Zuid-Nederland
Twee dooden.
Jan Broeckaert. - Albert Fredericq.
In de laatste weken heeft de Vlaamsche Beweging weer twee van haar meest talentvolle voorstanders door den dood verloren: in de eerste plaats de heer Jan Broeckaert, lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie, die menige bijdrage tot de geschiedenis van de Vlaamsche letterkunde geleverd heeft en die met den voor enkele jaren overleden Frans de Potter de lijvige ‘Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen’ had ondernomen, een werk dat ongelukkiglijk onvoltooid is gebleven, evenals dit andere belangrijke werk, dat hij in samenwerking met den heer Th. Coopman had aangevat, n.l. de ‘Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd’.
De tweede doode, dien wij te betreuren hebben, is Mr. Albert Fredericq, die een van die stille werkers was, welke daarom echter niet minder diensten aan de Vlaamsche Zaak heeft bewezen. Hij heeft, door zijn optreden, er veel toe bijgedragen om de wetten op het gebruik van het Nederlandsen voor het gerecht, die van 1873 en van 1889, tot stand te brengen. Door zijn initiatief werd de ‘Vlaamsche Conferentie der balie’ te Gent opgericht, en aan hem is ook het ontstaan van den ‘Bond der Vlaamsche Rechtskundige Congressen’ te danken. Als lid van den provincieraad van Oost-Vlaanderen heeft hij het zijne gedaan om de rechten van onze taal in het bestuur van die provincie te doen erkennen.