Neerlandia. Jaargang 14
(1910)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 194]
| ||||
Een zitje aan zee. Rechts de Sloepensteiger met uitkijk.
| ||||
Een en ander over Makassar.Makassar? Ervan gehoord heeft iedereen, maar waar het ligtGa naar voetnoot1), wat het is en wat het belooft te worden, hoevelen die dit tijdschrift onder de oogen krijgen, kunnen in gemoede verklaren: Ik weet het? Makassar is de hoofdplaats van het gouvernement Celebes en Onderhoorigheden en is gelegen in het Z.W. van het zuidwestelijk schiereiland. Hare ligging in onzen archipel is buitengewoon gunstig, haar klimaat gezond en voor een kustplaats bizonder koel. De plaats is onmiddellijk aan zee gelegen (een groot voordeel boven Batavia, Soerabaja en Semarang) en is regelmatig en mooi gebouwd. Weinig plaatsen kunnen bogen op zoovele goed beschaduwde en vriendelijke lanen en ons Hooge Pad (onze breedste tamarindelaan) is, meen ik, eenig in Indië. De bevolking bedraagt in het geheel 26145 inwoners, waaronder ruim duizend Europeanen en eenige duizenden Chineezen en andere vreemde OosterlingenGa naar voetnoot2). Makassar is de zetel van een gewestelijk en plaatselijk militair commando (beide onder een luit.-kolonel), van een Raad van Justitie, een Weeskamer en verschillende inspecties. Men telt er twee Europeesche lagere jongens-, een idem meisjesschool, een Hollandsch-Chineesche school, een inlandsche school, een kweekschool voor inlandsche onderwijzers, het eenige jaren geleden gestichte Celebes-Museum (gehuisvest in het naar hier overgebrachte paleis van den vorst van Boni)Ga naar voetnoot1), een gasfabriek van de Javasche Gasmaatschappij en een gemeentelijk slachthuis. De nijverheid is nog pas in hare opkomst. Wij bezitten thans twee ijsfabrieken, waarvan de oudste uitdentijdsche werktuigen heeft, een stoomrijstpelmolen, eenige steen- en pannenbakkerijen, kalkbranderijen, meubelfabrieken, terwijl binnenkort eenige tegelfabrieken en een stoomhoutzaagmolen zullen worden opgericht. De handel is zeer belangrijk. Behalve een zevental groote in- en uitvoerhuizen zijn hier tal van Chineesche, Arabische, Perzische, Britsch-Indische en inlandsche handelaren gevestigd. De handelswijk neemt dan ook een groot gedeelte van de plaats in. De uitvoer bestaat in hoofdzaak uit: koffie, rotting, mais, kruidnagelen, nootmuskaat, foelie, buffelhuiden, hertevellen, cassia fistula, kapok, bijenwas, hertehoorns, buffelhoorns, sandelhout, gom copal, paarlemoerschelpen, kajoepoetieolie, vogelhuiden en agar-agar. De uitvoerrechten in 1909 bedroegen f 97.100. De invoerhandel omvatte manufacturen, z.g.n. pink cambrics, gekleurd- en rood garen, gegalvaniseerd dakijzer, staafijzer, cement, kramerijen, batiks en weefgoederen. Aan invoerrechten werd hierop in 1909 geheven f 420.300. De petroleumaccijns bedroeg in hetzelfde tijdvak f 140.450 en die op lucifers f 68.900. De waarde van den invoer bedroeg in 1909 bijna 8 miljoen gulden. Verschillende bankinstellingen zijn hier gevestigd. Aan het hoofd staat het agentschap der Javasche Bank, dat een fraai nieuw gebouw heeft gesticht. Dan volgen de agentschappen van de Nederlandsche Han- | ||||
[pagina 195]
| ||||
delmaatschappij, de Ned. Ind. Escompto Maatschappij, de Ned. Ind. Handelsbank, de Hongkong & Shanghai Banking Corporation en de Chartered Bank. De Ned. Handelmaatschappij en de Escompto Maatschappij zijn hier als zelfstandige agentschappen eerst sedert 1 Jan. gevestigd en zulks met het oog op de te verwachten groote ontwikkeling van het achterland van Zuid-Celebes. Over dat achterland aanstonds nog wat. De militaire cantine, aan zee gelegen.
