Antwerpen maakt zich bijzonderlijk verdienstelijk door uitstekend ingerichte Liederavonden voor het Volk. Van haar Propagandaboekje met 300 volksliederen verscheen reeds de vijfde druk. Een nieuw veld van arbeid heeft zich sedert enkele enkele jaren voor Groep België in den Congo geopend, waar zij de taalrechten mede helpt handhaven. Boekerijen werden opgericht te Bona, Leopoldstad en Elisabethstad. In de laatste plaats werd ook een Afdeeling opgericht. Door verspreiding van het vlugschrift ‘De Vlamingen onder de nieuwe Regeering’ hielp het Hoofdbestuur in Noord-Nederland betere kennis omtrent de Vlaamsche Beweging verspreidenGa naar voetnoot*). Het Hoofdbestuur deed zich vertegenwoordigen op het feest van de Kamer van Koophandel te Brussel en bij de viering van het 25-jarig bestaan der Koninklijke Vlaamsche Academie te Gent. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oost-Indië.Deze Groep gaf een aantrekkelijk bewijs van meeleven met het moederland, toen zij na de stormramp van 30 September en 1 October een inzameling hield voor de slachtoffers. Aan het Ramp-Comité te Amsterdam kon door bemiddeling van de Indische afgevaardigden f 3800. - worden overgemaakt. Ondanks de pogingen door het Groepsbestuur aangewend, ondanks zijn ijveren voor Hollandsch onderwijs, voor verschaffing van goede leesstof, voor ontwikkeling van den inlander, voor de bevordering van al wat in de Indische samenleving het Nederlandsch karakter kan bevorderen, zijn er in dat uitgestrekte Insulinde nog te weinig, die beseffen, dat aansluiting bij het A.N.V. een krachtig middel is om den band tusschen het moederland en die schoone machtige kolonie te versterken en daardoor de wederzijdsche groote belangen te bevorderen. Mevrouw Hissink - Snellebrand werd door het Hoofdbestuur gesteund in haar pogingen tot oprichting van een vereeniging, die zich ten doel stelt Jongevrouwenscholen in Indië te stichten. Ons Hoofdbestuurslid, de heer Mr. C.Th. van Deventer, mede-afgevaardigde voor Groep Ned. Indië, doet thans een reis door Indië. Wij vertrouwen, dat hem daarginds niet de gelegenheid zal ontbreken om besprekingen te voeren, die meer waardeering van ons werk ten gevolge zal hebben. Over een nieuw Propagandaboekje door Groep Ned. Oost-Indië gewenscht, wordt met het Groepsbestuur briefwisseling gevoerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
West-Indië.Van deze Overzeesche Koloniën kwamen het afgeloopen jaar weinig belangrijke tijdingen in. Door lezingen en haar openbare leeszaal en bibliotheek blijft Groep Suriname de geestelijke ontwikkeling bevorderen. Van Nederland uit is het echter zoo moeilijk om te beoordeelen met welke eigenaardige bezwaren het A.N.V. daar te kampen heeft. Duidelijk is dat aan het Dagel. Bestuur gebleken toen het 't voorrecht had, een samenspreking te hebben met den heer A.A. Heckers, lid van het Groepsbestuur, tijdens diens verblijf in Nederland. Deze Surinamer gaf blijk de beginselen van het A.N.V. beter te begrijpen dan menig Nederlander. Maar voor de verbreiding door middel van goedverzorgde lezingen, voordracht-avonden en uitvoeringen, meende hij, was meer steun uit het moederland onontbeerlijk. Het Hoofdbestuur heeft daartoe reeds een stap gedaan door de geldelijke verhouding der Groep tot het Hoofdbestuur gemakkelijker te maken. Ook ten opzichte van Groep Ned. Antillen is deze maatregel getroffen. In 1911 is de acte voor onderwijzer behaald door een jongeling uit de West, die hier te lande met ondersteuning van het A.N.V. studeerde. Hij werkt nu voor de hoofdacte, die hij spoedig hoopt te verkrijgen. Daarna zal hij naar de kolonie terugkeeren, evenals een onzer vroegere beschermelingen deed, die thans als onderwijzer op St. Eustatius werkzaam is. Het Hoofdbestuur meent voorloopig niet meer de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zware verplichting op zich te mogen nemen van vaste studiebeurzen. De twee voorbeelden hebben intusschen zoo goed gewerkt, dat de Groep Ned. Antillen het ondernomen heeft om jongelui van de kleinere eilanden op Curaçao te laten studeeren en dezer