Neerlandia. Jaargang 16

Steunt eigen nijverheid.

In L'Industrie Nationale, een blad dat tweemaal per maand te Brussel verschijnt, wordt Neerlandia aangevallen omdat het herhaaldelijk den leden van het

[p. 43]

A.N.V. op het hart drukt: ‘Men koope geen buitenlandsch fabrikaat, wanneer het binnenlandsche even goed en goedkoop is.’

En dan beweren de Hollanders, zoo zegt het blad verder, dat zij overtuigde voorstanders van den vrijhandel zijn.

Als de redactie het streven van het A.N.V. kende zou het weten dat Neerlandia zich niet mengt in den strijd tusschen vrijhandelaars en beschermers (protectionisten) en dat dus de aansporing even zeer geldt voor Nederlanders als Vlamingen, welke laatste - dit ter terechtwijzing van het blad - in veel geringer aantal in het A.N.V. vertegenwoordigd zijn dan de eerste^*), wat overigens aan de gelijkgerechtigheid niets afdoet. De steun die het A.N.V. aan het Vlaamsch Handelsverbond verleent bewijst genoegzaam, dat het zich niet op een eng standpunt plaatst.

Wie een blik slaat ook in de advertentie-kolommen van Neerlandia zal daar even goed een aankondiging vinden van een Rotterdamschen als van een Antwerpschen theehandelaar, van Vlaamsche photopapieren naast Hollandsche vruchtensappen, adressen van Nederlandsche scholen in België, zoowel als van Hollandsche instituten, aanbevelingen om Gent, zoowel als Dordrecht te bezoeken enz.

De geestelijke toenadering tusschen Nederland en Vlaanderen spiegele zich ook af in uitbreiding der wederkeerige handelsbetrekkingen. Zooveel te meer Neerlandia van dit verhoogd Volksverkeer de bewijzen bijbrengt, zooveel te liever is dit het A.N.V.

Als wij ‘voorkeur voor eigen nijverheid’ aanbevelen beteekent ‘eigen’ niet uitsluitend Nederlandsch, althans niet voor de Vlamingen, wien het A.N.V. gaarne een eigen volksontwikkeling gunt, omdat daardoor hun verwantschap met Nederland des te sterker zal blijken.

*) De verhouding is ongeveer 7:2.