| |
Jaarverslag van het Hoofdbestuur over 1908.
Het is weder een aangename taak verslag uit te brengen over het afgeloopen jaar, omdat er talrijke feiten te boeken zijn, die den gestadigen groei en invloed van het A.N.V. aantoonen.
De vooruitgang moge niet zoo snel gaan als de geestdrifstigsten onder de leden dat wel zouden wenschen, de geschiedenis van het nu reeds officieel 11-jarig bestaan toont, dat het A.N.V. altijd den weg van het ‘langzaam maar zeker’ is opgegaan; hetgeen verband houdt met zijn verspreiding over de wereld en zijn ingewikkelde samenstelling, die met zooveel omstandigheden rekening moet houden.
Gaan wij thans na, wat er in de verschillende rubrieken belangrijks te vermelden valt, waarbij we ons zooveel doenlijk tot de hoofdgebeurtenissen zullen bepalen.
| |
Hoofdbestuur.
In de samenstelling van het Hoofdbestuur kwam weinig verandering. In de plaats van Pastoor Delgeur, die naar de Antillen terugging, werd door die Groep in het Hoofdbestuur afgevaardigd de heer J.A. Snijders Jr., de stichter der Groep, die in den zomer van 1908 in het vaderland teruggekeerd, als Hoofdbestuurder gelegenheid had zijn ijver en werkzaamheid, als Groepssecretaris aan den dag gelegd, in zijn nieuwe waardigheid voort te zetten.
Dr. M. Rudelsheim nam voor Vlaanderen zitting voor den aftredenden nestor A.C. van der Cruyssen, Thans hebben beiden hun rollen weer verwisseld.
De heer J.M. Pijnacker Hordijk bracht een bezoek aan Ned.-Indië en besprak verschillende aangelegenheden met het Groepsbestuur, Mr. W. Thelen (Brussel) maakte een reis naar het Oosten, bezocht Smyrna en hield een samenspreking met het Afdeelingsbestuur daar en Dr. H.J. Kiewiet de Jonge deed een verkenningstocht in en om Aken. Zijn reis naar Zuid-Afrika (zie onder deze rubriek) zet de kroon op den persoonlijken arbeid der Hoofdbestuurders ten opzichte van het Buitenland.
Gedurende zijn afwezigheid nam de onder-voorzitster, mej. E. Baelde, het voorzitterschap waar.
Wil men een juisten graadmeter voor den groei en den invloed van het A.N.V., dan bestudeere men de verslagen der Hoofdbestuursvergaderingen, die in 1908 gehouden werden 7 Maart (Antwerpen), 25 April (Dordrecht), 8 Juli (Antwerpen), 26 Sept. (Dordrecht), 19 Dec. (Dordrecht) en men zal een steeds belangrijker wordende dagorde vinden, die telkens meer medewerking vraagt van alle elementen in het Hoofdbestuur. Een ingestelde Commissie van Voorlichting, waarin zich bereid verklaarden zitting te nemen mej. E. Baelde en Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, bewees reeds vele goede diensten.
| |
Groepen.
Onder de vijf Groepen bekleedt natuurlijk Nederland met haar ongeveer 7000 leden nog immer door uitbreiding van leden- en afdeelingtal, de eerste plaats en zij zal wel doen steeds aan de spits te blijven staan, want naarmate haar ledental zich uitbreidt en meer Nederlanders zich onder haar vaan scharen zal ook de Nederlandsche beweging in het buitenland door hunne betrekkingen aan kracht winnen. Dankbaar mag weer herdacht worden de krachtige steun, dien deze Groep het Hoofdbestuur bood door getrouw aan de zedelijke verplichting haar in art. 2, 2o van haar reglement opgelegd, haar batig saldo zoo hoog mogelijk op te voeren.
Er gaan wel stemmen op om meer gelden te besteden aan het versterken van den hoofdstam, maar zoolang het Hoofdbestuur niet door groote giften, schenkingen, legaten en verhoogde regeeringssubsidie over een flink bedrijfskapitaal de beschikking krijgt, moet die hoofdstam de sappen toevoeren.
Wat de werkzaamheden van Groep Nederland betreft, daarvoor kunnen we verwijzen naar het jaarverslag.
