Neerlandia. Jaargang 16

[p. 81]

Nederland

Van de Afdeelingen.

Nieuwe Afdeeling.

Voornamelijk door bemiddeling van den heer T. Gerdes Oosterbeek is de Afdeeling Apeldoorn en Omstreken opgericht met aanvankelijk 20 leden.

Het bestuur is als volgt samengesteld: H.W.J. Sannes, voorzitter; T. Gerdes Oosterbeek, secretaris, Emmalaan A A 155; C.M.B. Dixon, penningmeester, Dorpstraat A A 517; mej. A.M. Gerth van Wijk, mej. Z. Prak, L. de Boer, Dr. C.P.L. Logemann.

Wij roepen deze nieuwe Afdeeling een hartelijk welkom toe en hopen, dat zij een waardige plaats moge innemen in de rij der werkzame Afdeelingen.

Moge zij weldra vertiendubbeld zijn!

's-Gravenhage (Jongel.-Afd.).

De penvoerster, mej. Yka C. Wind, schrijft:

Onze propaganda-avond, welke Donderdag 29 Februari heeft plaats gehad, is boven verwachting geslaagd! Niet alleen waren dien avond tal van jongelui van H.B.S., Gymnasium enz. aanwezig, ook het bestuur der Burger-Afdeeling 's-Gravenhage en Omstreken was vertegenwoordigd, terwijl onze eerevoorzitter en een drietal bestuursleden der Rotterdamsche Jongel.-Afd. overgekomen waren om dien avond in ons midden te zijn. Zoowel Dr. M.A. v. Weel als eenige leden der Afdeeling hadden zich bereid verklaard dien avond hunne medewerking te verkenen. Dr. Van Weel sprak over: ‘Jongelieden en het A.N.V.’ Dat sprekers woorden indruk maakten bewezen de luide toejuichingen en... het toetreden van een 50-tal nieuwe leden. Zeer zeker een groote voldoening voor hem, die steeds met zooveel belangstelling alles wat onze Afdeeling betreft volgt. De avond werd verder aangevuld met muziek en tooneelspel. Een woord van hulde aan den violist ende pianiste, die zich zoo uitstekend van hun taak kweten! Ook het tooneelstukje liep best van stapel, zoodat zeker vele jongenlui een aangename herinnering aan dezen avond zullen behouden!

- In de jaarvergadering van 3 Febr. hield de heer Van Stigt na afloop van het huishoudelijk gedeelte een welgeslaagde humoristische voordracht.

Groningen.

Voor deze Afdeeling trad 23 Febr. op Majoor H.A. Kooy met een welgeslaagde voordracht over de ontwikkeling van ons gezag op de buitenbezittingen in Ned. Indië.

Aan het slot van een verslag in het Nieuwsblad van het Noorden lezen we:

Spr. wees er op, dat ook onder de inboorlingen van Indië evengoed de lust bestaat om van Nederland iets te weten, gelijk men hier vraagt naar nieuws over Indië. Daarom wekte spr. aan het einde van zijn met aandacht gevolgde causerie de amateur fotografen onder zijn gehoor op om aan het Hoofdbestuur van het Alg. Ned. Verbond plaatjes toe te zenden van karakteristieke plekjes hier in het Noorden. De hoogst leerzame, zeer goed gedocumenteerde voordracht werd door een groot aantal belangstellenden bijgewoond. Prof. Kern dankte met enkele hartelijke woorden den spreker.

Tot secretaris der Afdeeling is benoemd de heer F.K. van Ommen Kloeke, Jacobynestraat 22.

Haarlem (Burger-Afd.).

Deze Afdeeling heeft, evenals Leeuwarden, zich doen vertegenwoordigen, toen Royaards ter plaatse gehuldig werd. Dr. Schepers voerde het woord.

Haarlem (Jongel.-Afd.).

24 Febr. hield onze propagandist, Jhr. Von Bose, een rede over het onderwerp ‘In Neêrlands jeugd ligt Neêrlands toekomst’. Na de pauze volgden voordrachten.

Dr. Schepers dankte aan het slot den spreker voor zijn gloedvolle rede en wenschte het Verbond geluk met zulk een propagandist.

Leiden.

In de plaats van Dr. J. Heinsius, die zijn betrekking wenschte neer te leggen, is benoemd tot penvoerster der Burger-Afdeeling Leiden mej. Dr. S. Hofker, Hooge Rijndijk 18 c.

Leiden (Stud.-Afd.).

29 Febr. trad voor deze Afdeeling op Prof. Aug. Vermeijlen uit Brussel met een rede over Noord-Nederland en de Vlaamsche Cultuur. Voor een verslag der zeer belangwekkende lezing ontbreekt in dit nummer plaatsruimte.

Het bestuur is thans samengesteld als volgt: C. de Bruyn, voorzitter; H. C Hartevelt, onder-voorzitter; mej. J. Greidanus, schrijfster, Maria Gondastraat 33; A.C. Pekelharing, penningmeester; J.H. Kramers, A.J. Enschedé en A.H. Nooy van der Kolfff, commissarissen.

Maastricht (Jongel.-Afd.).

Van deze jonge, krachtig werkende Afdeeling zijn nog twee belangrijke avonden te melden.

