La Gazette de Hollande.
Totnogtoe verzuimde Neerlandia melding te maken van een merkwaardig verschijnsel, de herleving n l.: van La Gazette de Hollande. Onder die benaming werden begrepen alle gedurende de 17e en de 18e eeuw in de vereenigde provinciën verschijnende nieuwmaren La Gazette de Hollande, de nachtmerrie van de ministers van Lodewijk den XIVen en van den grooten koning zelven, zooals Eugène Hadin zegt in de voorrede van zijn boek: ‘Les gazettes de Hollande et la presse clandestine aux XVIIe et XVIIIe siècles.’! Onze bekende journalist, Jhr. O. van Beresteyn, heeft het ondernomen. La Gazette de Hollande op nieuw te doen verschijnen, te doen herleven wat, zooals in het hoofd van het blad staat aangeteekend, in 1677 met privilegie van de heeren Staten was opgericht. Het blad prijkt met het wapen van Holland, opgehouden door den leeuw, die het met het dreigend zwaard beschermt, staande in Holland's met de wapens der voornaamste steden omheinden tuin, en daaronder de zinspreuk: ‘Concordia res Parvae Crescunt.’ De heer Van Beresteyn brengt in herinnering, dat tot 1849 Le Journal de la Haye de taak vervulde van een internationaal nieuwsblad. Frederik de Groote en Washington o.m. maakten gebruik van de in 't Fransch geschreven Hollandsche nieuwsbladen tot het doen van mededeelingen, die zij gaarne geopenbaard zagen. ‘Luzac's fransche Courant’, La Gazette de Leyde (Nouvelles extraordinaires de divers endroits) die, oorspronkelijk in het leven geroepen door den Franschman J.A. de la Font, van 1680 tot 1814 heeft bestaan, werd - aldus vertelt de Baron Collot d'Escury in ‘Holland's Roem’, van Petersburg, heel Europa door, Spanje zelfs niet uitgezonderd, tot Konstantinopel gelezen.’
De Nederlandsche taal, ondanks hare eigenaardige bekoring, ondanks onze uitnemende letterkunde, wordt buiten onze grenzen weinig verstaan. De heer v.B. wil dat dit zonder valsche schaamte worde erkend. Maar, vraagt hij, moeten wij ons daarom op den achtergrond houden, moeten wij niet het middel te baat nemen, waardoor wij, Nederlanders, ons boven andere natiën mogen verheffen, n.l. dat wij den vreemdeling ook in zijne taal kunnen te woord staan? Laat ons dan in de taal der diplomatie, in de Fransche taal, ons doen hooren door hen, die het Nederlandsch niet verstaan. La Gazette de Hollande wil zijn een Hollandsche krant, hoewel in het Fransch geredigeerd. Het wil zijn het orgaan, waardoor de Hollander tot den vreemdeling het woord richt. Het wil den vreemdeling de openbare meening in Holland doen kennen zoowel door uittreksels uit de Nederlandsche dagbladen als door eigen artikelen, onze kunstuitingen op allerlei gebied, onze nijverheid, onze handelsbeweging de grootst mogelijke bekendheid doen verwerven. Het wil valsche, voor ons land ongunstige berichten of oordeelvellingen logenstraffen. Jhr. Van Beresteyn heeft zich de medewerking weten te verzekeren van bekende personen in het binnen- en het buitenland.
En nu het blad een half jaar oud is, kunnen wij niet anders dan getuigen, dat Jhr. v.B. zijn program trouw blijft. Elken Woensdag en Zaterdag verschijnt het blad in een smakelijk uiterlijk, op mooi papier, met duidelijke letter, verlucht door platen omtrent voorvallen van den dag en portretten van personen, die op den voorgrond treden. Brieven uit het buitenland maken, dat het ook uit dien hoofde door Hollanders verdient gelezen te worden.
Wij begroeten het blad met sympathie als onzen medestander waar het betreft: tegenover den vreemdeling de vaan van Neêrland hoog te houden, in het algemeen Neêrlands belangen te bevorderen.