dagen nog een jongmensch in staat heeft gesteld te gaan studeeren aan de Machinistenschool te Amsterdam. Ook hebben meer ouders in de laatste jaren hunne kinderen ter opvoeding naar het moederland gezonden. Verschillende leden der Groep Ned. Antillen maakten zich verdienstelijk door aan de samenstelling van het mooie Aruba-nr. van Neerlandia mede te werken. Het Groepsbestuur leed een gevoelig verlies door het overlijden van den heer M.S.L. Maduro, wien in Neerlandia een woord ter nagedachtenis werd gewijd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zuid-Afrika.Hoewel het ook in 1911 niet is mogen gelukken de Afdeelingen en algemeene leden in dit werelddeel in een Groep te vereenigen, zooals ze het voor 1902 waren, blijkt er toch een goede geest onder de voornaamste Afdeelingen te heerschen. Vooral Johannesburg, Kaapstad, Bloemfontein en Potchefstroom ontwikkelen een kracht ten goede door Hollandsche voordrachtavonden e.d. te geven en voorts door het goed recht van het Hollandsch tegenover het Engelsch krachtig te bepleiten. Zuid-Afrika lijkt in dat opzicht op België, waar ook de tweetaligheid een strijd doet voortleven, die niet kan eindigen met overheersching van een der partijen, maar met volledige rechtserkenning van beide. De voorman, die daarvoor zoo krachtig strijdt, Generaal Hertzog, werd door de Adeeling Potchefstroom van het A.N.V. tot eerelid benoemd. Door uitloving van gouden eerepenningen tracht het A.N.V. de studie van het Nederlandsch in Z.-Afrika elk jaar te bevorderen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buitenland.Onder buitenland verstaan wij het gebied dat buiten de Groepen is gelegen. Dit nu geeft herhaaldelijk blijk van groote waardeering voor het streven van het A.N.V. Waar wij vroeger soms met inspanning van alle krachten nog geen vasten voet konden krijgen, gebeurt het den laatsten tijd herhaaldelijk, dat men uit eigen beweging aansluiting zoekt bij het A.N.V. en het archief bevat de bewijzen, dat men in de verste oorden Neerlandia, waarin ons verspreid stamleven tot uiting komt, met genoegen leest, omdat men zich er vaster door aan net vaderland gebonden voelt. Een teekenend feit is ook de omstandigheid, dat menigeen, die naar het buitenland vertrekt, verzoekt van de betrekkingen die het A.N.V. heeft, gebruik te mogen maken voor in- en voorlichting in zijn nieuwen werkkring. Vele zijn dan ook de inlichtingen, die onze vertegenwoordigers in het buitenland zoowel aan het Departement van Handel als aan de leden van het A.N.V. verstrekken. Vertegenwoordigers zijn thans gevestigd te: Ahwaz (Perzië); Bangkok (Siam); Barcelona (Spanje); Bethlehem (O.V.S.); Bihé-Sacanjimba (Port. West-Afrika); Budapest (Hongarije); Cairo (Egypte); Campos (Brazilië); Cardenas (Mexico); Claremont (West-Australië); Colon (Panama); Davos Platz (Zwitserland); Duinkerken (Frankrijk); Genua (Italië); Guanajuato (Mexico); Havana (Cuba); Hong-Kong (China); Kansas City, Missoury (Noord-Amerika); La Guaira (Venezuela); Londen (Engeland); Luxor (Egypte); Maracaibo (Venezuela); Mexico D.F. (Mexico); Panama (Rep. Panama); Pará (Brazilië); St. Petersburg (Rusland); Puerto Cabello (Venezuela); Rome (Italië); Rosario (Argentinië); San Francisco (Amerika); Santa Fé (Argentinië); Singapore (Engeisch Indië); Stockholm (Zweden); Teheran (Perzië); Tlalpam D.F. (Rep. Mexico); Venetië (Italië); Yokohama (Japan). Hun ernstig pogen moet het zijn, zooveel Nederlanders in hun omgeving tot lid worden te bewegen, dat er plaats is voor een Zelfstandige Afdeeling, of wel Nederlandsche Vereenigingen in hun omgeving tot aansluiting bij het Alg. Ned. Verbond te brengen. Zelfstandige Afdeelingen zijn thans gevestigd te: Berlijn, Breinen, Bloemfontein, Buenos Aires, Chicago, Chicago-Roseland, Constantinopel, Fiume, Johannesburg, Kaapstad, Leipzig, Nieuw-York, Potchefstroom, Rumenië, Smyrna, Stellenbosch, Zoutpansberg. Haar aantal kan nog sterk worden uitgebreid. Daarom heeft het Hoofdbestuur in 1911 aan zijn Vertegenwoordigers en aan een 200-tal der voornaamste consulaire ambtenaren een rondschrijven gericht om op