Dit zouden we ook kunnen doen ten opzichte der andere Groepen en daarmee van de Verbondsindeeling afstappen, ware het niet dat enkele punten van het buitenlandsch programma onze bijzondere aandacht trekken.
Vlaanderen, ons zoo nauw verwant, ziet haar ledental in den laatsten tijd weer toenemen. Niets
| |
| |
wordt onbeproefd gelaten om het goed recht der Vlaamsche taal naast de Fransche te bepleiten. Langzaam maar zeker dringt het besef door, dat het Vlaamsche volk alleen op te heffen is door volksontwikkeling in de eigen, in de moedertaal. Het Hoofdbestuur heeft niet geaarzeld steun te verleenen aan de uitgave en verspreiding van het lijvig propagandageschrift ‘De Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool’. Voor dat ideaal wordt reeds jarenlang gevochten met onverflauwden ijver, omdat volledig Vlaamsch Hooger Onderwijs een heilzamen invloed zal uitoefenen op de volksbeschaving. Feitelijk is deze het hoofddoel der Vlaamsche Beweging en in die richting wordt dan ook al vast het noodige gedaan door de Takken, die vele leerzame wetenschappelijke en kunstavonden inrichten en een werkzaamheid ontwikkelen, verscheidene Afdeelingen van andere Groepen tot beschamend voorbeeld.
Groep Vlaanderen vestigde ook een Afdeeling in den Congo en een kenmerkend feit is de oprichting van een Vlaamsch Handelsverbond door den heer Leo Meert, neef van den zoo bekenden Groepssecretaris, die daadwerkelijk wil aantoonen, dat ook de handel vervlaamscht kan worden.
Men begint in te zien, dat een degelijke groepeering der Vlaamsche strijdkrachten alleen de handhaving der rechten van het Vlaamsche volk kan waarborgen en tot het gewenschte doel kan voeren.
Nederland kan daarbij deze Groep tot grooten steun zijn, door in zijn handel, briefwisseling en omgang met het Vlaamsche volk steeds het Nederlandsch boven het Fransch de voorkeur te geven.
Een goed middel om deze gedachte te doen doordringen zijn de bekende groene zegeltjes, steeds verkrijgbaar aan het Hoofdkantoor.
| |
Ned. Oost-Indië.
Wij betreuren het van deze Groep niet met opgewektheid te kunnen gewagen. Veelvuldige verwisseling onder de bestuursleden heeft niet gunstig gewerkt op den gang van zaken. De kosten van het eigen orgaan Ons Volksbestaan en nog andere omstandigheden hebben den stand der Groepskas dermate gedrukt, dat de verplichtingen tegenover het Hoofdbestuur niet konden worden nagekomen.
De uitgave van Ons Volksbestaan is dan ook gestaakt en naar andere bezuinigingen wordt gestreefd.
Moge dat laatste ten volle gelukken.
Een goede daad is reeds, dat het Groepsbestuur de aandacht gevestigd heeft op het te kort aan ambtenaren in N.-I. en den geringen toevloed van Nederlanders voor allerlei betrekkingen. De poging om een inlichtings- en plaatsingskantoor in te stellen voor jongelieden, die een betrekking in Indië zoeken, heeft de aandacht van het Hoofdbestuur.
Het Groepsvaandel in O.-I. moest tot opschrift dragen: Koen's spreuk: ‘Daer can in Indien iets grootsch verricht worden.’ Ook voor het A.N.V.!
Wie daaraan nog mocht twijfelen leze het geschrift van den te vroeg ontslapen jongen Dr. Tehupeiory: De Inlander vóór en na de stichting van het Algemeen Nederlandsch Verbond, met medewerking van het Hoofdbestuur uitgegeven.
Suriname, is een Groep die zich in de 7 jaren van haar bestaan heeft ontwikkeld tot een omvang, welke moeilijk meer uit te zetten is, omdat haar terrein zeer beperkt is. Het ledental zal daar voorloopig wel om en bij de 400 blijven. Behalve het houden van de gewone vergaderingen, beijvert het Groepsbestuur zich daar de nationale gedenkdagen aan te grijpen om feestelijkheden van het Verbond te doen uitgaan tot versterking van het nationaliteitsgevoel. Wordt een held of kunstenaar in Nederland gevierd, Paramaribo blijft niet achter.
Ook deze Groep heeft nu en dan met geldelijke moeilijkheden te kampen, maar weet ze ook te overwinnen.
| |
Ned. Antillen.
