Nog eens opblazen.
Iemand geeft in de Nieuwe Courant uit het Leven van Frederik Hendrik, deel II, blz. 104, gedrukt in 1737 bij Ottho en Pieter van Thol de volgende aanhaling uit de beschrijving van het beleg van Breda (1637) door den Prins.
‘De Prins gaf met eenen bevel om twee mijnen te maaken in het bolwerk, in eike voorzijde een. Deze gereed zijnde om opgeblaazen te worden’ enz.
De inzender vraagt of de Ned. kolonisten het woord in onze gouden eeuw naar Z.-A. hebben medegenomen?
Verder schrijft men ons:
In het Juni-nummer werd aangetoond dat dit woord niet, zooals men licht zou denken, een in Zuid-Arika gebruikelijke vertaling is van ‘to blow up’, dus een leelijk Anglicisme, maar oorspronkelijk Hollandsch. Ten bewijze een citaat uit een dagboek van Marten IJsbrandtz, Gouverneur van Koromandel, Ao 1635: ‘(sy) hebben met een mijne een Bolwerck van 't fort opgeblaesen.’
Dit voorbeeld kan met vele andere worden vermeerderd, want de term komt in oude journalen dikwijls voor. In het bekende boek ‘Leeven en Dooden der doorluchtigste Zeehelden’ (Amst. 1683) wordt het bedrijf van Sebastiaen de Lange, die in 1572 voor Vlissingen deed als Van Speyck, aldus omschreven: ‘Zeeuwen blaesen zich selven met de Vyanden op’ (blz. 221). Evenzoo wordt de dood van Reinier Claesz, in margine van het ver-