De Nederlanders op Formosa.
Hoe de herinnering aan de Nederlanders op Formosa nog altijd voortleeft, heeft een Engelsche reiziger ondervonden.
De heer O.G. Heldring, mijningenieur, thans in Nederland, schrijft ons daarover:
‘Onlangs maakte ik de reis van Merauke naar Java met den heer Goodfellow, leider van de Engelsche expeditie in Z.N.-Guinea (Mimika). De heer Goodfellow heeft veel gereisd in alle deelen van de wereld. Voor eenige jaren kwam hij ook te Formosa. Zijn verlangen om het binnenland in te trekken, werd door de Japansche autoriteiten minder gunstig ontvangen. Een geheel leger Japanners had toen en heeft ongetwijfeld nu nog, ofschoon ons geen berichten daarover bereiken, een cordon om het bergachtige binnenland getrokken en bewaakten alle toegangen. De Japanners voerden een strijd op leven en dood met het onafhankelijke bergvolk. Genade werd door geen van beide partijen gegeven of gevraagd.’
‘De heer Goodfellow slaagde erin door het cordon te breken en werd allervriendelijkst door het bergvolk ontvangen. Men vertelde hem, dat er in vroeger eeuwen witmenschen waren gekomen evenals hij, die geschenken brachten, en met wie men zeer vriendschappelijk verkeerde. Het vertrouwen in elkander was wederzijdsch en men was ervan overtuigd dat de heer Goodfellow een afstammeling van die witmenschen was, die in hun vertellingen van heden ten dage nog zoo'n groote rol spelen.’
‘Wel merkwaardig, dat sinds 1661, toen wij het eiland Formosa verloren, de herinnering der inboorlingen in het binnenland aan ons bestuur zoo krachtig is gebleven tot op den huidigen dag. Volgens Goodfellow kan iedere blanke zonder vrees zich in het binnenland begeven.’