Buitenland
Aankomst te Teheran van den nieuwen Gezant
Sinds het vertrek van Z. Exc. Jonkheer J.E. de Sturler, hetwelk den 12en Nov. 1908 plaats vond, kwam er als het ware eene soort van neerslachtigheid onder de Hollandsche kolonie, nog verhoogd door de binnenlandsche onlusten in Perzië gedurende den zomer van 1909. Gelijk uit de rapporten bleek ondervond de handel van Holland, zoowel in- als uitvoer, een terugslag van meer dan de helft gedurende het tijdvak 1908/'09. Edoch, de Hollandsche kolonie verloor de hoop niet en zag dan ook de benoeming van een nieuwen vertegenwoordiger Harer Majesteits' regeering met ongeduld tegemoet.
Eindelijk kwam een telegram uit Rescht, dat Z. Exc. den 8en Mei, 's namiddags één uur, te Teheran zou aankomen. Ditmaal was de gelegenheid gunstiger dan in 1906 en werd aan de kolonie den tuin van Z. Exc. Moayer el Mamalek (tegenwoordig gouverneur in Rescht) voor de ontvangst afgestaan. Klokke half tien, togen de heeren der Hollandsche kolonie naar Moayerebad.
Reeds bij het vertrek uit Teheran werd getelefoneerd dat de minister in Chahabad was aangekomen (Chahabad ligt ongeveer 26 Kilometers van Teheran en is het laatste poststation alvorens men de hoofdstad van Perzië bereikt). Daar in de stad toebereidselen gemaakt waren om den minister niet vóór vier uur te ontvangen, kon de reis langzaam gemaakt worden. Precies om één uur kwamen de reiswagens in zicht en een kwartier na één uur stapte Z. Exc. de heer W.J. Oudendijk uit het rijtuig. Na voorstelling der leden van de Hollandsche kolonie en een aangenaam onderhoud, begon te drie uur de feestelijke optocht naar de hoofdstad.
Buiten de stad, waar een regiment Perzische Kozakken stond, werd overgestapt in het statierijtuig van Zijne Majesteit den Shah van Perzië. De optocht in de stad begon om half vier en precies vier uur onder het tromgeroffel der eerewacht, besteeg de minister de trappen van het legatiegebouw. Na de begroeting en voorstelling der officieele beambten, werd een hartelijk afscheid genomen.
Moge ons aller wensch, de wederopbloei van Holland's naam en handel in Perzië, vervuld worden.
J.P. DE HOOG,
Vertegenw. van het A.N.V. voor Perzië.
Teheran, 24 Mei 1910.