Amerika.
Nederlandsch Stambelang.
In mijne gezindheid, om over de Nederlanders en het Nederlandsch in Amerika gegevens te verzamelen, die ons stambelang ten dienste zouden kunnen zijn, heb ik de vernieuwde overtuiging opgedaan, dat de Hollanders een soort individualisme tot een nadeelig uiterste drijven.
Mijne ervaring was, dat geene belangstelling getoond werd en geen acht geslagen werd op het verzoek in Neerlandia, om met plaatselijke kennis de algemeene te verrijken.
In het kaartje van het April-nummer met een schetsje der Nederlandsche dagbladen in Amerika is beknopt weergegeven de verspreiding en sterkte der Nederlanders. Maar ze schijnen niet te beseffen, dat bijzondere kennis aangaande deze nederzettingen, den Holland-Amerikanen zoowel als de landverhuizende Nederlanders ten bate kan zijn. Kennis is macht, vooral wanneer deze organiseerend optreedt.
‘Elk voor zich en God voor ons allen’ is eene brutale onwaarheid, waarmee zelfzucht onverschilligheid tracht te rechtvaardigen. De menschen hebben nu eenmaal elkaar noodig.
‘Uit der menschen duizendtallen
Leeft niet een zich zelf alleen.
Allen steeds voor allen.’
Een zekere belangeloosheid, zich uitende in eene breede vaderlandsliefde, een sympathiek stamgevoel wordt te veel gemist onder de Nederlanders. Het is de praktische toepassing van menschelijkheid op het gebied der vaderlandsliefde. Het stamverwante behoort den Nederlander (en Duitscher en elken soortgenoot) aan te trekken in persoon, taal, onderneming of wat ook.
Ons Oud-Hollandsch devies dient in eere gehouden te worden; ‘Concordia res parvae crescunt’. Het eenheidsgevoel, eene soort solidariteit, is eene groote hulp in den strijd om het bestaan. Nederlanders behooren verband met elkaar te hebben, voeling te houden, gevoel te hebben voor den mensch in 't algemeen, maar dat beteekent voor den Nederlander in 't bijzonder. Een Nederlander of iets Nederlandsch dienen met meer hartelijkheid te worden bejegend dan het vreemde. Het is immers natuurlijk, dat ons hart het eerst uitgaat naar wat ons 't naaste ligt. Laat niemand toegeven aan een verkeerd begrepen, voorgewende breedheid van opvatting, die onpartijdigheid veinst voor wat toch eigenlijk zelfmiskenning is.