Nederlandsche Militaire muziek.
Een inzender, die zich Gema teekent, schrijft in De Muziekbode een reeks opstellen over de militaire muziek in ons leger. In het nummer van 18 Nov. vertelt hij, hoe hij gedurende de jongste groote legeroefeningen, gelegenheid had de militaire muziekcorpsen nader te bestudeeren. - Gema schrijft:
Bij genoemde manoeuvres vroeg ik een kapelmeester: Welke marschen speelt u daar? Hij neemt een boekje van een der muzikanten en toont het mij. Wat zag ik? Niets dan Duitsche Marschen.
Een tweede vraag: ‘Hebt u geen andere marschen?’ Een ander boekje komt voor den dag, wederom Duitsche, een paar Sousa's, en enkele Belgische of Fransche, althans volgens titels en namen der componisten.
En hij vroeg verder:
Maar hebt U dan geen Hollandsche marschen? De man keek hem verwonderd aan, met een blik, die vroeg: bestaan die dan ook? en antwoordde: ‘neen, we hebben wel een van Bouwman en een van Stenz, maar niet bij ons.’
Hollandsche muziek en wel Militaire Muziek zonder Hollandsche muziek! Vraag: ‘welke instrumenten hebben jullie’ Terwijl ik rondsnuffelde, ontwaardde ik op de aangebrachte merken, Duitsche, Belgische, Fransche en toevallig een Hollandsche firmanaam. Dat allegaartje krijgt den naam van Nederlandsche Militaire Muziek!
Een der heeren kapelmeesters lichtte mij in: ‘Dat is de collegiale naijver, alias afgunst onder de kapelmeesters, om uit wangunst geen marschmaaksels hunner collega's te spelen. Hollandsche instrumenten, ja. Z.Ex. de Minister verlangt volgens recht en billijkheid, dat de Hollandsche nijverheid bevoorrecht worde en de instrumenten in Nederland gekocht worden. Men stoort er zich weinig aan, men heeft immer een paar achterdeuren om zelfs een Minister te misleiden.’
De schrijver vertelt dan verder, hoe de militaire kapelmeesters vroeger een vreemdelingenlegioen vormden: één Belg en de rest Duitschers. Zoover zijn we dan toch dat ze tegenwoordig Nederlanders zijn.
Maar nu een goede organisatie, zoo dringt hij aan, onder bekwame leiding, die make onvervalschte en zuivere Hollandsche corpsen. Zocals de tamboer of hoornblazer zijn Hollandsche of te wèl model-marschen voor den troep moet slaan of blazen, zoo zal het muziekcorps voor onze troepen Hollandsche marschen spelen. Wij moeten hebben Nederlandsche Muziekcorpsen in ons leger, en dat van kop tot teen en geen verkapt vreemd gedoe. Een land met zulke geschiedenis is niettegenstaande zijn kleine uitgestrektheid nog een groot land, dat zichzelve moet weten te waardeeren en te achten. Daarin moet gewis het leger een voorbeeld geven.