Het mag wel eens gezegd worden, dat deze jongste Groep degelijk ingericht is en nauwkeurig aan hare verplichtingen voldoet. Ook de administratieve samenwerking laat niets te wenschen over. Het Groepsbestuur houdt voortdurend voeling met Hoofd- en andere besturen en ijvert voor de ontwikkeling van de eilandbewoners (die in menig opzicht bij de stambroeders in moederland en andere koloniën achterstaan), o.a. door het verstrekken van studiebeurzen aan jongelui van Aruba en Bonaire, die op Curaçao beter onderricht kunnen ontvangen en door enkelen, die daarvoor in aanmerking komen steun te verkenen, wanneer zij hun studiën in Nederland willen voortzetten.
De band met het moederland wordt door een en ander steeds hechter.
Onmiskenbaar is dat gebleken in de moeilijke dagen, toen de Venezolaansche kwestie de Curaçaosche bevolking met honger en ellende dreigde en het Groepsbestuur de hulp inriep van het Hoofdbestuur om door geldelijken steun den nood te helpen lenigen.
Toen het Hoofdbestuur daaraan gevolg gaf, bleek hoe weinig Nederland zich in 't algemeen bekommert om de stambroeders in de verre gewesten, die toch de overblijfselen zijn van onze vroegere ondernemingsgeest en handelsgrootheid. Herhaalde oproeping mocht echter in menigen kring de belangstelling gaande maken en ondanks den minder gunstigen toestand der Ned. geldmiddelen in het algemeen en de werkeloosheid in eigen omgeving, welke zooveel van Neêrlands offervaardigheid vergde, mocht toch ongeveer f 10.000 worden bijeengebracht, waarmee de noodlijdenden inderdaad geholpen waren, omdat de hachlijke toestand, dank zij ook het optreden van onze regeering, gelukkig spoedig een einde nam.
Welk een gunstigen invloed een en ander op de Curaçaonaars heeft gehad, moge blijken uit deze woorden, ontleend aan een brief van het Groepsbestuur:
‘Dank zij den krachtigen invloed van het machtig lichaam, het Nederlandsch Verbond, zijn in de tijden van bangen nood de giften en gaven van het volk van Nederland ruimschoots ons toegevloeid, waardoor het Groepsbestuur in staat werd gesteld den nood van velen te lenigen en vele behoeftigen krachtdadig te steunen.
De bevolking van Curaçao heeft meer dan ooit in de dagen van spanning zich één gevoeld met het Moederland, ook buiten de leden van het Verbond is waardeering ontstaan voor het streven onzer Vereeniging. Zoodra de toestand nog eenigszins verbeterd zal wezen, zal de Groep Nederlandsche Antillen zich ongetwijfeld krachtig kunnen uitbreiden, omdat onder weldadigen invloed van het Hoofdbestuur een uitgestrekt terrein voor ons werken en streven is ontgonnen en vruchtbaar gemaakt. Het hoofddoel van het Algemeen Nederlandsch Verbond, het wekken van gevoel van stameenheid en nationaliseering der Koloniën werd door uwe groote welwillendheid jegens de arme bewoners onzer Kolonie ten zeerste bevorderd.’
| |
Zuid-Afrika.
Gaarne hadden we dit stamgebied als zesde Groep zien toegevoegd, waardoor zij haar oude nog open plaats weer had kunnen innemen. Het heeft nog niet mogen zijn, al wijst het aantal Afdeelingen, nu reeds een 7-tal, op een uitbreiding, die mettertijd een ‘unificatie’ mag doen verwachten, te meer waar de invloedrijke Afrikaners en Hollanders van vroeger in de besturen plaats nemen of zich weder in de gelederen scharen. Zonder de andere Takken te kleineeren, mag hier wel met bijzondere ingenomenheid vermeld worden welk een groote kracht de jongste der zusteren, de stad van Jan van Riebeek, reeds ontwikkelt. Nog geen jaar oud bezit deze Tak reeds een eigen zaal en bibliotheek en ijvert voor een leestafel, een zangvereeniging, een kinderzangschool en een rederijkerskamer.
| |
| |
Johannesburg onderhoudt ook een krachtig verbondsleven o.a. door de uitgave van een eigen blaadje De Boodschapper. Deze Afdeeling stelde in samenwerking met de Afdeelingen Bloemfontein, Potchefstroom en Stellenbosch een A.N.V.-Prijs in, welke bestaat in een grooten gouden gedenkpenning uit te keeren aan hem of haar, die bij de jaarlijksche Taalbondexamens (Hoogere Afdeeling) het hoogst aantal punten voor het Hollandsch behaalt. Ook het Hoofdbestuur geeft een bijdrage voor dien prijs. De eerste maal is hij behaald door mej. A.S. du Toit, van de Gouv. school Bekkersrust, Bethal, Transvaal, met 174 van de 200 te behalen punten.