De scheepvaart heeft zich in de laatste jaren zeer sterk ontwikkeld, wat in volgend staatje duidelijk te zien is:
De toename van het aantal registertonnen heeft dus in twee jaren tijds meer dan vijftig ten honderd bedragen, voorwaar geen kleinigheid! Ook het verkeer van handelsprauwen is groot geweest in 1909: 3358 stuks met 21.609 R.T. De haven van Makassar bestaat uit een open reede, die echter zeer veilig is tengevolge van de omstandigheid dat op eenige honderden Meters van de aanlegplaatsen en evenwijdig daaraan zich in den loop der jaren zandbanken hebben gevormd welke nog steeds aangroeien en mettertijd een prachtige en volledige zeewering zullen vormen. Aan den aanlegsteiger staat meer dan 10 Meter water, zoodat de grootste schepen kunnen aanmeren. Gebaggerd behoeft er niet te worden. De aanlegsteiger is eerst eenige jaren oud. Zij werd gebouwd volgens het plan in 1901 door de Staten-Generaal goedgekeurd. De lengte bedraagt 512 Meter. Evenwijdig aan dezen steiger zijn op aangeplempt terrein twee reeksen loodsen gebouwd, waarvan de laatste reeks, een negental ruime opslagplaatsen bevattende, in Mei j.l. werd opgeleverd. Nauwelijks gereed, is deze havenaanleg echter reeds geheel onvoldoende gebleken voor het tegenwoordige scheepvaartverkeer en, waar volgens het jongste verslag van onze Kamer van Koophandel ‘eene toename van het scheepvaartverkeer ook in de eerstvolgende jaren zonder twijfel niet kan uitblijven’ kan het geen verwondering baren dat het gouvernement stappen heeft gedaan tot uitbreiding. Zoozeer zijn de autoriteiten overtuigd van het spoedeischende dezer uitbreiding, dat de Gouverneur-Generaal reeds op de begrooting van 1911 een post wenscht te zien gebracht om de eerste kosten daarvan te bestrijden. Uit de bladen hebben de lezers kunnen zien dat de heeren Prof. Kraus en De Jongh Makassar hebben bezocht en omtrent de verschillende uitbreidingsplannen van raad hebben gediend. Het ontwerp van den eerstaanw. ingenieur A. Perelaer alhier heeft bij hen instemming gevonden. Volgens dit plan zal ten Noorden van den bestaanden steiger een waterruimte van 300 Meter lengte worden vrijgehouden voor de prauwvaart. In die ruimte zullen dan 3 kleine steigertjes met los- en laadgelegenheid voor de prauwen worden gebouwd. Ten Noorden van deze ruimte wordt voor de groote scheepvaart een nieuwe aanlegplaats gebouwd van 550 Meter lengte, welke zal reiken tot den bestaanden kolensteiger der Marine. Deze vervalt alsdan. In afwijking van het tot nu toe gevolgde stelsel zal de aanlegplaats bestaan uit een gemetselde kade met daarachter een breed (aan te plempen) terrein voor opslagloodsen. Een weg van 20 Meter breedte zal de oude Wilhelminakade met de prauwehaven en de nieuw te bouwen kade verbinden. De nieuwe kade zal tweemaal zoover in zee uitsteken als de tegenwoordige steiger en plaats bevatten voor een dubbele rij loodsen met een weg daartusschen. Het komt thans herhaaldelijk voor dat meerdere stoomers op stroom moeten blijven liggen omdat steigerruimte ontbreekt. Het is daarom te voorzien dat de nieuw te bouwen kade aanstonds drukke klandizie zal krijgen. Volgens de berekening van de heeren Kraus en De Jongh zal de haven echter met deze nieuwe aanlegplaats reeds in 1914 niet meer aan de behoeften voldoen en zij hebben daarom loodrecht op het noordeinde der nieuwe kade een derde kade ontworpen met drie, elk 700 Meter lange, loodrecht daarop staande breede pieren. Het ligt tevens in de bedoeling om de haven niet in eigen beheer te nemen, doch dit over te dragen aan een vroedschap, welks leden zullen worden gekozen uit belanghebbende particulieren, deskundigen