In Vlaanderen Nederlandsch.
(Een woord aan alle Nederlanders.)
Onlangs is er te Antwerpen bij een voetbalwedstrijd iets voorgevallen dat in Vlaamsche en Nederlandsche bladen eenige beweging heeft gebracht. Een Vlaamsch Antwerpenaar reikte aan het Nederlandsche elftal, dat het spel had gewonnen, den prijs uit met een Fransche toespraak.
In het voorbijgaan: die voetbalwedstrijden tusschen Belgische en Nederlandsche spelers helpen dapper mee om het verkeer tusschen de twee landen te bevorderen. Bij dien wedstrijd te Antwerpen, op 21 Maart, kwamen vele honderden Nederlanders kijken.
Maar om op die Fransche toespraak terug te komen. Het. Handelsblad van Antwerpen was er zeer verstoord over. ‘Wij betreuren ten zeerste’, schreef het ‘dat zulke toestanden in ons Vlaamsch Antwerpen voorkomen; wij betreuren het des te meer, omdat redenaars, die zich aan dergelijke feiten vergrijpen, zeer dikwijls geboren Antwerpenaren zijn, die het ofwel te gemeen achten Vlaamsch te spreken, ofwel niet in staat zijn het te doen... En wij betreuren vooral, dat er personen gevonden worden die, wanneer zij tegenover vreemdelingen staan, niet schijnen te weten wat men tegenover vreemdelingen verschuldigd is’.
Wat nu de reden is, dat deze Vlaamsche spreker zich niet van zijn taal bediende, weten wij niet. Wij meenen te weten, dat het niet was, omdat hij niet in het Vlaamsch had kunnen spreken. Misschien was 't ook niet, omdat hij 't Vlaamsch ‘te gemeen’ vond. Zou 't ook aan een verkeerde hebbelijkheid van menigeen onzer landgenooten kunnen liggen?
Wij bedoelen dit: Het Vlaamsch behoort tot den Nederlandschen, of wil men: Nederduitschen taalstam, maar is niet de algemeen gebruikte taal van het koninkrijk der Nederlanden. Het heeft zijn eigen karakter, zijn eigen geschiedenis, bij toeneming weer zijn eigen schoone letterkunde. En nu begaan vele Nederlanders dikwijls de dwaasheid, te lachen om Vlaamsche woorden en uitdrukkingen, die van hun eigen taal afwijken en waarvan zij niet weten, dat ze even deugdelijk zijn als de woorden en uitdrukkingen die zij voor dezelfde dingen gebruiken. Dit geldt ook van de uitspraak. Men kan soms Hollanders hooren spotten, of ook in Hollandsche kranten grappen zien verkoopen over Vlaamsche uitdrukkingen, waarmede zij dikwijls slechts hun onkunde toonen.
Maar nu is het gevolg, dat er Vlamingen zijn, die tegenover Nederlanders vreezen met hun Vlaamsch - hun goed ronde, hun smijdige, hun karaktervolle taal - een gek figuur te slaan. Het Hollandsch van Holland kennen ze niet, of niet voldoende om er vlot in te spreken, en dan spreken ze maar Fransch dat ze door de bank beter kennen dan wij.
Misschien is er nog een reden, waarom die Vlaming te Antwerpen de Nederlanders voor hem in het Fransch toesprak. Hadden zij, in hun gesprekken met hem, zich misschien ook van het Fransch bediend? Het zou ons niet verbazen, want nog altijd zijn er van onze landgenooten, die 't maar niet kunnen laten om in het Vlaamsche land Fransch te spreken. En Antwerpen is een door en door Vlaamsche stad. Dat er, zeker, vele Vlamingen zijn, die zich gaarne als Fransch sprekende Belgen voordoen, moge voor onze landgenooten een verontschuldiging voor hun Fransch praten zijn, gerechtvaardigd kan het daarmee tegenover de meerderheid van het Vlaamsch sprekende Vlaamsche volk niet worden. Vooral niet, omdat ons keer op keer uit Vlaanderen dringend verzocht wordt: Nederlanders, als gij in Vlaanderen komt, spreekt toch Nederlandsch!
Naar aanleiding van het Antwerpsche geval schreef de Nieuwe Gazet zelfs: ‘Dat ze afleeren, zich hier met hun clown-fransch belachelijk te maken, als zij willen dat men hen hier eerbiedige’. Dat is wat ruw gezegd, maar men kan begrijpen, dat Vlamingen, die tegen Walen en Franskiljons een moeilijken strijd voor hun taal te voeren hebben, er ongeduldig onder worden, als zelfs de Nederlanders hun daarbij den voet dwars zetten.
Dus, vrienden, nogmaals: spreek in Vlaanderen Nederlandsch; gij komt er uitnemend mee terecht, tot in Brussel toe; ja ook in Brussel! Als gij u maar niet aanstonds uit het veld laat slaan, wanneer men u in het Fransch antwoordt. Blijf bij uw Hollandsch en in verreweg de meeste gevallen staat men u in het Vlaamsch te woord.