Wordt zoo de studie van het Nederlandsch en dus de Ned. beschaving in Z.-Afr. verbreid, een krachtig middel daartoe is ook de welgeslaagde poging van verschillende zijden hier te lande o.a. van wege de Studenten-Afdeelingen van het A.N.V. aangewend, om Afrikaansche studenten naar Holland te trekken.
Was vroeger een Afrikaansch student aan een Ned. Hoogeschool een witte raaf, thans bedraagt hun aantal reeds meer dan 50 en bestaat er zelfs een Afr. Studentenvereeniging in Holland.
Een der voornaamste en beteekenisvolste gebeurtenissen, waarop het Verbond kan wijzen is wel de zending van zijn voorzitter, Dr. Kiewiet de Jonge naar Zuid-Afrika, om daar den toestand persoonlijk te gaan bestudeeren en de banden met Nederland nauwer toe te halen. Wie beter dan hij hadden wij voor die studiereis daarheen kunnen zenden, hij wiens liefde voor den Afrikaner zoo eerbiedwekkend gebleken was in de dagen toen die heldenstrijd van een klein Boerenvolk tegen een der machtigste naties van de wereld begon. Is het wonder, dat hij in het najaar uit Holland vertrokken, den Hollandschen winter in het zomersch Zuid-Afrika doorbrengend, gehuldigd en gevierd is in vele kringen; dat hij met een schat van ervaringen midden April in het vaderland is teruggekeerd? En wij mogen gerust aannemen, dat zijn bezoeken, samensprekingen en voordrachten voor de toekomst ook van het Verbond in Zuid-Afrika van onberekenbaar nut kunnen zijn.
Kenmerkend is wat de Unie, het gezaghebbende Stellenbosche maandblad na Dr. Kiewiet de Jonge's vertrek in haar April-nr. schreef:
‘Waar hij ook kwam, overal werd Dr. De Jonge door landgenoot en stamverwant met open armen ontvangen. Als de indrukken, die hij van ons land en ons volk gekregen heeft even diep en gunstig zijn als die, welke hij op ons gemaakt heeft, dan zijn door zijn verblijf en optreden onder ons de vriendschapsbanden tusschen Nederland en Zuid-Afrika bepaald nauwer toegehaald geworden.’
En waar zich een commissie gevormd heeft met mannen als Gen. Botha, Gen. Beyers, Con.-Gen. Knobel, Dr. Engelenberg, Jan Celliers enz. om onzen voorzitter een blijvend aandenken aan zijn bezoek te geven, daar mogen wij deze daad ook voor een deel aanvaarden als een instemming met, een meeijveren voor, een hulde aan het streven van het A.N.V.
| |
Buitenlandsche aangelegenheden.
Behalve de Groepen heeft het A.N.V. nu reeds 17 Zelfstandige Afdeelingen en 30 Vertegenwoordigers, verspreid over de geheele wereld, wier adressen bijna elke maand in Neerlandia worden opgenomen. Voor inlichtingen en handelsbetrekkingen wordt er door verscheiden leden een druk gebruik van gemaakt. Voor de openvallende vertegenwoordigersplaatsen in Australië, Rome en Londen was het Hoofdbestuur zoo gelukkig waardige opvolgers te vinden in mevr. A. Semmens, Dr. E. Brom en den heer J.E.A. Reyneke van Stuwe, terwijl door de krachtige bemoeiingen van den heer H. v.d. Putt uit Eindhoven, tijdelijk te Bremen, aldaar een Zelfstandige Afdeeling werd opgericht. Als men ontwaart, hoeveel bijval zoo'n oprichting ondervindt bij de Hollanders, die in een belangrijke buitenlandsche stad zonder aansluiting waren, hoe men dadelijk een vast lokaal heeft voor wekelijksche samenkomsten, hoe men boekenkasten aanschaft om de schenking der Boeken-Commissie, die meestal spoedig volgt te bevatten, een leestafel inricht, spreekavonden houdt en alles doet om den band onderling en met het moederland te versterken, dan voelt men welk een groote kracht er reeds uitgaat van ons streven. En een onmiskenbaar teeken, dat de denkbeelden doordringen, is wel het feit, dat waar vroeger herhaalde pogingen van het Hoofdbestuur faalden om ergens vasten voet te krijgen, het tegenwoordig meermalen voorkomt, dat men uit zich zelf tot ons komt en zich aanbiedt in het Buitenland een post te vestigen. Zoodra trouwens bekend wordt, dat er hier of daar een Holl. Vereeniging is gesticht, wordt van uit Dordrecht getracht haar in het A.N.V. op te nemen.
