Mededeelingen en allerlei
Naklank van het Maastrichtsch Congres.
De heer J.C. Fabius, afgevaardigde der Nederlandsche Regeering naar het XXXIe Ned. Taal- en Letterkundig Congres schrijft in zijn rapport opgenomen in de Ned. Staatscourant van 14 Oct. 1910, onder meer:
De openingsrede, uitgesproken door den voorzitter, Mr. L.H.I. Lamberts Hurrelbrinck, werd met groote aandacht gevolgd. In deze zaakrijke redevoering kwam tot mij het verzoek bij de Regeering den wensch te ondersteunen, dat meer dan tot dusverre aan Nederlandsche scholen in het buitenland geldelijke hulp worde verleend. De instemming der vergadering met deze woorden geeft mij te meer vrijmoedigheid dit verzoek in de overweging der Regeering aan te bevelen.
Waren bij het vorig Congres de stambelangen verwezen naar eene afzonderlijke IVde afdeeling, ditmaal was de bespreking dezer belangen geheel bewaard voor de algemeene vergaderingen, met