de hoogte te worden gehouden van de Nederlandsche en Vlaamsche Vereenigingen in het buitenland. Vele antwoorden kwamen in en binnenkort zal hiervan een rapport worden opgemaakt en daarna getracht nieuwe verbindingen aan te knoopen. Dat deze zich steeds uitbreiden, moge blijken uit het voorbeeld dat Duitschland geeft. Berlijn, Bremen en Leipzig zijn reeds Zelfst. Afdeelingen en thans heeft de nieuw gestichte Nederlandsche Vereeniging te Hamburg zich om aansluiting en samenwerking tot het A.N.V. gewend. Waar het Nederlandsch onderwijs in het buitenland een krachtig middel is om het Nederl. stamleven hoog te houden, tracht het Hoofdbestuur dit waar het kan te bevorderen. Door geldelijken steun o.a. bereidde het de stichting eener Nederl. School te Antwerpen voor en deze pogingen zijn in zoover met gunstig gevolg bekroond, dat de oorspronkelijke plannen voor een deel in vervulling zijn gekomen. De Nederlandsche Leerstoel te Chicago kwam, dank zij de werkzaamheden der Afdeeling van het Verbond aldaar en den steun ook van het Hoofdbestuur in 1911 tot stand. Dr. T. de Vries bekleedt er het professoraat in Ned. geschiedenis en letterkunde. Door de bemoeiïngen der Afdeeling Enschedé werd een Nederlandsche cursus te Gronau ingericht. Geldelijk werd nog gesteund het Nederlandsch Onderwijs in Argentinië. De Ned. Regeering steunt thans jaarlijks het Nederl. Onderwijs in het buitenland met f 10.000. -. Een nuttig werk meent het Hoofdbestuur verricht te hebben door verspreiding in het buitenland van een aantal exemplaren ‘Nederland in den aanvang der 20ste Eeuw’, het bekende prachtwerk, mede op aandrang van het A.N.V. door den heer A.W. Sijthoff uitgegeven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Taalstrijd.Bij al wat het Verbond doet ter versterking van de stameenheid is de taalstrijd daar, waar het Nederlandsch een overwegend element vormt, het moeilijkst. Helaas, ondervinden wij daarvoor in officieele kringen nog te weinig medewerking. Ons adres aan de hoofden der verschillende Ministeries om in de ambtelijke briefwisseling met landen, waar het Nederlandsch ook als een landstaal is erkend, die taal van Nederlandsche zijde volle recht te doen wedervaren, en niet langer aan de vreemde taal de voorkeur te geven, had niet het onthaal dat wij hoopten en mochten verwachten. Doch ook hier zal het recht overwinnen over verouderde gebruiken en verkeerde gewoonten. In een krachtig vertrouwen daarop blijven wij onvermoeid voortarbeiden voor Neêrland's taal en Neêrland's roem. CH.R. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK, wnd. Alg. Secretaris-Penningmeester. April 1912. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dr E.J.P. JORISSEN †
Op 83-jarigen leeftijd is te Scheveningen dr. E.J.P. Jorissen, oud prokureur-generaal en lid van het hooggerechtshof van de Zuid-Afrikaansche Republiek, overleden. Dat was een Nederlander, waarop wij trotsch mogen zijn. Op de tijding van zijn dood seinde generaal Botha, de eerste minister van Zuid-Afrika, aan den zoon van den overledene te Pretoria: ‘In uw vader is heengegaan een van die uitmuntende oude Hollanders, die hun geslacht en nationaliteit 'n grote eer zijn geweest. Geeft Hollander heeft 'n voornamer rol gespeeld in onze geschiedenis dan uw vader. Zoals ieder mens had hij ook zijn fouten, doch in de geschiedenis zal zijn naam geboekt staan als een van onze talentvolste mannen, als een man van hoogstaand en sterk karakter en bij dit alles als een patriot. Zijn naam zal altijd met ere genoemd worden.’ Een schoon en een welverdiend getuigenis! Dr. Jorissen was een man van een hoekig karakter, maar een man van karakter. Hij heeft zijn tweede vaderland, dat Transvaal werd, met vuur en grimmig gediend, - en met groote kunde. Hij is een van de hoofdmannen uit de jaren van den eersten vrijheidsoorlog. Dat erkennen ook de Afrikaanders, zooals uit generaal Botha's getuigenis blijkt. Dr. Jorissen was een broeder van den geschiedkundige, en welke groote gaven hij zelf voor de historiografie bezat, komt ten duidelijkste in zijn voortreffelijke Herinneringen uit. |