Leerstoel voor het Nederlandsch te Chicago.
Aan de Board of Trustees en University Senate of the University of Chicago werd het volgend adres verzonden:
Ondergeteekenden: Mej. E. Baelde, voorzitster van den Nationalen Vrouwenraad te Rotterdam, ondervoorzitster; Jhr. Mr. O.F.A.M. van Nispen tot Sevenaer, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Nijmegen; Dr. H.F.R. Hubrecht, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Amsterdam; J.D. Baron van Wassenaer van Rosande, Kamerheer der Koningin en lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, 's Gravenhage; H. Meert, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, Gent; Prof. Paul Fredericq, Professor aan de Staatshoogeschool, Gent; Mr. W. Thelen, advocaat en procureur, Brussel; Joh. Kesler, leeraar aan het gemeentelijk Athenaeum, St. Gillis-Brussel; Pol de Mont, letterkundige, directeur van het Museum voor schoone Kunsten, Antwerpen; Dr. M. Rudelsheim, leeraar, Antwerpen; Dr. J.J.A. Muller, gepensioneerd Majoor der Genie, Zeist; Mr. C.Th. van Deventer, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 's Gravenhage; H.D.H. Bosboom, voormalig Luitenant-Kolonel, Chef van den Topographischen dienst in Nederlandsch-Indië, 's Gravenhage; J.M. Pijnacker Hordijk, oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 's Gravenhage; Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, rechter in de Rechtbank te Rotterdam; Mr. Dr. C.F. Schoch, lid van den Gemeenteraad en hoofd-directeur der Surinaamsche Bank, Amsterdam; Dr. J. Boeke, lector aan de Universiteit, Leiden; J.A. Snijders Jr., Luitenant der Artillerie, Delft; Mr. W. Dicke, advocaat en procureur, Dordrecht, algemeen secretaris-penningmeester, vormende met Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, rector van het Gymnasium te Dordrecht, thans tijdelijk in Zuid-Afrika, algemeen voorzitter, het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond, gevestigd te Dordrecht;
vernomen hebbende, dat door de Nederlanders te Chicago het verzoek aan Uwe Regeering is gericht tot oprichting van een Leerstoel in Nederlandsche taal, letterkunde en geschiedenis aan de Hoogeschool aldaar;
overwegende, dat talrijke banden Amerika en Nederland verbinden en hun invloed op de samenlevingen in beide landen blijvend doen gevoelen;
overwegende, dat met de grootste belangstelling in verschillende kringen van ons land kennis is genomen van dit verzoek en dat op het XXXe Nederlandsche Taal- en Letterkundig Congres van 25-28 Aug. in de Academiestad Leiden gehouden, een motie van instemming met de oprichting van bedoelden Leerstoel bij acclamatie is aangenomen;
betuigen hun ingenomenheid met het verzoek der Nederlanders te Chicago en spreken den wensch uit, dat het aan de Regeering van Uw land moge behagen er aan te voldoen.
Het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond:
(Volgen de handteekeningen).