Neerlandia. Jaargang 13

Afdeeling Bremen.

Hoewel eerst kort geleden opgericht, zond de secretaris, de heer S. van West, toch reeds een jaarverslag in, waarin het ontstaan der Afd. al in Neerlandia vermeld, wordt beschreven.

Het verslag eindigt aldus: ‘Dat de oud-Hollandsche gezelligheid er nog inzit, blijkt wel op de wekelijksche avondjes. Er wordt dan gemuciseerd, voorgedragen, gezongen en vooral geboomd.

Een heerlijke verrassing was de ontvangst van een prachtige verzameling boekwerken, die er zeker toe zullen bijdragen om den band tusschen de hier vertoevende landgenooten nog hechter te maken.

Bij 't eindigen van dit korte overzicht nog een warm woord van hulde aan v.d. Putt, door wiens toedoen de Hollanders elkaar hier gevonden hebben en door wiens energieke en belangelooze arbeid de Holl. Club nu reeds zoo'n levenskracht bezit, dat zij, we hopen het allen, in de toekomst een blijvend krachtig gedenkteeken worden zal.’

Op de jaarvergadering werd het bestuur der Holl. Club samengesteld uit de volgende heeren: H.C.

[p. 50]

Stock, voorzitter; J.J.M. Lion, 2e voorzitter; S. van West, 1e secretaris H.J. van Beekum, 2e secretaris; M. Porrenga, penningmeester; T. Linzen en J.A. Ultee, commissarissen.

Besloten werd den Holl. consul te Bremen, den heer H. von Gröning, tot eere-voorzitter der Vereeniging te benoemen. Verder werd den heer v.d. Putt, die dezer dagen naar Holland vertrok, uit waardeering voor hetgeen de Club aan hem te danken heeft, het eerelidmaatschap aangeboden.

* * *

Uit een later schrijven:

Op onze laatste vergadering werd het plan gevormd een feestavondje in te richten in April. Verder werd besloten, ons clublokaal naar café ‘Hohenzollern’ te verplaatsen en voortaan Maandagavond bijeen te komen. De heer W. Roghé hield Dinsdagavond, 23 Februari, een belangwekkende lezing over Hagenbeck en zijn park bij Hamburg. Een voorbeeld ter navolging!