Neerlandia. Jaargang 14

Verslag van den vacantieleergang te Leiden.

Zaterdag 10 September werd met een feestelijk noenmaal de zesde vacantieleergang geopend, die ook dit jaar weer door de Leidsche Studentenafdeeling werd ingericht.

Onder de aanzittenden waren de professoren Kristensen, Knappert en Hesseling en de Rector-Magnificus, Dr. Kluyver, die in hartelijke bewoordingen de deelnemers welkom heette te Leiden, daarbij den wensch uitsprekende, dat België spoedig een Vlaamsche Hoogeschool zou mogen bezitten.

Met een boottochtje langs den Ouden Rijn naar Katwijk werd deze eerste dag besloten.

Het aantal der deelnemers, 30, was bevredigend; alleen was het te betreuren dat er betrekkelijk weinig Vlaamsche studenten waren, voor wie oorspronkelijk toch deze leergangen zijn ingericht. Verblijdend was het daarentegen dat deze Vlamingen meest Leuvenaren waren, omdat deze tot nu toe steeds een soort onverschilligheid voor de leergangen getoond hadden, die nu eindelijk overwonnen schijnt te zijn. Verder werd het aantal vol gemaakt door 2 Afrikaansche studenten, advocaten, leeraressen en leeraren.

De colleges, welke de hoogleeraren Oppenheim, Tichelaar en Krabbe, voor den juridischen, en de hoogleeraren Kristensen, Kuenen en Hesseling voor den algemeenen leergang welwillend op zich hadden genomen, werden met groote belangstelling gevolgd en hadden gelukkig niet te lijden onder de gevolgen van het dikwijls late scheidensuur op de studenten-societeit Minerva, welke societeit ook dit jaar weer haar

[p. 215]

zalen gastvrij had opengesteld voor de leergangers, evenals de damesstudenten-societeit voor de damesdeelneemsters.

De uitstapjes, die in den omtrek van Leiden en verderaf gezamenlijk werden ondernomen, werden steeds door schoon weêr begunstigd, wat vooral de tochtjes te water, o.a. die over de Kager- en Brasemermeeren en naar het eiland Marken, voor ieder onvergetelijk maakte.

Jammer, dat het Studenten-Congres, dat tijdens den leergang gehouden werd, oorzaak was, dat eenige uitstapjes achterwege moesten blijven of zeer bekort werden. Van deze uitstapjes, waaronder naar Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Delft, wil ik in 't bijzonder noemen het bezoek aan Dordrecht, den hoofdzetel van het Algemeen Nederlandsch Verbond, waar wij door de Afdeeling van het A.N.V. zeer hartelijk ontvangen werden. Voor 't laatst werden de deelnemers hier nog eens aan een gemeenschappelijken maaltijd vereenigd, waaraan behalve bestuursleden van de Afdeeling Dordrecht ook mede aanzat Dr. Kiewiet de Jonge, de algemeene voorzitter van het A.N.V.

En buitengewoon werd diens uitnoodiging op prijs gesteld om na afloop van den maaltijd zich ten zijnen huize te vereenigen. Daar werd ons een gulle ontvangst bereid en zoo was het een opgewekt einde van een vroolijke veertien dagen.

Dien avond of den volgenden morgen vertrok ieder weer naar zijn woonstede.

Leiden.

A.L. VAN BLOMMESTEIN.