Met waardeering mag melding gemaakt worden van de omstandigheid, dat onze vertegenwoordigers werden uitgenoodigd voor het weekblad Handelsberichten, uitgegeven door de Afd. Handel van het Ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel, rechtstreeks mededeelingen te zenden, welke door de regeering blijkbaar worden gewaardeerd. De uitnoodiging werd in 1908 ook uitgestrekt tot de Zelfstandige Afdeelingen, die verzocht werden een bepaald persoon voor het geregeld zenden van berichten aan te wijzen. Deze uitbreiding heeft echter nog niet haar volle beslag gekregen.
In 1908 werd ook een proef genomen met zittingsdagen van vertegenwoordigers in het Buitenland, die een bezoek aan Dordrecht brachten. Twee werden er gehouden, de eene door den heer G.A. Gulden uit Rosario, de ander door den heer Th.F. van Vloten uit Cairo. Op beide dagen kwamen verschillende personen, door een bericht in de dagbladen opmerkzaam gemaakt, allerlei inlichtingen op handels- en ander gebied, vragen, terwijl vele schriftelijke vragen door beide heeren werden beantwoord. De proef mag als vrijwel geslaagd beschouwd worden en geeft aanleiding op den ingeslagen weg voort te gaan, als vertegenwoordigers van het A.N.V. uit het Buitenland in ons land vertoeven.
De jaargeschiedenis der verschillende Zelfst. Afdeelingen en Vertegenwoordigerschappen na te gaan zou het algemeen verslag te uitvoerig doen worden. Daarom alleen de vermelding, dat het Hoofdbestuur geldelijken steun verleende voor de herstelling van de Holl. kerk en hospitaal te Smyrna en van de regeering verlof bekwam de f 600. - die nog voor den kwijnenden Holl. cursus aldaar beschikbaar waren voor hetzelfde doel te bestemmen (driemaal een jaarlijkse subsidie van f 200. -).
Waar de Groepen en Afdeelingen hun eigen gebied van propaganda hebben, heeft het Hoofdbestuur tot taak, verband te brengen in de verschillende pogingen en vooral het Buitenland te bewerken, te letten op alle verschijnselen, die van ontwaking en opleving van het Ned. stambewustzijn ook buiten de grenzen blijk geven, en van waardeering van oude grootheid en nieuwe geestkracht. Betrekkelijk nog maar weinig dier verschijnselen zijn het onmiddellijk gevolg van ons werken, maar aangenomen mag worden, dat ze alle uit hetzelfde streven voortspruiten en dus den arbeid van 't A.N.V. ten goede komen.
Een Maurits Wagenvoort, die het voetspoor der vaderen over heel de wereld naspeurt en merkwaardige ontdekkingen doet; onze waterbouwkundigen, die van vele vreemde regeeringen opdrachten ontvangen; de veelvuldiger herdenking van Ned. nationale feestdagen in den vreemde; de dankbaarheid die ons van veel zijden betuigd wordt voor toezending van de bekende gekleurde portretten onzer Koningin; de vraag naar Ned. onderwijs in den vreemde - het A.N.V. steunt de pogingen, die te Brussel, Ant- | |
| |
werpen en in Argentinië worden aangewend -; de stichting der Dutch Burgher Union op Ceylon met haar tijdschrift gewijd aan Holl. archivalla; de oprichting van het Nederl. Historisch Instituut te Rome voor Ned. archiefstudie; de door 't Hoofdbestuur gesteunde poging van de Hollanders te Chicago om een Leerstoel in de Ned. Taal, Letterkunde en Geschiedenis aan de Hoogeschool aldaar te verkrijgen; 't wijst alles op een herleving van eigen en vreemde belangstelling in de nieuwe Nederl. ‘Renaissance’.
| |
Boeken-Commissie.
