Neerlandia. Jaargang 13
(1909)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOost-IndiëVerslag van de Groep Nederlandsch-Indië van het Algemeen Nederlandsch Verbond over het verslagjaar 1908Ga naar voetnoot1).Waar in artikel 1 van het nieuwe Groepsreglement is bepaald dat het vereenigingsjaar loopt van 1 Jan. tot 31 Dec., verdient het aanbeveling de jaarverslagen te doen loopen over kalender-jaren. Het vorige verslag (afgedrukt op blz. 42 van Ons Volksbestaan 1908) loopt tot Mei 1908, zoodat thans volstaan kan worden met het doen van mededeelingen over het tweede gedeelte van dat jaar. | |
[pagina 249]
| |
Een kort tijdvak dus, maar één dat rijk was aan moeilijkheden en waarin veel veranderde. De heer J. Kuneman toch legde na eenige jaren secretaris-penningmeester te zijn geweest, naar aanleiding van klachten over zijn beheer, dit ambt onverwachts neder, vóórdat hij voldaan had aan zijn toezegging een overzicht van de geldmiddelen op te maken. Met dit werk - zeer bemoeilijkt en vertraagd door de aanvankelijke weigering van den heer K. om zelfs de noodige inlichtingen te verstrekken - later, slechts na herhaalde vergeefsche pogingen met moeite eenigermate verkregen, belastten zich nu de heeren La Chapelle en Rooker, later bijgestaan door de heeren Middelberg en Schumann, die aan het licht brachten dat de Groep in den laatsten tijd ver boven haar krachten had geleefd - gevolg o.a. daarvan, dat de ledenlijst niet behoorlijk bijgehouden bleek - en dat de administratie niet zóó was ingericht als wel wenschelijk was, zoodat ingrijpende veranderingen noodig bleken. Hiervoor was noodzakelijk een flinke secretaris-penningmeester, maar het gelukte niet dien te vinden. Eén titularis bleek niet opgewassen voor deze, onder de gegeven omstandigheden, lastige taak, een volgende meende dit van zich zelf, zoodat op het einde van het verslagjaar een van de bestuursleden de functie waarnam. Toen was echter reeds in beginsel besloten dat de secretaris-penningmeester zou worden bijgestaan door een administrateur - geen lid van het bestuur - voor het bijhouden van de ledenlijst, het innen van de contributies en het verzenden van Neerlandia, een regeling die op de oude vóór heeft, dat de secretaris-penningmeester tijd overhoudt voor het eigenlijke secretariswerk: de briefwisseling met het Hoofdbestuur, Afdeelingsbesturen enz.; hetgeen bij de oude werkwijze wel eens in de verdrukking geraakte. Wij meenen dat de administratie thans op een goeden grondslag is ingericht en vertrouwen dat niet meer zal behoeven te worden geklaagd over het onbeantwoord laten van brieven, gebrek aan samenwerking enz. Het behoeft wel geen betoog, dat met deze reorganisatie niet alles bij tooverslag in orde was; integendeel het ordelijk inrichten van de administratie is een werk dat zeer veel tijd en moeite heeft gekost, niet alleen van den administrateur maar het geheele bestuur. Dat is dan ook de reden dat er in het tijdperk, waarover thans verslag wordt uitgebracht, zoo weinig is gedaan. Dit houdt natuurlijk ook verband met de geldmiddelen, waarover 't Groepsbestuur beschikken kan. De inkomsten zijn zeer gedaald door de regeling van de verhouding der contributies van de Afdeelingen en 't verminderd aantal leden. Een gevolg van de geldelijke moeilijkheden van de Vereeniging was, dat het orgaan Ons Volksbestaan moest worden opgeheven. Het ligt in de bedoeling spoedeischende mededeelingen en besprekingen over speciaal Indische zaken, naar behoefte, ter kennis van de leden te brengen op een afzonderlijk blaadje dat met Neerlandia wordt verzonden. Wij kunnen verder slechts enkele mededeelingen doen. Het nieuwe Groepsreglement verwierf de goedkeuring der Regeering, waarna het mogelijk was het door de Afdeeling Batavia ingediend ontwerp-Afdeelingsreglement vast te stellen, hetwelk in de eerste dagen van 1909 in de Javasche Courant verscheen. Ook de andere Afdeelingen zullen hun reglementen moeten herzien in verband met het nieuwe Groepsreglement. Onze afgevaardigden in het Hoofdbestuur bleven allen in functie. Wij zijn de heeren Bosboom, Dr. Muller, Pijnacker Hordijk en Mr. Van Deventer ten zeerste verplicht voor de aan de Groep daardoor bewezen