Neerlandia. Jaargang 13

Uit het jaarverslag der Afdeeling Berlijn.

Eén van de eerste besluiten in 1908 genomen is de oprichting van eene afdeeling tot het houden van voordrachten, om het gezellig verkeer, vooral onder de leden, maar ook onder de hier wonende landgenooten te bevorderen.

Het is verblijdend, dat er onder de leden steeds een opgewekte geest heerscht en dat men gewoonlijk geen gelegenheid voorbij laat gaan, om voor haar propaganda te maken. Daarom wilde men ook een uiterlijk teeken hebben, waaraan een ieder kan zien, dat wij Nederlanders zijn, die, hier vereenigd, een klein Holland vormen. Aan dit verlangen werd gevolg gegeven door het aanschaffen van een vereenigingsteeken.

Van groot gewicht waren de besprekingen, die gehouden werden over 't oprichten van een Spaarbank. De heeren Brouwer, Polak en C. van Heusden maakten een goed ontwerp. De heer Van Wielink verklaarde zich bereid administrateur van de spaarkas te zijn. Tot den 31en December 1908 werden reeds 167,65 Mark spaargelden gestort, daarentegen slechts een Mark uitgekeerd.

Als een zeer nuttige inrichting is ook de bibliotheek te beschouwen, want vele leden maken hiervan voortdurend gebruik. Jammer, dat de bibliothekaris over zoo weinig boeken beschikken kan. De heeren Dr. G. Hesselink en D.P. van Lokhorst schonken reeds een mooie verzameling boeken, die door allen gaarne gelezen worden. Dat hun voorbeeld vele navolgers vinde.

Het is een bekende zaak, dat ons volk veel zin voor kunst heeft, in welken vorm zij zich ook voordoet. Vooral voor muziek heeft het gevoel, en dat openbaarde zich ook in het Holl. Gezelschap. Zoo herleefde weer het zangkoor en het zij hier ter eere van den leider vermeld, dat dit koor reeds mooie liederen ten gehoore bracht, hetgeen door velen, bij verschillende gelegenheden, zeer wordt gewaardeerd.

Het bestuur voor 1909 bestaat uit de heeren:

W.F. van Heusden, eerste voorzitter; C.H.F. van Heusden, tweede voorzitter; P.J. van Wielink, eerste secretaris; H. Poelmann, tweede secretaris; D. Slikker, penningmeester.

Den afgetreden leden, mej. Joh. C. Becker en den heer W. Jelsma wordt grooten dank gebracht voor hun ijver en toewijding.

Commissarissen zijn de heeren: H. Polak, D.P. van Lokhorst en W. Umbreit; bibliothekaris is de heer P. Laurie; administrateur van de spaarkas de heer P.J. van Wielink; leider der afdeeling voor voordrachten en feestelijke gelegenheden de heer C.H.F. van Heusden.

In 1908 werden 12 ledenvergaderingen gehouden, die tezaam door 218 leden bezocht werden; dat is in

[p. 155]

doorsnede voor elke vergadering 18 leden. Aangedrongen wordt op trouwer bezoek, waar het aantal leden 60 bedraagt.

Het bestuur hield negen bestuursvergaderingen. De gewone Woensdagavonden bieden menigeen een aangename afwisseling in het maatschappelijk leven. Het beste bewijs hiervoor is de uitstekende opkomst. Maar ook de feesten waren genotvol, zoo b.v. het eerste ‘Jaarfeest’, 't welk gehouden werd op Zaterdag 15 Februari. Ongeveer 125 personen namen hieraan deel. Het werd een gelegenheid voor velen om zich aan te sluiten.

Onvergeten zullen ook de dagen blijven van 25 tot 30 April voor hen, die de tooneelvoorstellingen bezochten van de Nederlandsche Tooneelvereeniging uit Amsterdam, in het Hebbel-Theater alhier. Het bestuur was aangeboden toegangskaarten tegen verlaagde prijzen te verstrekken. Zoodoende werden velen in staat gesteld om in Duitschland's hoofdstad van Nederlandsch tooneelspel te genieten.

Ook zij hier gedacht aan de leerrijke en onderhoudende voordracht over het onderwerp Electrotechniek en de toepassing er van in het dagelijksch leven, gehouden door het medelid, den heer W. Merkens.

Veel genot brachten de gemeenschappelijke uitstapjes in de Berlijnsche omstreken.

Feestelijk en genotvol was ook de avond van den 31en Augustus. Tachtig landgenooten namen in de smaakvol getooide zaal plaats om den geboortedag van Hare Majesteit de Koningin te herdenken. Aangenaam was het en voldaan keerde een ieder huiswaarts; men had weer eens in het vaderland geleefd.

Reeds lang was er behoefte aan een grootere vereenigingszaal. Een prachtige gelegenheid werd gevonden in het nieuw gebouwde eigendom van den Berliner Lehrer Verein, Berlin, Alexander-Platz, in het centrum van de stad. De eerste gezellige bijeenkomst aldaar gehouden vond plaats op den 21en October. Voordrachten brachten op dien avond gezelligheid, maar vooral verrastte de komst van mejuffrouw De Leeuw (Geertruida Carelsen), die uit hare Noord-Hollandsche vertellingen voorlas.

Evenzoo was de avond van den 16en November gezellig. Er waren toen niet minder dan 76 personen aanwezig.

Als laatste feest in 1908 zij hier het St. Nicolaasfeest genoemd, dat dank de goede zorg van het dames-comité, zoo uitstekend slaagde.

Uit het slot nog dit:

‘Maar boven alles wat tot stand gebracht werd staat zeker het feit, dat onze vereeniging een plaats geworden is, waar taal en zeden onzer vaderen gehandhaafd worden. Het is een plaats, waar men in zijn vrije uren een vriendschappelijk verkeer kan onderhouden en waar men met raad en daad ter zijde wil staan en staat. Voor hen, die als hoofd van een huisgezin hier wonen is het een plaats van ontspanning geworden en velen vinden hier dat terug, wat zij door vertrek uit het vaderland moesten missen. Wij vergaderen nu in een gebouw, dat het eigendom is van een Berlijnsche Onderwijzers-Vereeniging. Die vereeniging bestaat reeds vele, vele jaren, maar voor een reeks van jaren opperde men daar het plan reeds om een eigen “Te Huis” te bezitten. Een der leden sprak met warme woorden voor dit ontwerp in een vergadering en zie, een dag of wat later ontving hij per post een pakket, daarin een luimige brief en... een bouwsteen. Dat was het begin van dat reusachtige gebouw waar wij nu vergaderen. Hoe heerlijk zou het zijn, wanneer ook wij eens een bouwsteen zouden ontvangen in den vorm van een “banknoot”, dan zouden wij een Hollandsch Gezelschap te Berlijn in geest en waarheid hebben’.

De Secretaris,

C.H.F. VAN HEUSDEN.