Het spreekt van zelf dat de uitgestrekte suikerriettuinen, waar het riet groeit en gesneden moet worden, geheel buiten het hierboven beschreven terrein gelegen zijn; deze strekken zich meestal ten zuiden van de onderneming uit. Het riet wordt uit die velden met treinen aangevoerd; in den snij- en maal-tijd dagelijks 20000 picols, geladen op 500 rietwagens, waarvoor een trekkracht aanwezig is van 18 locomotieven van 40 P.K. Indien - zooals het plan is - de fabriek in 1910 wordt uitgebreid zullen dagelijks 40000 picols op 1000 rietwagens met 28 locomotieven vervoerd worden.
Een hospitaal, waaraan een Europeesch geneesheer verbonden is, afzonderlijk gebouwd aan de rivier Djatiroto, die het terrein aan de oostzijde begrenst, moet dienen in geval de Javaansche arbeiders ziek worden. Ten behoeve van het Europeesch personeel en de Javaansche werkers is een buisleiding aangelegd, die goed zuiver drinkwater aanvoert van een 7 K.M. ten noorden van het fabrieksterrein gelegen bron.
De onderneming behoort aan de Handelsvereniging ‘Amsterdam’ en zal na de voorgenomen uitbreiding, in 1910 de grootste op Java zijn.
Voor bijzonderheden omtrent de inrichting der eigenlijke fabriek, die aan alle eischen van den nieuwen tijd schijnt te beantwoorden, moet verwezen worden naar het nummer 26 van de Indische Mercuur (Bijvoegsel). Ten slotte zij nog vermeld dat de machineriën werden geleverd door Gebr. Stork & Co. te Hengelo, de Hallesche Maschinenfabrik & Eisengiesserei te Halle/Saale, the Mirrlees Watson Comp. en Pott, Cassels & Williamson te Glasgow en Machinefabriek Dapoean v/h. firma Younge & Gill te Soerabaja. De fabrieksgebouwen en kranen werden geleverd door Gebr. Stork & Co. te Hengelo.
Uit het medegedeelde moge blijken van hoeveel omvang en belang zoo'n suikeronderneming is, en tevens dat ook de Nederlandsche nijverheid haar aandeel in het bestaan van de grootste bron van welvaart voor Java heeft.