20 Jan. trad voor de leden op de heer A. Boosten met het onderwerp: Oud-Maastricht.

Spr. behandelde eerst de oudste Romeinsche vondsten hier ter stede. Dan sprak hij over de oude omwallingen, waarvan die van 1229 nog vrij goed overgebleven is, de oude Maasbrug, welke volgens getuigenis van vakmenschen ‘de monumentaalste brug van Nederland’ mag genoemd worden, om daarna in bijzonderheden over de O.L. V kerk te verhalen

Tijdens de pauze en na afloop der vergadering werd de door den heer Boosten ingerichte tentoonstelling van teekeningen, photographieën, enz. met belangstelling bekeken.

Februari bracht een muziekavond, geheel gewijd aan Nederlandsche en Vlaamsche toondichters: Valerius, Röntgen, Cath. van Rennes, Nicolaï, Mortelmans, Kor Kuiler enz.

De uitvoerenden: mevr. Van Oordt (vleugel), mej. Welcker (alt-zangeres), mej. Règnier (zang) en Dr. Van Anrooy (viool) genoten veel bijval.

Rotterdam (Jongel.-Afd.).

De penvoerder, de heer J. de Groot, schrijft:

Propaganda-avond 2 Maart.

In Tivoli werd Zaterdag door onze Jongel.-Afd. een propaganda avond gehouden met welwillende medewerking van de dames Annie Follender en Co Ezerman, en eenige heeren leden. De beide eersten voordracht, de laatsten muziek. Nog werd door een 10-tal leden driestemmig het A. N V.-lied gezongen en door de leden opgevoerd ‘De journaliste’ van Alb. de Vries.

Deze avond werd o.a. bijgewoond door zes bestuursleden der Haagsche Jongel.-Afd. en een gast uit Dordrecht. Het bestuur der oudere Afdeeling was tot ons leedwezen verhinderd. De opkomst was verre boven verwachting, ongeveer 300 menschen vulden beide bovenzalen en na afloop mochten wij 34 namen aan onze ledenlijst toevoegen.

Deze uitvoering slaagde dus uitnemend.

[p. 82]

Sneek.

In de plaats van Ds. V. Loosjes, die wegens vertrek naar Amsterdam zijn betrekking van secretarispenningmeester der Afdeeling neerlegde, werd gekozen de heer P. Sipma, leeraar aan het Gymnasium, Stationstraat, Sneek.

Wageningen (Stud.-Afd.).

In Februari trad voor deze Afdeeling op de heer Heringa met een lezing over Indonesische Sproken en Legenden.

Eerst gaf hij een algemeene inleiding over de Indische kunst en het mooie er door voortgebracht; over de verspreiding en groote verscheidenheid der Indische litteratuur op de verschillende eilanden van onze Oost.

Dan schetste hij in 't kort de ontwikkeling der litteratuur in onze Oost, vergeleken bij die in Europa.

Daarna sprak hij over de Indonesische sproken, vooral de dierfabels en hun beteekenis voor dekennis van land en volk, daar zij verband houden met den Indischen Godsdienst en natuurbeschouwing. Hij nam als voorbeeld uit die dierfabels het Kantjil-verhaal in al zijn verscheidenheid en vormen, zooals het voorkomt in en buiten onzen Archipel.

Walcheren.

Den 16en Maart trad voor onze Afdeeling de heer H. Meert uit Gent op. Terwijl tot dusverre de Afd. hare werkzaamheden tot Middelburg beperkt had, werd nu de eerste propagandavergadering voor het A.N.V. te Vlissingen gehouden. De heer Meert deelde in het eerste gedeelte zijner rede het een en ander mede over de oprichting van het A.N.V., hetgeen juist van hem, zelf een der oprichters, belangrijk om te hooren was. Na de rustpoos sprak hij over het werk, dat hij nu verricht voor de rechten van Vlaanderen, in het bijzonder in den strijd voor de Vlaamsche Hoogeschool. Vooral de rijke persoonlijke ervaring, die uit de woorden van dezen spreker bleek, gaf aan de rede eene buitengewone bekoring. Niet minder bijval oogstte een zestal Nederlandsche liederen, voorgedragen door den aan onze Afdeeling reeds goed bekenden liefhebberij-zanger Dr. H.v.d.K.

Zaandam.

In de algemeene ledenvergadering zijn in plaats der niet herkiesbare bestuursleden, de heeren M.E. van der Veen en G. Chr. Keg, gekozen de heeren Dr. E.G Godée Molsbergen en J.A.H. Coops.

Uit het uitgebracht verslag van de sub-Boeken-Commissie bleek, dat ook in 1911 een groot aantal (ongeveer 750) boeken naar de Commissie te Rotterdam ter verspreiding in het buitenland waren gezonden. Aan de goede gevers en begunstigers werd in het verslag dank gebracht. De sub-Commissie houdt zich voor verdere belangstelling aanbevolen.

De voorzitter, de heer M.E. van der Veen, had ten slotte nog een woord van hartelijken dank in ontvangst te nemen voor hetgeen hij tijdens zijn bestuurshdmaatschap voor de Afdeeling heeft gedaan.