Fotografieën.
In de Handelsberichten van het Ned. Ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel van 20 Jan. komt een verslag voor van de Ned. commissie voor de Internationale Fotografie-tentoonstelling, welke in 1909 in Dresden is gehouden.
Het verslag zegt: ‘Afdeeling III omvatte de amateur-fotografie. Dank zij de goede zorgen van den heer Bispinck - hier was Nederland met 67 nummers vertegenwoordigd - mocht men deze afdeeling, wat ons land betreft, bijzonder geslaagd noemen... De onderscheidingen die behaald konden worden, waren in groep Ia en II: eereprijzen, voor zeer bijzondere verdiensten, belangrijke vorderingen en ontdekkingen en in de groepen zelf: diploma's voor gouden en zilveren medailles. Van deze onderscheidingen werd, wat Nederland betreft, in afdeeling Ia de eereprijs toegekend, de hoogste onderscheiding; hier namen 37 landen aan den wedstrijd deel. Nederland behaalde hier met Oostenrijk de hoogste onderscheiding.
In afdeeling II, verwierf Nederland twee diploma's voor gouden en zes diploma's voor zilveren medailles.
In belangrijkheid had deze Nederlandsche afdeeling nummer 3, Amerika 1 en Duitschland nummer 2. Het succes, door Nederland hier behaald, blijkt ook uit de omstandigheid, dat het 10 pCt. van de toegekende bekroningen aan vakfotografen ontving.
In afdeeling III, amateur-fotografie, werden geene onderscheidingen in rangorde gegeven. Zooals vermeld, werd, na zeer strenge keuring der toelatingsjury, de aanneming in de keurcollectie als onderscheiding gerekend. De uitslag der strenge beoordeeling was dan ook, dat het tentoongestelde hoogst verdienstelijk werk was, waaronder alle Nederlandsche amateurs een goed figuur maakten.
Wanneer men ten slotte de onderscheidingen, door Nederland behaald, vergelijkt met die der andere landen, dan kan van ons beslist succes op deze tentoonstelling gesproken worden.’