diensten. Tot bevordering van meerdere samenwerking met 't Hoofdbestuur - waartoe besloten was naar aanleiding ook van de mededeelingen van onzen afgevaardigde in Nederland, den heer Pijnacker Hordijk, waarvan in 't vorige jaarverslag melding gemaakt is - werden eenige maatregelen genomen, die reeds gewenschte verbetering ten gevolge hadden. Met een enkele uitzondering bleek het nut van de vertegenwoordigers in lndië gering. Mogelijk is dit een terugslag van de slechte administratie en zal bij verhoogde werkzaamheid van het Groepsbestuur ook meer belangstelling door de vertegenwoordigers worden getoond. In het Groepsbestuur kwamen verschillende veranderingen. Behalve de heer Kuneman bedankten de leden E.A.E. Kalshoven en Mr. P.J. Gebel wegens vertrek naar Nederland, terwijl gekozen werden de heeren Mr. A.C.H. Graafland, rechterlijk ambtenaar, M. Middelberg, ingenieur bij de Nederlandsch Indische Spoorweg-Maatschappij, H.J. Vermeer, officier der Infanterie, J.A.M. Bron, hoofdofficier bij de Koninklijke Zeemacht en J.W. Roessingh van Iterson J.Azn., ambtenaar bij het Departement van Financiën. De perscommissie, de heeren La Chapelle, Kalshoven en Schumann, slaagde er niet in antwoord te krijgen van den Nederlandsch Indischen Journalisten Kring in zake het bestrijden van onjuiste of lasterlijke berichten betreffende het Nederlandsche volk in de Indische pers en liet deze aangelegenheid daarom rusten. Daar de meerderheid van het Groepsbestuur invoering van de vereenvoudigde spelling van het grootste gewicht acht voor het grondig leeren van de Nederlandsche taal op de lagere scholen, werd deze zaak aan de orde gesteld. De voordeden van de vereenvoudigde spelling werden uiteengezet in een artikel in Ons Volksbestaan en aan de Afdeelingsbesturen werd verzocht de spellingkwestie op een ledenvergadering te doen inleiden, een en ander met het plan bij referendum door de leden te doen uitmaken, of de Groep zich vóór de Vereenvoudigde zal verklaren. Deze zaak kwam in het verslagjaar niet tot eene oplossing. Dit was ook het geval met meerdere aangelegenheden die wij daarom voor het volgende verslag willen bewaren. Maar wat wel tot een oplossing kwam, zij het dan ook geen afdoende, is de door het Groepsbestuur bij verzoekschrift van 19 Febr. 1906 aanhangig gemaakte kwestie van de afschaffing van het Fransch op de lagere school. De Regeering antwoordde dat het verzoek om het Fransch af te voeren als leervak van de lagere school en de kennis van die taal voor de toelating tot de Hoogere Burgerscholen ‘niet kan worden ingewilligd vermits het middelbaar onderwijs in Nederlandsch-Indië in hoofdzaak behoort overeen te stemmen met dat in Nederland en in verband hiermede de eisch van eenige kennis van de Fransche taal voor de toelating tot de eerste klasse der openbare Hoogere Burgerscholen hier te lande niet kan vervallen, weshalve die taal ook niet als leervak kan worden gemist op de openbare Europeesche lagere scholen, welke sterk worden bezocht door leerlingen, die bestemd zijn later het onderwijs aan een Hoogere Burgerschool hier te lande of in Nederland te volgen.’ Thans moge een overzicht volgen van de verslagen der Afdeelingen. | |
Batavia.De letterkundige Maurits Wagenvoort hield een zeer belangrijke lezing waarvan de titel was: ‘Anecdotische schets van het leven onzer Vaderen in lndië (Hindostan) en Ceylon’, ook werd den leden toegang verschaft tot voordrachten van Albert Vogel en den Consul-Generaal te Melbourne W.L. Bosschart. De Volksleesgezelschappen werden gereorganiseerd, ten einde deze meer aan de oorspronkelijke bedoeling te doen beantwoorden. Het bestuur ging voort met het verzamelen, uitzoeken en opzenden van gebruikte postzegels voor | |
[pagina 250]
| |
Groep België. Er wordt geklaagd over gebrek aan medewerking in deze. De samenstelling van het bestuur onderging eenige wijziging. De leden F.W.A. Neeterson en H.F. Roll, alsmede de penningmeester D.A. Hooyer legden wegens vertrek naar Europa het bestuurslidmaatschap neder, terwijl de heeren J.M.H. van Oosterzee en J.W. Roessingh van Iterson J. Azn. als voorzitter en secretaris bedankten. Ter vervanging van genoemde heeren werden gekozen tot voorzitter de heer E. Meertens, Resident van Batavia, tot secretaris-penningmeester Mr. J.C. Kielstra, ambtenaar ter beschikking van den directeur der B.O.W. en tot bestuurslid de heer O.R.A. Michelsen, lid der firma G. Kolff & Co. en F.L. Pannekoek, ambtenaar bij den dienst der in- en uitvoerrechten. Behalve de heer Meertens namen deze heeren de benoeming aan. Het ledental liep van 294 tot 244 terug, terwijl de toestand der geldmiddelen onbevredigend wordt genoemd. | |
