Neerlandia. Jaargang 14
(1910)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNoord-Nederland.Beknopt verslag der vergadering van het Bestuur van Groep Nederland op 8 Dec. 1909 te Rotterdam.Aanwezig de dames E. Baelde en Dr. C.C.v.d. Graft en de heeren Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, voorzitter; Mr. A.H. Brandt, Marc. Emants, Dr. W. van Everdingen, Dr. N. Mansvelt, Jhr. H. Smissaert, Dr. J.B. Schepers en C. van Son, secretaris. | |||||||||
Punt I. Notulen der vorige vergadering.Deze worden onveranderd goedgekeurd. | |||||||||
Punt II. Ingekomen stukken en mededeelingen, o.a.:Aan het bestuur is gevraagd of het waar is, dat Duitsche scholen in Rotterdam en Amsterdam van de Ned. Regeering een subsidie genieten. Een onderzoek, dat nog niet in ziin geheel is afgeloopen, heeft reeds aangetoond, dat het feit bestaat, maar in dien zin, dat de desbetreffende scholen evenals bijzondere scholen voor subsidie volgens de wet in aanmerking komen.
Van Zuid-Afrikaansche zijde is de wenschelijkheid uitgesproken, dat Nederland een vertegenwoordiger zou zenden naar de Unie der Zuid-Afrikaansche kerken te houden in 1910. Door gebrek aan fondsen is er weinig kans op verwezenlijking.
Schrijven omtrent de wenschelijkheid om Nederlandsche werklieden uit Duitschland uit te wisselen tegen Duitsche werklieden in Nederland werkzaam. De vergadering acht dit voor het A.N.V. niet wel mogelijk. Medegedeeld wordt, dat de Boeken-Commissie al vijf bibliotheken op verzoek van Duitsche onderwijzers voor de kinderen van Nederlandsche werklieden heeft gezonden. In dat opzicht is er dus wel iets te doen. De vergadering acht uitbreiding in die richting gewenscht.
Schrijven van Mr. A.B. Cohen Stuart met voorstel omtrent een nieuw bestuur voor Stamverkeer wegens zijn a.s. vertrek naar Oost-Indië. Met algemeene stemmen besluit de vergadering den heer Cohen Stuart een schrijven van dankbetuiging te zenden, voor al wat hij tot heden voor 't A.N.V. heeft gedaan.
Schrijven van de Vereeniging van Hoofden van Scholen, waarin wordt medegedeeld, dat de vraag omtrent de wenschelijkheid der afschaffing van het Fransch als toelatingseisch voor Gymnasia en H.B.S. in de Afdeelingen der vereeniging aan de orde is gesteld. Een der leden is van oordeel, dat het A.N.V. voorloopig niets hieraan moet doen, daar hem ter oore is gekomen, dat de ineenschakelings-commissie voor het onderwijs zich met de kwestie bezig houdt. Aldus besloten.
Door de Redactie van Neerlandia is een poging aangewend om voor het tennis-spel een reeks Nederlandsche namen te verkrijgen. Het verzoek was gericht tot de Jongel.-Afd. Haarlem, die een lijstje zond. Een deskundig lid verklaart zich bereid eens na te gaan of de voorgestelde termen aanbeveling verdienen. | |||||||||
[pagina 10]
| |||||||||
Medegedeeld wordt een gerucht als zou het tweede (industrieel of reclame) -gedeelte van het Boek over Nederland niet doorgaan. Een der leden bevestigt dit, maar deelt mee, dat het Boek een aantal hoofdstukken over verschillende onderwerpen zal bevatten. Men is zoo gelukkig geweest zich een uitgebreiden kring van deskundige en wetenschappelijke medewerkers te verzekeren. De bedoeling is het werk in het Nederlandsch en het Fransch vóór de Brusselsche Tentoonstelling klaar te hebben. Het zal 800 bladz. groot worden en ⅓ gedeelte door foto's worden ingenomen. Een der damesleden spreekt er haar verwondering over uit, dat geen enkele dame aan het boek meewerkt.
