Neerlandia. Jaargang 15
(1911)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdWaarschuwing.‘Bij het punt Propaganda kwam van verschillende zijden de opmerking, dat voor verscheiden Afdeelingen de beroepspropaganda (onder toezicht) onmisbaar was en werd op weder-aanstelling van een propagandist aangedrongen. De voorzitter zegde overweging toe en spoorde de Afdeelingen inmiddels aan zelf de propaganda ter hand te nemen.’ Toen ik deze zinnen in het Dec.-nr. las, werd 't me wee te moede. 29 April 1905 stelde ons Hoofdbestuur den bezoldigden propagandist aan, hoewel het m.i. niets met deze aangelegenheid van Groep Nederland te maken had en niettegenstaande enkele leden het een minderwaardig middel tot uitbreiding van het ledental achtten. 1 Febr. 1910, dank zij het eervol ontslag aan den heer Jac. Post, deed men afstand van het minderwaardig middel tot versterking der Nederlandsche gelederen van het Verbond en 1910 is nog niet ten einde of jeremiades hoort men van besturen, die zeer zeker zelf nog krachtiger propaganda konden maken, dat het zoo niet langer gaat. Het Nederlandsch Verbond moet door zijn leden een vurigen strijd voeren tegen laksheid, lauwheid en lamlendigheid op meerder gebied, in Verbondsaangelegenheden dienen de leden en met name de besturen energiek voor te gaan, die taak aan een bezoldigden propagandist overdragen, voor zooverre het betreft het versterken der gelederen, aan een propagandist, niet door belangelooze geestdrift gedreven, die den boer op gaat om leden op te schommelen voor een vereeniging, die zulk een verheven doel heeft als de onze, strijdt lijnrecht met onze beginselen en is zeer geschikt om slapende leden en slapende besturen - en beide catagoriën zijn, naar ik meen, in niet geringe mate in onze organisatie te vinden - nog verder te doen inslapen. De ondervinding, den meesten leden helaas niet bekend door het achterwege laten der jaarverslagen van de Afdeelingen in NeerlandiaGa naar voetnoot1), spoort werkelijk niet aan om dit ondeugdelijk middel nogmaals ter hand te nemen. Liever weinige overtuigde strijders en strijdsters, die hun bijdrage storten, onze beginselen verder dragen dan drommen water-en-melk leden, die bovendien voor een groot deel hun bijdrage niet eens storten. Hoe goed gecontroleerde bezoldigde propaganda ook, ze zal U toch een contingent dergelijke menschen ook aanbrengen. 'k Meen dan ook een ernstige waarschuwing tot besturen en leden in Nederland te moeten richten niet nogmaals een dergelijk laag-bij-den-grondsch middel ter hand te nemen om ons leger strijders en strijdsters te versterken. Dat de klagende besturen de hand eens in eigen boezem steken en ter harte nemen de zoo flinke en deugdelijke woorden gesproken door den secretaris van Groep Nederland op de laatste vergadering der Afdeelingsbesturen in Den Haag gehouden. De bezoldigde propaganda, het meest verfoeilijke middel ter propagandeering van zulk een voortreffelijke beweging als die van ons Verbond, is van de baan en moge voor eeuwig en altijd van de baan blijven. En zoo men ze wederom mocht invoeren, ik vrees, dat ernstige waarschuwingen niet beperkt zullen blijven tot den inhoud van Neerlandia, maar ook tot het publiek buiten onze kringen zullen gericht worden. Het gehengel naar leden op dusdanige wijze late men aan lichamen met minder verheven doel over. Het lid P.H. STUURMAN. Zaandam, Januari 1911. |
|