Neerlandia. Jaargang 16
(1912)– [tijdschrift] Neerlandia–
Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDr. Pieter Tack.De Mechelsche Tak van het A.N.V., een van de werkzaamste en bloeiendste van België, zal op 14 April a.s. een jubileum vieren: het tienjarig bestaan van zijn leergangen van Hooger Onderwijs voor het Volk. Deze afdeeling viert bij deze gelegenheid haar ijverigen voorzitter, Dr. P. Tack, den stichter en de ziel van deze leergangen, en zal hem bij openbare inschrijving, een kunstwerk aanbieden. Dr. Tack is een werker en een karakter. Hij is een bekende figuur in de Vlaamsche wetenschappelijke wereld en een mooi voorbeeld van den geleerde, die, ziende al de nooden van zijn volk, zijn werkkracht en zijn talent gebruikt tot de ontwikkeling en de opbeuring van dit volk. Want dit zijn wel de twee idealen waaraan Dr. Tack geheel zijn leven heeft gewijd: de wetenschap en de Vlaamsche Beweging. Reeds op het Atheneum te Antwerpen, waar hij schitterende studiën deed, was hij stichter en later voorzitter van een Vlaamschgezinden leerlingenkring en medewerker aan het studentenblaadje Onze Taal. Ook aan de hoogeschool te Gent legde hij een verbazende werkzaamheid aan den dag. Als lid en later als voorzitter van den bekenden studentenkring 't Zal wel gaan, waaruit zooveel Vlaamsche leiders zijn voortgekomen, als mede-redacteur van het studentenblad De Goedendag en als ijverig correspondent van het Hollandsch studentenorgaan Minerva, gaf hij blijken van de volharding en de wilskracht, die geheel zijn verder leven zouden ken- | |
[pagina 83]
| |
merken. Op het banket gehouden ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van 't Zal wel gaan, in 1902, huldigde zijn studiemakker Maurits Sabbe hem als de ziel en de spil van de Vlaamschgezinde Studentenbeweging van zijn tijd. Doch nu ging Dr. Tack's bedrijvigheid een breederen weg op. Met zijn mede-student Lod. de Raet, den bekenden schrijver over Vlaamsche economische toestanden, schreef hij een merkwaardige studie over Het University-Extension Movement en zijn toepassing op de Vlaamsche BewegingGa naar voetnoot*), die eerst verscheen in Het Nederlandsch Museum en daarna, als brochure, in 5000 exemplaren werd verspreid. Het eerst op het Dr. Pieter Tack.
vasteland vestigde hij daardoor de aandacht op deze belangrijke instelling. Met medewerking van een paar hoogleeraren en studenten stak hij daarna de zaak in gang en richtte de eerste leergangen van ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ in België in. Thans worden deze het geheele land door gegeven en werken in ruime mate mede aan de ontwikkeling van ons volk. Onderlusschen promoveerde hij tot Doctor in de Germaansche philologie en werd aangesteld aan het Atheneum te Hoei en vervolgens te Mechelen. In deze stad werd hij de kern van een nieuw Vlaamschgezind leven in het Willemsfonds en in het Alg. Ned. Verbond, twee kringen waarvan hij medestichter was. In beide vereenigingen bekleedde hij het voorzitterschap en nu nog staat hij aan het hoofd van de laatste. Hij stichtte er de afdeeling ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’, die thans in vollen bloei is; elken winter worden een twintigtal lessen over wetenschappelijke onderwerpen ingericht, die telkens door een tweehonderdtal toehoorders, uit alle klassen der samenleving, worden bijgewoond. Het zal onnoodig zijn te drukken op de groote opvoedende kracht, die uitgaat van deze leergangen. Dr. Tack trad ook op als secretaris van de Hoogeschool-Commissie te Mechelen en is zelf een onvermoeibaar spreker op meetings en voordrachten, voor de vervlaamsching der Gentsche Universiteit ingericht. Een verbazende werkkracht en een ruime opvatting kenmerken insgelijks zijn werkzaamheid als leeraar. Zeer goed op de hoogte van de moderne pedagogie, heeft hij een der eersten hier te lande zich ontworsteld aan de geestdoodende wetenschap-inpomping van zijn voorgangers en al zijn pogingen aangewend tot de ontwikkeling van het karakter en het zelfstandig oordeel zijner leerlingen. Zijn groote belezenheid en bevoegdheid stelden hem daarbij in staat zijne ideëen meesterlijk te verdedigen op verschillende congressen en maken van hem ook overigens een geducht debater. Het talent en de overtuiging waarmee hij de gedachten verdedigt, die hem aan het hart liggen, werken aanstekelijk op zijn medeburgers en bijzonder op de jeugd. Want werkelijk bewonderenswaardig is de invloed die hij op deze uitoefent. Al degenen, die het voorrecht hadden met hem om te gaan, getuigen met dankbaarheid van de ruime opvatting en de belangloosheid die al zijn daden beheerschen en het groote aandeel, dat hij gehad heeft in hunne ontwikkeling. Talrijk zijn ook degenen, die dankbaar herdenken de bereidwilligheid, waarmee hij hen in verschillende omstandigheden heeft bijgestaan en de grootheid van gemoed waarvan hij dikwijls jegens hen blijken heeft gegeven. En me dunkt, dát moet hem wel de beste belooning zijn: in de schaar van hen, die hem op 14 April zullen vieren, de jongeren in grooten getale tegenwoordig te zien, de jongeren die hij gevormd heeft en die thans fier zijn en gelukkig mee te kunnen werken aan de verspreiding van de gedachten, die hem dierbaar zijn. Zij hebben vertrouwen in de toekomst. Hij staat immers in de volle kracht van zijn leven en zij weten dat zij nog veel van hem mogen verwachten. En onuitgesproken draagt ieder van hen het voornemen in zich aan zijne zijde te staan in de dagen van arbeid, die thans zijn en die nog talrijk komen zullen. Want zij weten het: de werkkracht, die hen voortdrijft, de overtuiging, die hen bezielt en het ideaal dat zij droomen voor de toekomst van het Vlaamsche volk: dat is zijn werk. Mechelen, Maart 1912. FR. DELVAEN. |
|