Het lijkt mij toe, dat dit stukje den lezers een verkeerden indruk van den toestand van onzen scheepsbouw geeft. Al blijft het jammer dat er nu en dan Ned. schepen in Engeland gebouwd moeten worden, hetzij omdat onze werven het te druk hebben, hetzij omdat de bestelde schepen, en dit geldt voor de Holl. Amerikalijn, te groot zijn voor onze hellingen, hetzelfde verwijt kan men op Engeland en andere landen toepassen. Immers 30-40% van hetgeen bij ons wordt gebouwd is voor het buitenland bestemd! En tot ‘uitbreiding’ behoeft men onze scheepsbouwers niet aan te sporen. Wanneer men n.l. de statistieken der laatste jaren raadpleegt dan is alles samen genomen, onze scheepsbouw de éénige welke zich ieder jaar geregeld en gestadig uitbreidt. In alle voorname zeevarende landen gaat de aanbouw achteruit.
Alleen Engeland vertoont, na eene groote vermindering van 1907 op 1908, dit jaar eene kleine herleving. Ook Frankrijk is dit jaar naar voren gekomen na een teruggang in het vorige jaar. Overigens hebben ongeveer alle zeemogendheden den terugtocht vervolgd.
De cijfers voor Nederland alleen geven een ander beeld: n.l. voor 1907 144,991 ton; voor 1908 153,000 ton; voor 1909 174,920 ton.
En ten slotte, om onzen landgenooten een beeld te geven van de belangrijke plaats van hun land ook op dit gebied, de lijst van scheepsbouw in 1908 en 1909 der verschillende zeevarende naties (te vinden in het Ned. Zeewezen van 1 Maart 1910):
Landen. |
Tonnenmaat 1908. |
Tonnenmaat 1909 |
Engeland |
1,104,601 |
1,198,953 |
Ver. Staten |
320,361 |
281,271 |
Duitschland |
327,399 |
277,155 |
Nederland |
153,502 |
174,920 |
Frankrijk |
104,353 |
133,527 |
Oostenrijk |
26,898 |
55,196 |
Japan |
79,258 |
54,154 |
Italië |
43,996 |
40,030 |
Noorwegen |
53,100 |
32,216 |
Denemarken |
19,082 |
11,952 |
België |
22,542 |
11,658 |
Zweden |
10,819 |
7,095 |
China |
5,665 |
5,896 |
Rusland |
647 |
2,205 |
Spanje |
3,061 |
2,173 |
Met des te meer trots kunnen wij in deze statistiek op onze vierde plaats wijzen, als men het ontzaggelijke verschil in oppervlak en kustlijn der verschillende landen in aanmerking neemt. Voor de zóóveelste maal blijkt het, dat de beteekenis van een land zeker niet op de grootte berust.
's-Gravenhage.
P. COOL.