De Peterburgsche berichtgever van het Alg. Handelsblad van Amsterdam getuigt met zeer veel waardeering van dit vlugschrift en schrijft den wensch neer dat mej. v.d. Kop haar Hollandsch-Russische studie zal voortzetten en ook zal uitstrekken tot den scheepsbouw, administratie en zeevaartkunde, waar de Nederlanders het opkomend Rusland ten voorbeeld zijn geweest.
Hij besluit zijn brief aldus: ‘'t Zou een heuglijk feit zijn, als door hare bemoeiingen - en daar schijnt eenige kans op te wezen - over kort of lang een Russisch-Nederlandsch woordenboek 't licht zou zien, 't welk zij, die zich voor de studie der Russische taal interesseeren tot nog toe vergeefs zochten.’