Deze Commissie blijft onder leiding van haar ijverigen secretaris, Dr. W. van Everdingen, die een staf van hulpvaardige medewerksters en medewerkers om zich heeft weten te verzamelen, een sieraad van het A.N.V. De hoofdsteun komt van het Hoofdbestuur (subsidie van f 2200. -); maar daarmee zou zij haar veelomvattenden arbeid niet kunnen volvoeren. Gelukkig wordt zij van verschillende zijden, vereenigingen en personen bovendien gesteund. Mocht het Hoofdbestuur over meer fondsen gaan beschikken, dan zal het zeker verhooging der subsidie overwegen. De invloed der B.-C. op de verbreiding van het Nederlandsch over heel de wereld door de vele Ned. bibliotheken, die zij reeds in het buitenland stichtte, door de geregelde Holl. krantenzendingen naar havenplaatsen, door de bekendmaking van wat er op de Ned. boekenmarkt te koop is, kan moeilijk overschat worden. Van haar Boekenhuis te Rotterdam verscheen een sprekende propagandakaart.
| |
Neerlandia.
Het is een verheugend verschijnsel, dat het orgaan bijna elke maand in grooter oplaag moet worden gedrukt en ook zijn omvang feitelijk te beperkt is om alle stukken betreffende Verbondsaangelegenheden te kunnen opnemen. Het zou trouwens de leesbaarheid van Neerlandia schaden als alles wat de Groeps- en Afdeelingssecretarissen uit het vereenigingsleven te melden hebben, in zijn geheel werd opgenomen. De plaatsruimte dringt vaak tot besnoeiing, tot samendringing der verslagen. Bovendien moet buiten het officieele gedeelte aandacht gewijd worden aan de uitingen van volkskracht op velerlei gebied. Doordat de binnenlandsche frankeering aanmerkelijk verlaagd werd, kwam voor 1909 wat geld vrij ter verbetering van het uiterlijk en uitbreiding van den inhoud, zoodat tot een vasten omvang van 32 blz. (omslag inbegrepen) kon worden overgegaan, terwijl de redactie door het opnemen van meer foto's betreffende ons stam- en handelsleven over de heele wereld, het orgaan bij voortduring smakelijker en leesbaarder tracht te maken. Wie de laatste jaargangen en afleveringen vergelijkt bij vroeger, zal moeten toegeven dat er langzaam maar zeker verbetering valt waar te nemen en dat voor 50 à 60 cent per jaargang (frankeering inbegrepen) niet beter geleverd kan worden. Mochten de fondsen van het A.N.V. stijgen dan zal ook aan Neerlandia nog meer zorg kunnen worden besteed en het ideaal der stichters: een groot geillustreerd maandblad, dat op zichzelf reeds tot lid worden en meestrijden noopt, benaderd kungen worden.
In verband echter met de verlangens van enkele zijden geuit om te gaan wedijveren met Prinsen, Weeken en Levens, dient met nadruk te worden opgemerkt, dat Neerlandia volgens de meening van het Hoofdbestuur is en moet blijven een vereenigingsorgaan, aan 't welk men natuurlijk niet dezelfde eischen kan stellen als aan een uitgave van den boekhandel. Ook moet het onjuiste begrip de wereld uit, dat men zich abonneert op Neerlandia. Ware dit zoo, dan zou men voor zijn jaarbijdrage te weinig krijgen. Men wordt lid van het A.N.V. om het streven, uitvoerig in artt. 2 en 3 der Statuten omschreven, te steunen en ontvangt Neerlandia om elke maand de bewijzen van het doorwerken der Nederlandsche beweging over heel de wereld te kunnen nagaan en dus mee te leven met hen, die Nederland weer willen maken tot een natie van grooter eenheid en beteekenis. Lezen en meeleven zal de redactie er te meer toe aansporen den inhoud steeds belangrijker te maken.
