Jaarverslag over 1908 uit Genua.
Voor den vertegenwoordiger te Genua van het A.N.V. kenmerkte het jaar 1908 zich niet door de eene of andere buitengewone gebeurtenis.
In die hoedanigheid ontving ik, evenals voorheen, eenige vragen om allerlei inlichtingen op handelsgebied, aan wier beantwoording ik mijn volle aandacht geschonken heb. Ook heb ik zooveel mogelijk gehoor trachten te geven aan tallooze verzoeken van verzamelaars van prentbriefkaarten of van postzegels in Nederland, om door mijn tusschenkomst in briefwisseling te geraken met liefhebbers van prentbriefkaarten of postzegels, in Italië woonachtig, iets, wat met moeielijkheden gepaard gaat.
Een Nederlandsch onderwijzer, die er ernstig over scheen te denken om in Genua een school op te richten voor de kinderen der hier gevestigde Hollanders, moest ik tot mijn oprecht leedwezen ontraden aan zijn voornemen gevolg te geven, met het oog op het verschil in jaren, godsdienst en stand der kinderen, en het daaruit voortspruitende gemis aan levensvatbaarheid van zulk een school.
Aan het Centraal Bureau voor Vreemdelingenverkeer te 's Gravenhage, heb ik gaarne en zonder eenig voorbehoud mijn medewerking toegezegd.
Gedurende het verslagjaar nam het aantal der te Genua gevestigde Nederlanders door verschillende oorzaken eenigszins af, waardoor ook het getal leden van het A.N.V. hier een geringe vermindering onderging.
De Nederlandsche kolonie te Genua gevoelt blijkbaar nog steeds weinig behoefte aan aansluiting, hetgeen zeer te betreuren valt, en natuurlijk de oprichting eener Zelfstandige Afdeeling van het A.N.V. hier-ter-plaatse bijzonder tegenwerkt. Gelukkig echter kunnen de societeits-avonden in het gezellig lokaal onzer Nederlandsche Vereeniging blijven bogen op de vrij trouwe opkomst van enkele harer leden.
De leestafels van ‘Hôtel Continental’, waar de zetel onzer Vereeniging tot aller tevredenheid gevestigd bleef, werden ook in het afgeloopen jaar door het Hoofdbestuur en de Boeken-Commissie van het A.N.V. voorzien van 4 tijdschriften, die, evenals de Hollandsche dagbladen, er door den eigenaar van dit hôtel ter lezing gelegd, een ‘trekpleister’ waren voor vele leesgierige landgenooten, al of niet leden van het A.N.V. of van de Nederlandsche Vereeniging.
Voor de Nederlandsche boekerij werd daarentegen in het algemeen maar weinig belangstelling getoond,... hetgeen m.i. alleszins pleit voor den goeden smaak van de Hollanders te Genua. Ook het Zeemanshuis ontving geregeld lektuur van de Boeken-Commissie, wat vele Hollandsche zeelieden werkelijk zeer op prijs stelden. De gezagvoerders van Nederlandsche schepen, die de haven van Genua aandoen, worden bij hun aankomst in het belang der bemanning door het Consulaat-Generaal opmerkzaam gemaakt op de aanwezigheid van Hollandsche couranten en boeken in een der zalen van het Zeemanshuis.
Het correspondentschap van de Postzegelafdeeling van het A.N.V. ging in Maart, wegens vertrek van Jhr. T.M. van Spengler, over in handen van den heer H.G. Hartsuijker, die reeds zijn eerste postpakket naar Gent verzonden heeft. Het zij mij hiermede vergund Jhr. Van Spengler nogmaals mijn welgemeenden dank te betuigen voor zijn medewerking, ten bate van ons Verbond in het algemeen, en de Vlaamsche Beweging in het bijzonder.
Ook in het afgeloopen jaar werden wederom eenige portretten van H.M. de Koningin, uitgegeven door het A.N.V., door mij onder de leden verspreid.
Den 31sten Augustus vierden vele der hier toen aanwezige Hollanders den verjaardag onzer innig geliefde Koningin met een gemeenschappelijken maaltijd (zie het Sept.-nr. van Neerlandia), terwijl tegen het einde van November het bezoek van Hr. M.'s Pantserdekschip ‘Utrecht’ aan de haven van Genua opnieuw voor enkelen onzer met feestelijkheden gepaard is gegaan.
H.C.T. HENNIG,
Vert. van het A.N.V. te Genua.
Febr. 1909.
Enkele jaarverslagen van vertegenwoordigers wachten op plaatsruimte.
Red.