Neerlandia. Jaargang 15
(1911)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdZuid-NederlandWie brengt de nationale eenheid van België in gevaar?Wanneer iemand lang in het bezit van een voorrecht is geweest en wanneer dan het oogenblik is gekomen dat degene, tot wiens nadeel dit voorrecht verkregen werd, om herstelling van het evenwicht komt vragen, dan is het zeer begrijpelijk, dat de eerste alles in het werk stelt om dit lang verkregen voorrecht te behouden. Wanneer dan, aan den eenen kant de wil tot rechtsherstelling even sterk blijft als de wil tot rechtsmiskenning, dan komt het tot een strijd, die echter niet ten laste kan gelegd worden aan hem, welke onder de zon de plaats komt opeischen, waarop hij met recht en reden aanspraak mag maken. Dat is de verhouding waarin, nu de strijd voor de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool zoo krachtdadig begonnen is, de Waalsche en de Vlaamsche bevolking van België tot elkander staan, en nu de eerste begint te beseffen dat er kans voor haar bestaat iets te verliezen van de voorrechten die zij zich sedert 1830 ten koste van de tweede heeft toegeëigend, worden geen middelen onbeproefd gelaten om te redden wat nog te redden valt. Een van de middelen welke aangewend worden om, in de oogen van het publiek, de Vlamingen te discrediteeren is de beschuldiging, zware beschuldiging inderdaad, dat zij de nationale eenheid van België in gevaar brengen! Vlamingen, gij brengt de eenheid van ons land in gevaar, omdat gij vraagt op denzelfden voet behandeld te worden als Uw Waalsche landgenooten, omdat gij de rechten die gij als vrij volk bezit, wilt doen gelden, omdat gij in Uw eigen land niet langer in een ondergeschikten toestand wilt verkeeren! | |
[pagina 34]
| |
Vlamingen, gij brengt de nationale eenheid van ons land in gevaar, omdat gij U niet langer meer, tegen alle gezonde rede en tegen alle natuurlijk gevoel in, in een taal die de Uwe niet is, wilt laten onderwijzen en omdat gij dusdoende den band verbreekt, die alle Belgen aan elkander snoert! Dit laatste leeren onze Franschgezinde tegenstrevers, maar zij dolen! Want het is kenmerkend hoe deze in den laatsten tijd hun taktiek aan het veranderen zijn, alleen maar om te bewijzen dat de Vlamingen de nationale eenheid in gevaar brengen. Dat aan de Vlamingen, als vrije Belgen, het gebruik van hun taal in bestuur, rechtswezen, onderwijs niet kan ontzegd worden, scheen dan toch eindelijk, nadat de Vlamingen er lange jaren op hebben moeten beuken, in de hoofden van hun vijanden gedrongen te zijn. Dit toegeven en logisch doorvoeren zou geen ander gevolg gehad hebben dan de erkenning van alle eischen der Vlaamschgezinden en het kwam er dus op aan iets anders uit te vinden. En dat was spoedig ontdekt! Wij, die dachten dat er in België twee nationale talen waren, vooral sedert de gelijkheidswet van 1898 het Nederlandsch en het Fransch als officieele talen van ons land erkend had, hebben ons schromelijk vergist. De eigenlijke nationale taal van al de Belgen, dus ook van de 4.000.000 Vlamingen, is het Fransch; zoo ten minste denkt er de ‘Ligue Wallonne’ van Doornik over, die dat voor enkele dagen in een dagorde, door haar aangenomen, beweerd heeft en, dat is ook de meening van de ‘Etoile belge’, die in haar nummer van 20 Januari j.l. schreef: ‘Mais notre vraie langue nationale, celle qui est commune aux Flamands et aux Wallons, celle qui les unit pour en faire des Belges, c'est la langue française.’ Of het Franschgezinde Brusselsche dagblad, om dit staande te houden, de meening van al de Vlamingen ingewonnen heeft, valt te betwijfelen. Maar de gevolgtrekking ligt voor de hand: hij die dit niet inziet is een slechte vaderlander, die de eenheid van het vaderland in gevaar brengt. De Vlaming die voor de herovering van zijn rechten strijdt, pleegt een aanslag op de nationale eenheid van België. En in de oogen van de tegenstrevers der Vlaamsche Beweging is dit voldoende om heel den Vlaamschen strijd te bestempelen als landverraad, als een beweging, die ons land in de handen van een vreemde mogendheid wil spelen. En gij allen, duizenden Vlamingen, die nu opgekomen zijt om te eischen dat de Gentsche Hoogeschool vervlaamscht wordt, zijt Pangermanen die hier werkt ten voordeele van DuitschlandGa naar voetnoot1). ‘Tournez-vous, de grâce, Messieurs!’ zou men hun kunnen antwoorden. Want van vaderlandsliefde gesproken, hebt gij aan de Vlamingen geen lessen te geven. Toen het wetsvoorstel Franck - Segers in het Parlement besproken werd, en, zooals alle wetten die aan het gebruik van het Nederlandsch, let wel, in Vlaanderen een plaatsje wilden inruimen, van wege de anti-Vlaamschgezinden een hevig verzet uitlokte, wie was het die in de Kamer op 9 Maart 1910 zei: ‘Vous voulez provoquer une séparation administrative!’? De Waal Hambursin! Wie was het, die op denzelfden dag in den Senaat den kreet van ‘Vive la séparation administrative!’ liet weerklinken? De Waal Dupont! Wie was het weer die in de Kamerzitting van 14 April 1910 met de bestuurlijke scheiding dreigde? De Waal Hoyois! Op wiens initiatief kwam in het begin van 1910 een Studiecommissie tot stand om de kwestie van de bestuurlijke scheiding te bestudeeren? Op het initiatief van de ‘Ligue Wallonne de Liège.’ En wie maakten daar deel van uit? Waalsche parlementsleden, zooals Dupont, Magnette, Buisset, Troclet, enz. Welk blad was het dat begin Juli 1910 schreef dat, indien de Flaminganten met hun werking voortgingen, als eerste gevolg daarvan de bestuurlijke scheiding van het land moest geeischt worden, en dat, zoo dit nog niet mocht helpen, in het verre verschiet de inlijving van Wallonie bij Frankrijk moest worden onder de oogen gezien, liever dan dat men het hoofd zou buigen voor het pangermaansch Flamingantisme? Het Waalsche blad ‘La Gazette de Charleroi’! Werd ooit door één Vlaming van gezag de bestuurlijke scheiding van België verlangd, alhoewel Vlaanderen daarbij alles zou te winnen hebben? Werd ooit door één Vlaming van gezag de inlijving van Vlaanderen bij Duitschland of Nederland gevraagd? Doch zien wij niet integendeel hoe in 't Zuiden van België de blikken steeds naar Frankrijk gewend zijn? Was Albert du Bois, die in het voorwoord van zijn roman ‘Belges ou Français’, in 1902 verschenen, zich tegen het Belgisch vaderland verheft, een Vlaming of een Waal, hij die op meer dan één plaats de aansluiting van Waalsch-België bij Frankrijk verlangt? Is het tijdschrift ‘La jeune Wallonie’, dat als ondertitel heett ‘Organe des provinces de France’, soms een Vlaamsch tijdschrift? Was het ook weer een Vlaming, die voor enkele maanden in het Parijsche dagblad ‘Comoedia’ schreef: ‘Nous sommes 3.000.000 de Wallons, qui aimons la France comme notre vraie patrie et qui ne manquons aucune occasion de manifester et d'affirmer notre patriotisme français, notre nationalité française?’ En de Luiksche advocaat Jennissen, die nog in ‘Le Matin’ van Parijs van 30 Januari j.l. den wensch uitdrukte dat Frankrijk nog eens de hand mocht leggen op Waalsch-België, was toch ook wel een Waal? Die acte van beschuldiging, hoe lang ook reeds, zou nog uitgebreid kunnen worden; maar het zal wel nutteloos zijn. De haat voor al wat Vlaamsch is van veel Walen drijft hen soms tot uitlatingen, die met vaderlandsliefde hoegenaamd geen betrekking hebben. Liever Spaansch dan Vlaamsch, zoo luidde in 1907 een voorstel dat uitging van de afdeeling Charleroi van de ‘Fédération des éléves des athénées de Belgique’, die de studie van het Nederlandsch in de Waalsche Athenaea door die van het Spaansch wilde vervangen zien. En nu onze Waalsche landgenooten het oogenblik zien genaken, waarop hun talrijke voorrechten, - wij spreken niet eens van rechten, - eenigszins zullen ingekort worden, zijn zij het die het land zouden willen verdeden, ja zelfs aan een vreemde mogendheid zouden willen prijs geven. En dat zal dan nog de schuld van het Vlaamsche volk zijn, dat niets anders vraagt dan te leven volgens zijn eigen individualiteit, op dezelfde wijze zooals de Walen dat doen. ‘Le loup et l'agneau’ is toch een fabel van den Franschman Lafontaine, die door de Walen kan worden verstaan. Zouden zij die niet eens kunnen herlezen en overdenken?
* * *
Daar de kopy uit Vlaanderen te laat inkwam kon het Takken nieuws niet meer worden opgenomen. Red. |
|