Aan den vleugel.
De Nieuwe Courant (Den Haag) trekt te velde tegen de meer en meer in gebruik komende uitdrukking ‘aan den vleugel’ voor het goed Nederlandsche begeleiding. Die uitdrukking is niet alleen een leelijk germanisme, maar ze is bovendien onjuist. ‘Aan den vleugel’ zit b.v. ook de gelukkige, die voor de begeleidster of begeleider de bladen mag omslaan...
De redactie besluit haar artikeltje aldus:
‘We vallen niet over een woord. Maar die on-Nederlandsche nietszeggende term bewijst weer, hoe weinig nationaliteitsgevoel en zelf-respect er heerscht onder het steeds aangroeiend legertje van Nederlandsche zangeressen en zangers, die het zich tot een eer rekenen in den vreemde te worden opgeleid, uitsluitend vreemde kunst te beoefenen - zelfs goede Nederlandsche programma-termen door uitdrukkingen te vervangen, die noch goed Duitsch, noch goed Nederlandsch zijn, en in 't algemeen alles zorgvuldig uit den weg gaan, dat maar even zweemt naar iets, wat van hun eigen land is.’