met eenige vertegenwoordigers der regeering. Makassar is thans opgenomen in tien diensten van de Kon. Paketvaart Maatschappij, in vijf waarvan onze haven eindpunt is. Voorts heeft de Norddeutscher Lloyd twee diensten op onze haven en wordt zij verder bediend door een drietal Engelsche kustschepen en de vrachtstoomers van de Maatschappijen Nederland, Rotterdamsche Lloyd, Deutsch Australische Dampfschiffs Gesellschaft en Ocean Steamship Company. De directiën der Maatschappijen Nederland en Rott. Lloyd schijnen voorts te overwegen om ook de passagiersschepen harer lijnen geregeld Makassar te doen aanloopen, m.i. een uitmuntend denkbeeld, een zestal jaren geleden verworpen, doch thans, nu de schepen sneller loopen en dus meer speling in tijd hebben, voor verwezenlijking vatbaar. Ziedaar in hoofdtrekken Makassar zooals het is. Een Chineesch landhuis.
Wat zal de toekomst voor deze plaats brengen? Naar mijne meening staan wij eerst aan het begin van den vooruitgang en belooft de toekomst nog veel. Wanneer men bedenkt tot welke hoogte Makassar het reeds gebracht heeft zonder het bezit van een noemenswaard achterland, dan kan men berekenen wat het wezen zal wanneer dat achterland, Zuid- en Midden-Celebes, geopend is en tot ontwikkeling gebracht. Maar wanneer? Het antwoord op deze vraag moet ik schuldig blijven; dat is aan de ondernemen- | ||||
[pagina 196]
| ||||
de mannen van Nederland. Zuid-Celebes ligt open voor alle mogelijke cultuur en mijnbouw. Het land is ongemeen rijk. De beste koffiesoorten vindt men er; de hier groeiende rijst is van bekend goede hoedanigheid en bedingt hooge prijzen. Voor thee en rubber zijn uitstekende gronden te vinden en voor klapper- en maiscultuur liggen nog vele geschikte terreinen braak. Van de boschproducten nog gezwegen. De bodem bevat vele mineralen als goud, zilver, koper, ijzer, lood, petroleum enz. Er moet echter kapitaal in het land. Tot nog toe is er zoo goed als niets in gestoken. De ondernemende mannen hebben tot heden geen oog gehad voor Celebes. Dat land kenden zij niet. Java, Sumatra en Borneo alleen kwamen in aanmerking. Men beseft in Nederland niet wat men verzuimt door dit kostbare stuk van onze buitenbezittingen te verwaarloozen. Ik sprak kort geleden een bekwaam cultuurman van Java, die toevallig (ja, anders gebeurt het niet!) in Gowa was gaan neuzen. Hij was erover uit wat een prachtigen grond hij daar gezien had, zoo mooi als in de rijkste streken op Java nauwelijks te vinden was. Een grond voor alles geschikt, verklaarde hij. Gowa wordt nu rechtstreeks bestuurd; met de bevloeiing zal, naar men hoopt, een aanvang worden gemaakt, terreinen liggen gereed tot uitgifte in concessie, alleen... de kapitalisten moeten zich nog aanmelden. Op kapitaal wacht ook de rijke, door vele riviertjes doorsneden vlakte van Boni, een streek in het bizonder geschikt voor de suikercultuur. Een maatschappij is er reeds tot stand gekomen, maar er moeten er veel meer komen; het terrein is groot genoeg. Laat men zich wellicht weerhouden door vrees voor de veiligheid in deze streken? Dan kan ik die vreesachtigen geruststellen; het is thans op Zuid-Celebes - een gedeelte van de afdeeling Mamoedjoe misschien uitgezonderd - minstens even veilig, zoo niet veiliger dan in vele afdeelingen van Java. De bevolking heeft trouwens nooit iets tegen ons gehad, zij is meegaand en vredelievend genoeg; het waren de vorsten en hunne familieleden en slavenhaalders van de landschappen benoorden Sidenreng die zich tegen onze inmenging verzetten, omdat deze voor hen beteekende het einde van hunne uitzuigerijen en winstgevenden verboden handel. De Gouverneurslaan.
