Kortzichtig.
De IJzer- en Staalkroniek verheugt zich met de geheele Nederlandsche pers over het gunstig oordeel door het Engelsche vakblad, The Engineer, uitgesproken over het door de Nederlandsche Scheepsbouwmaatschappij gebouwde zeemotortankschip Vulcanus. Dit Engelsche blad schreef:
‘Wij hadden onlangs het voorrecht de Vulcanus op degelijke wijze te kunnen bestudeeren. Ofschoon Nederland tot nog toe niet bekend stond als een land, dat een belangrijk aandeel heeft genomen in pogingen om den verbrandingsmotor meer volmaakt te doen worden, is toch, niet alleen het schip, maar zijn ook zijne machines daar te lande ontworpen en vervaardigd. Vergelijkt men dezen motor met hetgeen op dit gebied door Duitsche firma's is geleverd, die toch zeker met de Dieselmotoren de meeste ondervinding hebben opgedaan, dan wint de Nederlandsche machine het in menig opzicht.’
Maar de IJzer- en Staalkroniek vindt 't, en ons inziens zeer terecht, wel wat al te zonderling, dat langs den omweg over Engeland in Nederland reclame moet worden gemaakt voor Nederlandsche ondernemingen; terwijl men de Nederlandsche vakpers met vage toekomstbeloften afscheept. Dit komt bij Nederlandsche nijverheidsmannen meer voor en toont gebrek aan nationalen zin, zegt de IJzer- en Staalkroniek.
Men schijnt meer gesteld op waardeering van 't buitenland dan op die van eigen land. Maar moet men dan niet ook bij zich zelf de oorzaak zoeken, wanneer men zich straks over gebrek aan belangstelling van de zijde van landgenooten beklaagt?