Onze Dichters.
De heer A.T.A. Heyting, die onder den schuilnaam Gust van Elring reeds verschillende bloemlezingen uit de werken van groote dichters heeft samengesteld, heeft thans op aanzoek van de firma Meulenhoff & Co. de uitgave verzorgd van een lijvigen bundel, meest lyrische poëzie van Onze Dichters, van de vroegste tijden tot op heden. Men vindt er dus zoowel Hadewych en Maerlant als Boutens en Adema van Scheltema in vertegenwoordigd, Vlaamsche en Nederlandsche poëten, zelfs vrijwel onbekende grootheden.
Waar is de grens als men gaat afdalen?
Het geheel doet aan als een tuin vol vogels van zeer ‘diverse pluimage’, als een schilderijenmuseum, dat op groote volledigheid kan bogen, er zelfs een rubriekje, ‘onbekende meesters’ op na houdt, maar waarvan alles natuurlijk niet even belangrijk en schoon is. Toch, wie in den bundel gaat bladeren, zal naast veel bekende ook veel onbekende schoonheden ontdekken.
Men zal het niet altijd eens zijn met de keuze van den samensteller, oordeelen dat van sommige dichters karakteristieker verzen of fragmenten hadden kunnen worden gekozen, dat een of twee gedichten geen karakterbeeld geven. Maar dat krijgt men ook in een museum niet van schilders, vaak door een enkel paneeltje vertegenwoordigd.
Edoch, deze bezwaren - als ze het zijn - gelden niet tegenover het groote nut.
Behalve dat zoo'n bundel - door zijn lagen prijs in het bereik van velen - den rijkdom onzer verskunst meer onder het volk brengt, spoort hij tot nadere kennismaking met menig te weinig gekende persoonlijkheid in onze literatuur aan.
Zelfs als geschiedkundig overzicht, heeft het boek zijn waarde.
Door den onwil van enkele uitgevers worden een paar dichters gemist. Dit is jammer. De verzamelaar had althans hun namen in de rij kunnen opnemen met verwijzing naar hun werk(en). Bij een herdruk verdient dit aanbeveling.
Dat Dr. A.G.C. de Vries de middelnederlandsche liederen verzorgde voorzoover dit het taalkundige gedeelte en verklaringen betreft, verhoogt de waarde der uitgaaf.
Opmerking verdient nog de nette wijze, waarop het boek zoowel ingenaaid, gecartoneerd, als gebonden is uitgegeven, en de smakelijke boekversiering van den heer Frits Lensvelt.
Als proeve der verluchting dit sluitstuk: