Uit het jaarverslag van Groep Ned. Antillen.
Al is onze geldelijke toestand achteruitgegaan, de vordering, die de Groep heeft gemaakt in ledental, het resultaat dat verkregen wordt door onze werkzaamheden, geven ons reden om met voldoening terug te zien op hetgeen achter ons ligt.
De onverbiddelijke dood heeft velen ten grave gesleept, onder hen ons geacht medebestuurslid, den heer Joseph Möller.
Doch de opengevallen plaatsen zijn niet onbezet gebleven, de H.E.G. heer Mr. Th.I.A. Nuyens, Gouverneur der Kolonie, treedt thans als beschermheer en eerevoorzitter op; de heer W. van den Brink bezette in het bestuur den zetel van den heer Möller.
De leden zijn verdeeld als volgt: op Curaçao 249, Aruba 42, Bonaire 24, St. Martin 10, St. Eustatius 6, Saba 5 en in het buitenland 10, zoodat op 31 Dec. 1909 de Groep 346 leden telde, d.i. 36 meer dan in 1908. Tal van jongelieden hebben zich tot ons gewend om studiebeurzen, enkelen zijn reeds naar Nederland vertrokken, vertrouwende, dat zij door ons gesteund zullen worden. Reeds ontvangen in Nederland 3 jongens steun, op Curaçao thans 3 (één heeft dit jaar de school verlaten) op St. Martin 1. Het bestuur beraamt de middelen om aan geld te komen. Reeds is door het bestuur der Kolonie op het Ontwerp-Begrooting 1911 de jaarlijksche steun aan de Groep met f 250. - vermeerderd. De Groep is den H.E.G. heer Gouverneur der Kolonie zeer erkentelijk voor zijnen steun.
Een oproep aan de leden tot vermeerdering hunner bijdragen heeft ten gevolge gehad, dat 41 hunner thans meer dan de gewone jaarlijksche bijdrage betalen.
Aan de Redactie van de Amigoe di Curaçao, die kosteloos de notulen onzer vergaderingen opneemt, zij hierbij een woord van dank gebracht. De verdeeling van de uit Nederland voor de noodlijdenden ontvangen gelden heeft in den loop van 1909 plaats gehad en met de te laat ingekomen gelden is een fonds van het A.N.V. opgericht.
De geboorte van Prinses Juliana werd feestelijk herdacht, waarbij wederom door de Curaçaosche bevolking ondubbelzinnige blijken van gehechtheid aan het Vorstelijk Huis zijn gegeven.
De moeilijkheden aan de oprichting der Jongelieden-Afdeeling verbonden schijnen thans overwonnen te zijn.
Met medewerking der Groep zijn in den loop van 1909 de volgende lezingen gehouden:
‘De Toekomst van Curaçao in verband met het Panama-kanaal’ door den heer H.P. de Vries;
‘Hudson en de Kolonisatie van Noord-Amerika door de Nederlanders’ door den heer C.K. Kesler;
‘Het eiland St. Eustatius’ door den heer J.L.C. Monsanto.
De eerste lezing werd door de vereeniging in druk uitgegeven.
In den loop van 1909 werden fraaie platen, voorstellende de Koninklijke Familie met het Prinsesje, onder de leden verspreid.
Van de onder-Afdeelingen kan het bestuur mededeelen, dat die op Saba zich in het laatste jaar bijzonder ijverig heeft betoond.
De Secretaris-Penningmeester,
C.S. GORSIRA J.P.Ez.