Neerlandia. Jaargang 12
(1908)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHollandsche bibliotheken op onze West-Indische eilanden.Toen na de oprichting van een Groep van het Alg. Ned. Verbond in de kolonie Curaçao op de verschillende eilanden der kolonie Afdeelingen van deze Groep waren gevormd, werden pogingen in het werk gesteld om op die eilanden kleine Hollandsche bibliotheken op te richten, waarvan de leden van het Alg. Ned. Verbond gebruik konden maken. Al spoedig werden deze pogingen met succes bekroond. Thans zijn op bijna alle eilanden der kolonie degelijke Hollandsche boeken te verkrijgen. En dat dit door de Hollandsch sprekende bewoners dankbaar aanvaard is, blijkt wel uit de verslagen van de bibliothecarissen op de verschillende eilanden over den toestand van de aan hunne zorg toevertrouwde bibliotheken gedurende het jaar 1907, die aan het Groepsbestuur werden ingeleverd. Er blijkt echter uit deze verslagen tevens, dat deze bibliotheken nog niet geheel en al aan het beoogde doel beantwoorden. Er wordt meestal slechts gebruik van gemaakt door de leerlingen van de openbare school. Ouderen van dagen bleken in de hen aangeboden lectuur niet altijd veel van hunne gading te vinden. Dit is het gevolg van verschillende oorzaken. Een daarvan wordt in het verslag van de boekerij van het eiland St. Martin duidelijk uitgesproken, n.l. dat de voor ouderen bestemde boeken meestal vertalingen zijn van buitenlandsche werken, die in hun oorspronkelijken vorm reeds op het eiland gelezen worden, en daarom dus in de Hollandsche vertaling weinig aftrek vinden. Hierin vooral is derhalve verbetering noodig. Wel werd in het verslag van den bibliothecaris van St. Eustatius met groote voldoening gewag gemaakt van een flinke zending boeken, in Holland verzameld, geschonken door den heer Van Grol, en een tweede schenking van den heer Elsman, doch er is nog groote behoefte, vooral ook op de andere eilanden. Dat van zulk een Hollandsche bibliotheek op onze West-Indische eilanden een groote kracht ten goede kan uitgaan, zal wel niemand betwijfelen. Doch dit kan dan slechts het geval zijn, als ook de nieuwere oorspronkelijke vaderlandsche produkten er ruimschoots in vertegenwoordigd zijn. Er is in de laatste 30 jaren zoo veel schoons en belangrijks op letterkundig gebied in ons vaderland voortgebracht, dat met groote belangstelling op onze afgelegen West-Indische eilanden zou worden gelezen en herlezen! Kan er iets gedacht worden, dat zoo zeer als dit den band tusschen onze West-Indische eilanden en het Moederland hechter en steviger kan maken? Waarlijk, ieder die exemplaren van de nieuwere Holl. romans en gedichtenGa naar voetnoot*) wil afstaan voor de bibliotheken op onze kleinere W.-I. eilanden, doet een voortreffelijk werk, en zijn pogen zal ten zeerste door onze kolonisten gewaardeerd worden. En men behoeft niet terug te schrikken voor een ‘groote zending’. Vele kleintjes maken één groote, en zoo velen van de leden van het Alg. Ned. Verbond elk een of meer boeken willen afstaan, is de zending spoedig compleet, en kan over de verschillende bibliotheken al naar hunne behoeften verdeeld worden. Elke gave is derhalve welkom. Leiden. J. BOEKE. |
|