ter voortdurend aan de verbetering van dezen verkeersweg gewerkt.
De commissie, belast met het toezicht op die verbeteringen, bestaat uit een vertegenwoordiger der Chineesche regeering, het hoofd der douane te Tientsin, een der daar gevestigde consulaire ambtenaren en een vertegenwoordiger van den buitenlandschen handel te Tientsin.’
Deze commissie heeft in haar dienst een Nederlandsch hoofd-ingenieur, den heer J.C. Vliegenthart, en voor de baggerwerken wordt ook Nederlandsch materiaal gebruikt, terwijl de mogelijkheid niet is uitgesloten dat nog meer Nederlandsche werkkrachten en fabrikaten in de toekomst geplaatst zullen kunnen worden.
Het eerste plan der verbetering werd aangegeven door den ingenieur De Linde, en bestond in het uitdiepen van een kanaal in de rivier. Daarna stelde hij voor, een tweetal doorsneden te maken om de moeilijke bochten in de rivier te vermijden. Alle deze plannen slaagden naar wensch.
Toen gaf de heer Ferguson, eveneens een Nederlander, werkzaam bij de Keizerlijke douane, aan de hand een kanaal te graven in de bank voor de monding der rivier. Dit plan werd door hem met veel succes uitgevoerd.
Voor de verdere werken, het maken eener vierde doorsnede en de verbetering van den waterstand, is de aankoop van twee baggermachines noodig. De baggermachine voor de rivier is reeds in Nederland besteld.