Djeloetong-concessies.
Herhaaldelijk worden ons geschriften over de Djeloetong-concessies toegezonden.
Na de beschouwingen van den heer J.G Schlimmer gewerden ons de overdruk van het artikel Djeloetong zaken van Mr. H. 's Jacob opgenomen in het Tijdschrift voor Nijverheid en Landbouw, waarin vrij wel dezelfde meeningen, als door den heer S. worden geuit; vervolgens een geschrift van den heer S., gericht aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarbij gevoegd artikelen voorkomende in verschillende dagbladen en tijdschriften, waarin veelal met instemming de eerstgenoemde geschriften besproken werden; nu laatstelijk een door den heer K. Heyne, conservator aan het Dep. van Landbouw aan de Javabode ingezonden stuk, waarin o.a. wordt betoogd, dat, alnaarmate er meer plantage rubber aan de markt komt, de rubberprijzen zullen dalen, welke daling door de djeloetong gevolgd zal worden; daarom zou men nu de inlanders de vrij heid moeten laten op hun wijze de djeloetongboomen te ontginnen, om zoodoende hen van de nu nog hooge prijzen voordeel te doen hebben.
Wij kunnen ons in deze zaak geen partij stellen; er wordt ook te veel technische- en handelskennis vereischt om een oordeel te vormen. Na hetgeen wij in ons April-nr. over deze aangelegenheid schreven en na al hetgeen later gepubliceerd werd, moeten wij vertrouwen dat Regeering en Staten Generaal den juisten weg zullen weten te vinden, waardoor de belangen van de inlandsche bevolking bevorderd, allerminst geschaad zullen worden.