Aan het wegennet wordt sedert 1905 hard gewerkt. Rivier overgangen worden verbeterd en het zal niet lang duren of de automobiel, die hier zijn intrede reeds heeft gedaan, zal van Makassar tot Pare Pare in het Noorden en langs de Zuid over Bonthain en Sindjai naar Watampone en Pampanoea, misschien tot Paloppo, kunnen snorren. Een automobieldienst, die zich voorloopig tot de dichterbij gelegen plaatsen zal bepalen, is reeds ingesteld. Ook wordt een auto-postdienst overwogen. Spoorwegen kennen wij hier echter nog niet. Wel is concessie verleend voor een stoomtramweg van Pare Pare naar Noord-Boni, doch de concessionaris, de heer Van Baerle, heeft daarvoor nog geen kapitaal kunnen vinden. Ten onrechte, want algemeen wordt verklaard, dat de lijn die door een rijke en volkrijke streek loopt, rentegevend zal worden. Verder is in overweging een tramlijntje van Makassar naar Gowa. Om op de plaats zelve nog even terug te komen,Eenige officierswoningen aan de Justitielaan.
de Kon. Paketvaart Maatschappij schijnt de instelling te overwegen van een hoofdagentschap alhier, een bewijs van welke beteekenis voor haar onze haven thans reeds is en in nog meerdere mate belooft te worden. Ook schijnt dezelfde maatschappij gemengd te zijn in een plan om hier een groot droogdok te stichten met eerste klasse herstelplaatsen voor zeeschepen. Aan belangstelling voor wat met onze scheepvaart in verband staat, is geen gebrek, zooals men ziet. Mocht de belangstelling voor onze plaats zelve en voor haar achterland daarmede gelijken tred houden! Voor dat achterland missen wij nog al te zeer cultuur- en mijnbouwmaatschappijen, suikerfabrieken, tram- en spoorwegverbindingen. En Makassar zelve heeft nog zooveel van noode: Een gezondheids- en verpoozingsoord in de naburige bergen, met de hoofdplaats verbonden door een tram- of autoverbinding, een naar de eischen gebouwd hotel, een drinkwaterleiding, die met zoo'n drukke scheepvaart dubbel en dwars rendeeren moet, werkplaatsen voor metaalbewerking, tevens autoherstelplaatsen, olie- en vezelfabrieken en zoovele andere industrieën. Er is nu geld te verdienen te Makassar en wie er het vlugst bij zijn verzekeren zich de grootste voordeelen. Makassar, Juli 1910. Mr. F. VORSTMAN.
In zijn begeleidend schrijven aan de Redactie zegt de heer Vorstman o.m. dat Makassar een plaats is, waarvan veel verwacht wordt. De vreemdeling heeft dit begrepen. Mogen de Nederlanders dit ook inzien, voor het te laat is en de grootste voordeelen door het buitenland worden ingerekend. Makassar moet door en door Hollandsch blijven, maar kan dit alleen, wanneer Nederland zich haast. Red. |
|