Semarang.Toynbee-werk. Zooveel mogelijk werden maandelijks voordrachten gehouden; behandeld werden drankmisbruik, huiselijke opvoeding, lijkverbranding, gezondheidsleer, informatie-bureaux, coöperatie. Verder werden zooveel mogelijk maandelijks kleine geschriften verspreid onder een deel der Indobevolking, welke vlugschriftjes tot titel hadden: Informatie-bureaux, Iets over sterken drank, Zorg voor de opvoeding, Gemeenteraad, Opvoeding, Coöperatie. De Toynbee-arbeid gaf het bestuur geen voldoening; de opkomst op de voordrachtavonden was zoo gering, dat het bestuur gemeend heeft deze volksvoordrachten te moeten staken. Voor de leden werd een voordracht met lichtbeelden gehouden door den heer Terlaak over Noordpoolreizen. Malaria-brochure. Het bestuur kocht 500 exemplaren aan van het malaria-vlugschrift van Dr. Terburg ter verspreiding onder de minderbedeelden in de ongezonde wijken der stad. Ledental. Dit bedroeg op 31 Dec. 1908 97 tegen 100 aan het begin van dat jaar. Bestuur. De voorzitter W.F.H. Anemaet zag zich wegens ziekte en daarop gevolgd verlof naar Europa genoodzaakt te bedanken, terwijl de heer J.G. van Lookeren ontslag nam wegens drukke bezigheden. Toekomst. Het bestuur heeft gemeend binnen de perken van de Statuten een nieuw programma van actie te moeten samenstellen, waarbij op den voorgrond is gesteld dat de leden het recht hebben meer op de hoogte te worden gehouden van den algemeenen gang van zaken, dan tot nu toe het geval was, terwijl aan de Afdeeling Nederlandsche letterkunde, muziek en kunst bijzondere aandacht zal worden geschonken. | |
Buitenzorg.Het ledental steeg van 46 tot 52. De leergangen in de Nederlandsche taal van den Indischen Bond, later van de Vereeniging tot instandhouding der Buitenzorgsche leergangen, werden gesteund. Tot het steunen van de Vereeniging ‘Vooruitgang’ die de leergangen van de laatstgenoemde heeft overgenomen, meende het bestuur niet te mogen overgaan, voordat een commissie advies had gegeven over de inrichting der leergangen, die van deskundige zijde een scherpe kritiek hadden moeten verduren. Hoewel dit verslag nog niet openbaar was gemaakt, kon het bestuur mededeelen, dat het onderzoek der commissie geen aanleiding heeft gegeven de subsidie aan de Vereeniging ‘Vooruitgang’ te onthouden. Het leesgezelschap ‘De Goedkoope Leerkring’ werd wederom beheerd door Dr. W. van Lingen. Het verslagjaar eindigde met een klein nadeelig saldo, als gevolg van vermindering van het ledental. Door middel van een plaatselijk orgaan zou getracht worden het aantal leden weder te doen toenemen. De leesstof werd eenigszins gewijzigd. Dr. Van Lingen, die zich voor het leesgezelschap zeer verdienstelijk heeft gemaakt, moest wegens ziekte naar Europa vertrekken. Hij werd vervangen door den heer Adr. Binkhorst. De werkzaamheden hebben zeer geleden onder de vele wijzigingen in de samenstelling van het bestuur. De voorzitter, de heer J. Einthoven, de penningmeester Dr. W. Boorsma en de heer H.J. van Brink verlieten de plaats, terwijl de heer Th.A. Grivel wegens drukke bezigheden bedankte. Voorzitter werd eerst de heer C.J. Feith, later de heer A.J.W. Harloff, terwijl de heer H.H. Zeylstra Fzn. als secretaris penningmeester en mejuffrouw L.Ch. Slot als commissaresse optraden. | |
Kedoe.Geen verslag ontvangen. | |
Ternate.Alweder geen verslag ontvangen.
Is dus blijkens het vorenstaande de toestand van de Groep eenigermate veron rustend, het bestuur hoopt er in te slagen de Groep weder tot bloei te brengen. Ondervonden belangstelling en medewerking geven daarop hoop. Maar vóór alles is noodig aanzienlijke versterking van het achteruitgeloopen ledental. Hierin verbetering te brengen is de eerste plicht van alle leden. HET GROEPSBESTUUR. |