Zij is zich bewust van de gebreken, die Neerlandia nog aankleven en neemt gaarne goede wenken voor verbetering ter harte voor zoover die binnen de beschikbare gelden mogelijk is.
| |
Uitgaven van het A.N.V.
Het getal uitgaven van het A.N.V. waarmee gestaag propaganda wordt gemaakt en waarvan ook geleidelijk wordt verkocht, werd in 1908 met 3 vermeerderd n.l.
11. | Lijst van Nederlandsche leer- en studieboeken en tijdschriften. |
12. | Wat wil het Algemeen Nederlandsch Verbond? |
13. | Lied van het Algemeen Nederlandsch Verbond, woorden van Willem Gijsels, muziek van Em. Hullebroeck, opgedragen aan Dr. Kiewiet de Jonge bij het 10-jarig bestaan van 't A.N.V. |
Het eerste vond weinig aftrek, zoodat aan een gewenschten tweeden druk nog niet kan gedacht worden.
Het tweede bevat een zeer heldere uiteenzetting van wording, doel en streven van het A.N.V., door Prof. Te Winkel en bewijst zeer goede diensten.
Het derde is min of meer tot Verbondslied bevorderd, werd o.a. uitgevoerd op het XXXe Taal- en Letterkundig Congres te Leiden en wordt op Verbondsavonden in Noord en Zuid en in den vreemde meermalen aangeheven.
| |
Taal- en Lett. Congres.
Op het Leidsche Congres, gehouden in de laatste week van Aug. 1908, is een besluit genomen, dat van vergaande strekking is en den invloed van het A.N.V. op de Congressen, reeds te Nijmegen, Kortrijk, Deventer en Brussel bepleit, voor goed heeft vastgelegd. Te Leiden toch werd bepaald, dat de leiding voortaan bij een Bestendige Commissie zal zijn, waarvan de leden door het Hoofdbestuur van het A.N.V. zullen benoemd worden en waarvan onze alg. voorzitter, voorzitter zal zijn. Daardoor zal het mogelijk worden een Congresvereeniging te stichten, waarvan men lid moet zijn om de Congressen te kunnen bijwonen en waardoor het onsamenhangende en toevallige vermeden wordt. In de bedoeling ligt ook de inrichting der bijeenkomsten en feestelijkheden te vervormen, zoodat zij elkaar niet in den weg staan en ‘wenschen’ meer waarborg hebben tot ‘daden’ te worden omgezet.
Het Hoofdbestuur heeft aan een twintigtal personen op verschillend gebied en van verschillende overtuiging uit Noord en Zuid, een met reden omkleedde uitnoodiging gezonden om zich voor de Best. Comm. candidaat te stellen.
De uitslag dezer bemoeiingen kan in dit jaarverslag nog niet worden gemeld. Maar het oog van velen is reeds gericht op Maastricht, waarvan het gemeentebestuur zich bereid heeft verklaard het XXXIe Congres te ontvangen.
| |
Wie behooren bij het A.N.V.?
Meermalen is de vraag geopperd of de toetreding van iemand, die niet bepaald tot den Ned. Stam behoort, gewenscht is.
Een feit is het, dat b.v. de Friezen zich nog slechts schoorvoetend bij het A.N.V. beginnen te scharen. Het Hoofdbestuur betreurt dit en ziet ook ongaarne de weifelmoedigheid of onverschilligheid van Zeeuwen en Limburgers, van Afrikaners of Indiërs. Reeds te lang heeft het woord Ned. Stam in de omschrijving van het doel (art. 2 der Statuten), verwarring gesticht. Het A.N.V. toch zet zijn deuren zoo wijd mogelijk open voor alle goede elementen, die iets voor zijn streven voelen en door afkomst,
| |
| |
verwantschap of staatsverband tot ons volk of ons taalgebied in nauwe betrekking staan.
| |
Briefwisseling tusschen jongelieden.
Waar in enkele Groepen de neiging is ontstaan om ook jongelieden in de werkzaamheid van het A.N.V. te betrekken, is het geen wonder, dat het denkbeeld is geopperd de jongelieden van de verschillende Groepen, door middel van briefwisseling, met elkaar in aanraking te brengen. Zoo ontstond een commissie bestaande uit de heeren Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Dr. N. Mansvelt, Dr. J.B. Schepers, Dr. J.W. Wicherink, Dr. J. Aleida Nijland, mej. J.E. Mongers, L. Fouché, Joh. Kesler en F. Rompel, die Nederlandsche, Vlaamsche en Zuid-Afrikaansche jongelieden gelegenheid geeft met elkaar in briefwisseling te treden, om zoodoende het schrijven en verstaan van zuiver Nederlandsch te bevorderen en den gezichtskring te verruimen.