Schrijven van een Leidsch student, waarin hij meedeelt op de plaats in het vaderland, waar een Haagsche modezaak in het Engelsch werd aanbevolen een aankondiging te hebben laten plaatsen van den volgenden inhoud: ‘Beleefd verzoek aan de Haagsche dames, om in geen enkel opzicht te bevoordeelen hen, die goed en waarschijnlijk zelfs deftig meenen te doen, door zich aan te bevelen in in het Fransch, Engelsch of andere vreemde talen gestelde advertenties. In Nederland Nederlandsch!’ | |||||||||
Punt III. Deelneming aan de Brusselsche Tentoonstelling.De Regeeringscommissie zal met steun van het A.N.V. een paviljoen bouwen, bestemd voor een tentoonstelling van wat op de Groot-Nederlandsche Beweging betrekking heeft. De inrichting zal hoofdzakelijk aan het A.N.V. worden overgelaten. Het is gewenscht hiervoor een commissie uit het bestuur te benoemen. Voorgesteld en benoemd worden de heeren Dr. W. van Everdingen, Frederik Rompel en C. van Son. | |||||||||
Punt IV. Hervorming van den Raad van Bijstand.De noodzakelijkheid hiervan wordt aangetoond. De Raad heeft zich nooit doen gelden en wederkeerig heeft het Bestuur slechts een keer een beroep op dien Raad gedaan. Pogingen daartoe zullen worden aangewend. Een der leden dringt er op aan, dat de leden van den Raad van Bijstand voortaan door de Afdelingsbesturen zullen worden uitgenoodigd op vergaderingen en avonden, om hun belangstelling ook voor het Afdeelingsleven gaande te maken. Nog wordt gewezen op de dringende noodzakelijkheid, dat het A.N.V. niet langer afhankelijk blijve van de kleine bijdragen der leden, vooral nu het meer en meer als een invloedrijk lichaam wordt erkend, getuigen de debatten in de Tweede Kamer en het optreden daar van den heer De Kanter, oud alg. secretaris-penningmeester van het A.N.V. Met algemeene stemmen wordt besloten aan den heer P.J. de Kanter een schrijven van dankbetuiging te richten voor het verdedigen der Ned. onderwijsbelangen in den vreemde. | |||||||||
Punt V. Werkzaamheid der Afdeelingen.Het Dag. Bestuur klaagt er over, dat van sommige Afdeelingen niets wordt gehoord. In een rondschrijven heeft het de Afdeelingsbesturen nog eens op het hart gedrukt toch alles aan te wenden wat kan dienen om de belangstelling in het A.N.V.-streven te wekken en onderhouden. Sommige leden achten Verbondsavonden niet noodig en lezingen uit den tijd. Een ander acht den tijd van lezingen voorbij en meent dat die Afdeelingen welke zich bepalen tot het verleenen van subsidies aan nuttige instellingen als b.v. de Boeken-Commissie, ook hun plicht doen. Nog wordt medegedeeld, dat de Afd. 's Gravenhage en Leeuwarden belangrijke uitvoeringen voorbereiden. | |||||||||
Punt VI. Propaganda-Commissie.Door het a.s. vertrek van Mr. Cohen Stuart is de Propaganda-Commissie onvolledig. Zij zal door de a.s. Algem. Vergadering aangevuld moeten worden. De Propaganda-Commissie vergaderde kort na haar benoeming gedurende den zomer herhaaldelijk te 's Gravenhage en maakte verscheiden plannen voor samenwerking met de Afdeelingen. Ook werd de samenstelling besproken van een propagandaboekje, dat thans in copie ongeveer gereed is. Het Dag. Bestuur geeft in overweging zijn leden voortaan zoo weinig mogelijk in commissiën voor bepaalde aangelegenheden te benoemen, wier instelling juist bedoelt het vaak overladen secretariaat eenigszins te ontlasten, anders komt het voornaamste werk toch voor zijn rekening. | |||||||||
Punt VII. Stichting van Afdeelingen.Medegedeeld wordt, dat het daarmee niet vlot gaat. De stichting te Harlingen wordt nog ontijdig geacht. Van Dordrecht uit is gewerkt aan een Afd. Gorinchem, die misschien spoedig tot stand zal komen. Burger- en Jongel.-Afd. Maastricht zullen niet zoo lang meer op zich laten wachten. Tilburg telt nog te weinig leden. Over het algemeen is het moeilijk de menschen voor een vergadering bijeen te krijgen. | |||||||||
Punt VIII. De Algemeene Vergadering in Maart.Het Dag. Bestuur wijst er op, dat het Groepsbestuur de dagorde zoo belangrijk mogelijk dient te maken en dus naar gewichtige punten van behandeling dient uit te zien. Genoemd worden o.a.: Het nut der Jongel.-Afd. en het werk der Afdeelingen. Het Dag. Bestuur hoopt op belangrijke voorstellen der AfdeelingenGa naar voetnoot*). Ten slotte komen nog ter sprake:
De Secretaris, C. VAN SON. Een der beste middelen om de beginselen van het A.N.V. te verbreiden is: |
|