Een oordeel over Nederl. boter.
Het officieel orgaan van den Algemeenen Nederlandschen Zuivelbond schrijft het volgende:
In een wetenschappelijken kring te Dusseldorf sprak Dr. Loock, directeur van den stedelijken keuringsdienst, over vervalsching van voedingsmiddelen.
Natuurlijk kwam hierbij ook de boter ter sprake, een onderwerp, vooral daarom van zooveel belang omdat de ‘boterboeren in Heerdt en Obercassel (Duitschland) geweldig knoeien, voornamelijk door toevoeging van water. In 1910 bevatten 35 pCt. van alle onderzochte monsters te veel water.
De gewone verontschuldiging was dan: ‘Wij kregen de boter zoo uit Holland.’
In zijn voordracht verzekerde Dr. Loock, dat die bewering onhoudbaar was, en voegde er aan toe, dat, dank zij het energieke optreden der Nederlandsche Regeering de Hollandsche boter aan alle eischen van zuiverheid en gehalte voldeed.
Deze verklaring van een autoriteit als Dr Loock is van groot gewicht. In 1910 en 1911 zijn herhaaldelijk van Nederlandsche zijde (met name door Dr. Breen) inlichtingen gegeven bij de processen tegen deze ‘waterboeren’.