Kort geleden is ook verzocht Indische jongelui (inlanders) op te nemen. Volledig ingericht is deze tak van dienst nog niet.
Het Hoofdbestuur ontveinst zich de moeilijkheden niet om een dergelijke inrichting in een goed spoor te leiden en te houden.
Het Dag. Bestuur der Commissie neemt dan ook groote omzichtigheid in acht.
| |
Overzicht van het ledental op 1 Mei.
Groep Nederland |
7081 |
Groep België |
1600 |
Groep Indië, naar schatting |
1400 |
Groep Suriname |
329 |
Groep Ned. Antillen |
316 |
Alg. leden in het Buitenland |
624 |
Zelfst. Afd. Berlijn |
52 |
Zelfst. Afd. Bloemfontein |
43 |
Zelfst. Afd. Bremen |
44 |
Zelfst. Afd. Buenos-Aires |
79 |
Zelfst. Afd. Chicago |
38 |
Zelfst. Afd. Roseland-Chicago |
41 |
Zelfst. Afd. Constantinopel |
15 |
Zelfst. Afd. Johannesburg |
126 |
Zelfst. Afd. Kaapstad |
113 |
Zelfst. Afd. Nieuw-York |
17 |
Zelfst. Afd. Potchefstroom |
57 |
Zelfst. Afd. Shanghai |
37 |
Zelfst. Afd. Smyrna |
17 |
Zelfst. Afd. Standerton |
20 |
Zelfst. Afd. Stellenbosch |
20 |
Zelfst. Afd. Zoutpansberg |
41 |
Zelfst. Afd. Rumenië (Ned. Ver.) |
42 |
|
_____ |
In het geheel |
12152 leden. |
| |
Ondersteuningen.
Onder dit hoofdstuk begrijpen we ontvangen en gegeven ondersteuningen.
Onder de eerste wordt met waardeering vermeld de blijvende steun der regeering (f 3600. -).
In alle bescheidenheid dient hier echter een ‘dankbaar maar nog niet voldaan’ te worden neergeschreven, want als we nagaan hoeveel andere regeeringen uitrekken voor de bevordering alleen der landstaal in het buitenland - wij denken hier bijvoorbeeld aan den grooten steun, die een Alliance Française ontvangt - dan komt de wensch te levendiger in ons op, dat wij door een onbekrompen regeeringssubsidie meer en meer zullen kunnen voldoen aan de eischen, die men onze zich immer uitzettende vereeniging stelt.
Wat de gegeven ondersteuningen betreft, de werkzaamheid van het Verbond moge in dat opzicht blijken uit het volgende lijstje van vereenigingen waarvan het A.N.V. lid is of waaraan het bijdragen schonk in 1908.
Vereeniging het Buitenland (wederkeerig), Willemsfonds, Oost en West, Volksweerbaarheid, Groningsche Tak der Z.-Afr. Chr. Vrouwenvereniging, Davidsfonds, Nederl. Hist. Instituut te Rome (Ned. Boekerij), Eerste Ned. Koopmansgilde in Duitschland te Dusseldorf, Ned. Kamer van Koophandel te Pretoria, Ned. Koorvereeniging, Ned. Belgische Commissie, Vereeniging Het Nederl. Lied, Studiefonds voor Z.-Afr. Studenten, Kamers van Koophandel te Smyrna, Londen, Melbourne en Johannesburg, Nederl. Cursus in Australië, Vreemdelingenverkeer, Stamverkeer, Boeken-Commissie, Ned. school in Argentinië.
En hiermede is de taak van den verslaggever ten einde.
Moge het overzicht de overtuiging in steeds breeder kring vestigen, dat er door de bestuurders van het A.N.V. in alle oorden van het Ned. stam- en taalgebied naar beste krachten gewerkt wordt en daardoor het getal zijner vrienden en medestrijders zich meer en meer uitbreiden.
De duizenden moeten tien-duizenden worden!
De Algemeene Secretaris-Penningmeester,
W. DICKE.
|
|