Holland is met Afrika vereenigd door een band, die hoe langer hoe sterker zal worden. Wij hebben overal op onze avonden, die sfeer van liefde tot Holland en het Hollandsch om ons heen gevoeld en het heeft ons gedrongen om hun te laten hooren de muzikale almacht van het Hollandsch, dat in breede golving kan donderen of lieflijk zacht kan ruischen als onze beeken en rivieren door het milde weiland onder onze zilveren luchten.
Dergelijke kunstreizen zijn van onberekenbaar belang voor de Hollandsche taal in Zuid-Afrika.
De Afrikaners hebben tot heden alleen Engelsche tooneelgezelschappen gehoord, zij hebben dus in het Hollandsch of Hollandsch-Afrikaansch weinig of nooit kunst genoten. Zij moeten behalve de gewone alledaagsche levensdingen, ook hoogere zieleaandoeningen in het Hollandsch hooren, zij moeten hooren hoe die taal kan weenen en smeeken, donderen en suizelen.
Zoodra het Afrikaansch even van den dagelijkschen sleur gaat, wordt het hooger en zuiverder Hollandsch, de intonatie wordt breeder; scherpe tegenstelling met het korte, zakelijke Engelsch.
Een teekenend voorbeeld daarvan is wel ‘Die vlakte’ van J. Celliers. De beelden en de maat worden vanzelf grootscher. Bij het voordragen van dit gedicht is het verschil in uitspraak niet zoo groot, het is Hollandsch met een warmer klank als onder invloed van de gouden Zuid-Afrikaansche zon.
Wanneer een Afrikaner, ook in de Kaapkolonie (die toch al meer dan honderd jaar onder Engelsch bestuur staat) bidt, dan klinkt dat bijna als Hoog-Hollandsch. De tranen sprongen me in de oogen, toen ik in een kosthuis te Klerksdorp, een oude vrouw zoo hoorde bidden in het Hoog-Hollandsch. En toen zij vertelde, hoe zij graag Holland zou willen zien en dat zij zooveel van het Hollandsch hield, toen kreeg ik een gevoel of ik bij een bloedverwant zat, die ik in jaren niet had ontmoet.
Wordt een Afrikaner, die door zijn zaken met Engelschen gewoon is Engelsch te spreken, flink kwaad, dan komt zijn ware aard in eens weer boven, dan
Te Johannesburg is het Koninginnefeest met groote opgewektheid gevierd. De feestelijkheden waren verdeeld over drie dagen, 29, 30 en 31 Augustus. De eerste was voor de kinderen. Toen werd er een Wilhelminaboom geplant, van welke plechtigheid bovenstaande foto een afbeelding geeft. De dame met de schop in de hand is Mevr. Thomson, de vrouw van den burgemeester, achter haar staat Dr. D.C. Endt, waarn. consul.
spreekt hij Afrikaansch. Bidt hij of praat hij met zijn meisje, kortom wordt hij zichzelf, dan spreekt hij Afrikaansch. Het Engelsch is per slot van rekening een vreemde taal voor den Hollandschen Afrikaner.
In Pretoria begonnen, hebben wij in tien dorpen van Transvaal, in drie van Transoranje en in zes van de Kaap voordrachtavonden gegeven. Onze kunsttocht is wel in een heel gunstigen tijd gekomen.
De Kaapsche briefschrijver van de Nieuwe Courant zegt dan ook: ‘Geen beteren tijd had men de laatste tien jaren voor zulk een kunstreis door Zuid-Afrika kunnen kiezen dan deze; de gouvernementen zijn sympathiek voor het Hollandsch; meer dan 40.000 Engelschsprekenden zijn in 1906, 1907 en 1908 vertrokken (eergisteren weer 250 volwassenen en 100 kinderen), wat merkbaar is in de omgangstaal. Geen betere kunstenaars hadden kunnen komen dan mej. Truus Post en de heer Gérard Arbous - dat is aller opinie en vooral van hen, die direct werken aan den opbouw van het Nederlandsch onder hun stamverwanten’.
Wij kunnen met voldoening op deze kunstreis terugzien. Wij hebben naar krachten bijgedragen tot den opbloei van het Hollandsch, wij hebben veel vrienden gekregen en veel succes gehad, zoowel bij het publiek als in de Afrikaansche en Engelsche pers.
Wij hopen dan ook in de gelegenheid te zijn aan den wensch van het publiek der drie koloniën om spoedig weer te keeren, gevolg te kunnen geven.
Amsterdam.
GERARD ARBOUS.