Noord-Nederland.
Dr Gisbert Brom gehuldigd.
Ter gelegenheid van zijn zilveren priesterfeest, werd onze vertegenwoordiger, Dr. Gisbert Brom, directeur van het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome, de vorige maand in eene te Utrecht gehouden bijeenkomst gehuldigd. Onder de aanwezigen waren o.m. de heeren Mr. W.H. de Beaufort en Mr. A. baron van Wijnbergen, leden der Tweede Kamer, Mr. S. Muller Fzn., rijksarchivaris en archivaris der gemeente Utrecht, Mgr. Dr. Jansen, uit Bunnik, Prof. De Groot, uit Amsterdam, Prof. Blok, van Leiden, Rector v.d. Mark, uit Roermond, de heeren Van Riemsdijk, rijksarchivaris; Kuypers, architect; W. Rekkers enz. en de moeder van den jubilaris.
Dr. Alph. Ariens, pastoor te Maarsen, sprak als oudste vriend woorden van hartelijke en warme waardeering. Spr. schetste den levensloop van den jubilaris en bood hem voor het Ned. Hist. Instituut een geschenk in briefomslag aan.
Het geschenk was vergezeld van een album, bevattende de namen der deelnemers.
Prof. dr. Blok, uit Leiden, wees er op, dat de tweede groep der deelnemers aan het huldeblijk in het bijzonder bedoelde Dr. Brom te huldigen als wetenschappelijk consul te Rome. Spr. was getuige geweest, hoe hij daar werkte en het was hem bekend, hoe hij velen op allerlei gebied onderricht had.
Het land heeft reeds getoond, zijn werk te waardeeren, door hem te benoemen tot correspondeerend lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, doch ook de Regeering is overtuigd van hetgeen hij als vaderlander gedaan heeft voor den roem en het aanzien van het land. Spr. deelde hierop mede, dat Dr. Gisbert Brom bij Kon. Besluit van 7 Juli j.l. is benoemd tot ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw en bood dezen de verslerselen der onderscheiding aan.
Dr. Gisbert Brom sprak daarna enkele woorden van hartelijken dank tot zijn ouden vriend Dr. Ariens en tot zijn vriend en mentor Prof. Blok, den geschiedschrijver van het Ned. volk, met den breeden en ruimen blik, en voorts allen, die tot het geschenk hadden bijgedragen. Spr. wees er op, dat het instituut niet recht een nationale zaak is. Geen geschenk zou hem dan ook dierbaarder kunnen zijn, temeer, daar het instituut arm is. In vergelijking met andere landen ontvangt het instituut te weinig steun.